Het creëren van een geweldige relatie met eten is je ticket uit overeten, obsessie en overgewicht. Het geeft je een kompas in handen waarmee je de valkuilen van een dieet kan vermijden en afvallen zonder gevecht op wilskracht.
Maar als je nog niet weet wat jouw definitie van een geweldige relatie met eten is, kan je niet goed zien waar je op stuurt. Daarom geef ik je in deze aflevering mijn eigen definitie ter inspiratie, zodat je die kan gebruiken voor het vinden van die van jou.
Ik bespreek de klachten waar ik vanaf wilde en hoe het tegenovergestelde van die klachten er voor mij uitzag. Daarmee keek ik voor het eerst verder dan het getal op de weegschaal en kon ik een blijvende verandering in gang zetten vanuit aantrekkingskracht en inspiratie.
Hee hallo, hoe is het? Hoe gaat het met je? Ik heb een uitnodiging voor je. Op 23 december geef ik een workshop. Mijn Winter Wonder Weight Loss Magic workshop en ik nodig je uit. En ik verheug me op die workshop, want ik ga nieuw materiaal met je delen. Fonkel nieuw materiaal en ik sta er helemaal van aan omdat het zo effectief is. Als je uit je strijd met eten wilt komen en afvallen zonder gevecht op wilskracht, die slankere versie van jezelf wilt worden met een fijne relatie met eten, dan is het deze workshop daadwerkelijk magisch. Mijn Winter Wonder Weight Loss Magic workshop is op vrijdag 23 december en ik nodig je daarvoor uit als je op mijn lijst staat. Deze workshop is alleen voor mensen die op mijn lijst staan. En als je hier bij wilt zijn en nog niet op mijn lijst staat, dan kun je jezelf op mijn lijst zetten door naar Etenslessen.com te gaan. Ga naar etenslessen.com en download daar mijn gratis e-book of zet jezelf op mijn wachtlijst. Dat maakt niet uit. Langs beide routes kom je op mijn lijst en ontvang je een uitnodiging voor mijn Winter Wonder Weight Loss Magic workshop. Ik verheug me erop! Het wordt een waanzinnig goede workshop met impact die je ook leuk gaat vinden. Daarom is het ook een Winter Wonder Weight Loss Magic workshop. Ok, als je in Etenslessen zit, als je een van mijn leerlingen bent. As we speak maak ik deze workshop ook voor jou. Je krijgt m in het programma, dus je hoeft hier niet bij te zijn. Je krijgt m van mij binnen in het programma.
En dan nu de les van vandaag. Ik wil het met je hebben over jouw definitie van een geweldige relatie met eten. Wat is een geweldige relatie met eten? En waarom heb ik het daar al 163 afleveringen over? Ja, waarom is het zo belangrijk om het hierover te hebben en hiernaar te kijken? Dit is wat ik weet.
Afvallen en diëtiek binnen onze cultuur, de cultuur van afvallen, gaat over presteren, gaat over kijken naar de weegschaal, gaat over de do’s en don’ts van afvallen en aankomen. Wat je wel mag eten, wat je niet mag eten, wanneer je het goed doet en wanneer je het fout doet. En wat ik uitgebreid aan je uitleg in het boek wat ik nu schrijf is dat dit een probleem is. Het veroorzaakt spanning in het brein. En het effect daarvan, het gevolg daarvan kan zijn dat je tientallen jaren met dezelfde vijf kilo of dezelfde tien kilo in de weer blijft om te proberen die eraf te krijgen. En dat lukt je gewoon steeds niet. En als het je lukt, lukt dat je tijdelijk. En als het je lukt, houd je daar meestal een gevecht met eten aan over. Je komt niet voorbij aan dat op wilskracht jezelf al op proberen in het gareel te krijgen en te houden. Wat ik ontdekte om dit te doorbreken en eigenlijk veel slimmer gezegd helemaal te omzeilen. Dit hele probleem helemaal te omzeilen, is door jezelf een andere stip aan de horizon te geven die uiteindelijk je wel naar datzelfde punt brengt waar je probeert te komen. Je verandert alleen de route en je verandert de taal die je gebruikt. Zodra je denkt aan afvallen komt die hele belasting van de dieetcultuur die wordt geactiveerd. Wat mag ik dan? Wat mag ik dan niet? Wat moet ik dan eten? Wat moet ik dan niet eten? Hoe lang ga ik erover doen? Kan het misschien ook sneller? En daar blijf je dan in hangen. Je creëer direct spanning voor jezelf. Maar zodra je tegen jezelf zegt: Weet je wat ik wil. Ik wil een geweldige relatie met eten creëren. Dat is wat ik wil. En het resultaat van die fijne relatie is dat ik het gewicht krijg waar ik blij mee ben, het gewicht wat ik mooi vind, het gewicht waar ik me lekker bij voel, waar mijn lichaam zich lekker bij voelt. En zodra je dat doel voor jezelf. Dat kompas hanteert van een geweldige relatie met eten creëren, blijf je weg uit diëtiek. Blijf je weg uit die spanning. Blijf je weg uit de valkuil van jezelf gaan vertellen wat je dan wel en wat je dan niet mag en de restrictie die je daarbij voelt en het averechtse effect wat dat heeft op je oerbrein.
Maar daarvoor wil je natuurlijk wel weten, wat is dan voor mij een geweldige relatie met eten, want anders is het alleen maar een holle frasen en een zin die geen betekenis heeft. En dus weet ik dan ook niet waar ik op koers. Ik heb eigenlijk nog steeds geen kompas in handen als ik die definitie niet voor mezelf in kleur. Ja, oké, ik wil die valkuil van diëtiek vermijden en dan kan ik tegen mezelf zeggen ok, ik doe mee. Ik wil ook een geweldige relatie met eten creëren. Maar wat is dat dan eigenlijk? En door het in deze les met je te bespreken en je een idee te geven van wat mogelijk is, hoe ik dat indertijd voor mezelf heb ingekleurd en hoe de mensen in mijn programma het vaak voor zichzelf inkleuren, kan ik je alvast een idee daarvan geven en het daarmee voor je tot leven brengen. En zodra het voor je tot leven komt en jij die stip aan de horizon ziet en daar ook iets positiefs bij voelt, aantrekkingskracht bij voelt, ja, dan merk je dat er iets op gang komt. Dan merk je dat het kan gaan stromen. Dus laten we kijken of we dat in deze les voor je aan kunnen zetten.
Toen ik wist wat ik niet meer wilde. Ik wilde niet meer obsederen. Ik wilde niet meer eindeloos aankomen en afvallen. Ik wilde van die onrust in mijn hoofd af en ik wilde slank worden om het ook te blijven. Toen ik daar een eerste beeld bij kreeg, ben ik gaan inventariseren. Ok, wat is dan voor mij belangrijk? Waar koers ik op? En je kan dit vergelijken, het is misschien heel makkelijk voor je om het op die manier te benaderen met een liefdesrelatie. Nadat je als tiener of misschien als adolescent een eerste paar relaties hebt gehad, misschien ook een al wat langere relatie hebt gehad waar je uiteindelijk uitkwam en jezelf beter door had leren kennen. En je wist. Weet je wat ik belangrijk vind in een relatie? Eerlijkheid, want dat was er niet. Of respect of niet inzakken met elkaar, niet in een sleur belanden met elkaar, maar leuke dingen blijven doen en daar moeite voor doen. Je bent uit die relaties gekomen en je hebt jezelf in die relaties, in die ervaringen van die relaties beter leren kennen. En daarmee, als je erop bent gaan reflecteren, heb je jouw waarde ontdekt. Wat vind ik belangrijk in een relatie? Wat zijn voor mij de randvoorwaarden? Wanneer voel ik me fijn en lekker? Wanneer ben ik blij met die relatie? Wanneer ben ik trots op die relatie? Welke elementen spelen daar een rol in? En als je daar op reflecteert en het net ophaalt als het ware naar die relaties, dan kun je zien: dit zijn de dingen die ik belangrijk vind. Dit zijn de dingen die er voor mij toe doen en dit zijn de dingen die ik niet wil.
En binnen diëtiek kijk je ook naar wat je niet wilt en dat overgewicht is wat je niet wilt. Of die eetbuien is wat je niet wil. Dat braken is wat je niet wilt. Het obsederen is wat je niet wilt. Altijd te veel eten. Als je dan eet is wat je niet wilt, maar weten wat je niet wilt, informeert nog niet wat je dan wel wilt. En op weten wat je niet wilt kun je geen aantrekkingskracht creëren, want dan ontstaat er alleen maar een vacuüm. Dit is waar ik last van heb en dit is wat ik niet meer wil. Maar het kleurt niet in, nog niet wat je dan wel wilt. Dat vraagt wat aandacht van je. En hier in deze les wil ik daar met je naar kijken. En toen ik mezelf die vraag stelde en ik zag mmm ik blijf wel steeds duwen en vechten tegen wat ik niet meer wil, maar wat wil ik dan wel? En hoe kan ik daar aantrekkingskracht op creëren? Wat maakt het aantrekkelijk voor mij om dat te gaan verzamelen en tot leven te wekken? Toen ik mezelf die vragen stelde toen kon er iets gaan stromen en kon ik daar ideeën over krijgen.
En een van de dingen die ik zag waar ik jarenlang in had gezeten was alles of niets gedrag. Of ik was op dieet en obsessief aldoor bezig. Ongeduldig bezig met kijken naar wat die weegschaal aan het doen was en hoe het met eten ging en of mijn kleding al losser zat. En bijhouden hoe het gisteren en eergisteren met eten was gegaan en hoe ik het dan morgen en overmorgen ging doen. En als ik daar eenmaal mee was gestopt omdat het me uitputte en helemaal niet fijn was om te doen. Dan schoot ik helemaal door naar de andere kant. Laat maar, ik kan het ook niet. Dat lukt me toch niet? Ik word alleen maar zwaarder. Ik krijg alleen maar eetbuien hiervan, want op de een of andere manier bouwt er zich een spanning op. Ik wist dat alles of niets gedrag. Dat wil ik niet meer. En hoe kan ik dit voor mijzelf definiëren? Wat wil ik dan wel? En wat ik zag was dat ik als ik aan het afvallen was, ik dit direct tot een project maakte. Een project waar ik obsessief mee bezig was en mijn gedachten waren continu met dat project bezig. En toen ik zag dat ik dat niet meer wilde en maar afvroeg: maar wat wil ik dan wel? Zag ik dat waar ik eigenlijk naar verlangde, was het mij eigen maken van routines van zelfzorg waar ik niet mee bezig was, tenzij ik honger had. Als ik honger had, als ik honger kreeg, als mijn lichaam om voedsel vroeg, dan was het dat het moment waarop het onderwerp eten aan de orde was en daarbuiten niet.
Ik ontdekte hierdoor dat ik graag wilde samenwerken met mijn lichaam en mijn lichaam de leiding geven. Hoe fijn, hoe fijn om ontzorgt te zijn. Niet meer over eten na te hoeven denken en tegen mijn lichaam te zeggen: hier alsjeblieft. Regel jij het. Als je honger hebt, ben ik er voor je. Zorg ik voor je. Vraag ik aan je: wat heb je van me nodig? Waar heb je behoefte aan? En zodra je dan verzadigd bent dan zijn we weer klaar, zijn we klaar met elkaar en kan ik weer overgaan tot de orde van de dag. Die ontzorging, daar had ik nog wat werk voor te doen voordat ik dat had geregeld. Omdat mijn brein erg verslaafd was geraakt aan obsessie, verslaafd was geraakt aan aldoor nadenken over hoe het allemaal beter ging worden en waarom ik nu nog een probleem had en daar lekker eindeloos over willen rumineren. Lekkere lange analyses over loslaten en mijzelf triggeren en mezelf dopamine hits bezorgen door aldoor na te denken over hoelang het ging duren voordat er zoveel kilo af zou zijn.
Dus alles of niets gedrag wilde ik niet meer en wat ik daarvoor in de plaats wilde was een fijne samenwerking met mijn lichaam waarin ik ontzorgd werd en eten niet meer een continu onderwerp van gesprek was in mijn hoofd en mijn gewicht ook niet langer continu een onderwerp van gesprek was in mijn hoofd.
Wat ik ook wilde was ruimte voor mijn menselijkheid. En dat betekent ruimte voor imperfectie. Door de diëten die ik had gevolgd had ik mijn relatie met eten heel zwart wit gemaakt. Ik deed het goed of ik deed het fout. De dag was goed gegaan of ik had de dag verpest. Het was goed gegaan of het was misgegaan. En die woorden, die taal en die manier van denken. Zo zwart wit denken veroorzaakte spanning en ik merkte dat ik nooit lang aan mijn eigen verwachtingen daarin kon voldoen. Omdat die verwachtingen uitgingen van perfectie. En wat ik kon zien, door eten te zien als iets waar ik een relatie mee heb, was dat ik van die relatie perfectie verwachtte. Terwijl ik kon zien dat in alle andere relaties in mijn leven ik geen perfectie eiste en die relaties juist soepeler waren, fijner waren, liefdevoller waren en ook succesvoller waren. Juist omdat er geen perfectie werd geëist. En toen ik dat zag, toen voelde ik aantrekkingskracht en dacht ik mmm, dus als ik imperfectie, als ik ruimte voor imperfectie inbouw in mijn relatie met eten, dan kan ik ontspannen. Dan kan ik liefde en plezier gaan voelen in die relatie En dat riep in eerste instantie angst op omdat ik zo geconditioneerd was om iets mis te noemen, fout te noemen, verpest te noemen. Het is m’n brein en m’n hele wezen eigenlijk veranderde direct van gemoedstoestand als het was verpest als het mis was gegaan, maar ik zag dat ik dat zelf had gecreëerd.
Ik had dat die lading gegeven, maar dat bestond natuurlijk alleen maar in mijn hoofd. Het idee van verpest dat idee van mis. En door die lading eraf te halen, kon ik ineens zien dat imperfectie helemaal geen probleem is en dat imperfectie niet leidt tot verwaarlozing. Eindeloos blijven eten alsof er geen einde aankomt. De ene eetbui na de andere krijgen. Altijd twee, drie keer opscheppen, overal ja tegen zeggen, altijd alles willen hebben en dan eindeloos blijven aankomen. Dat was wat ik ooit had gekoppeld aan het idee van misgaan. Oh jee, daar ga ik. Ojee, daar ga ik. En hoeveel dagen gaat het duren voordat ik mezelf weer op de rit heb? En ik weet dat als jij dit herkent, dat je precies weet over welk patroon ik nu praat. En wat ik tegen je wil zeggen is dat dit een compleet mentale constructie is. Het heeft niets te maken met de macht die eten over je zou hebben. Het heeft niets te maken met het idee dat er iets mis zou zijn met jou. Echt niet. Dit is volledig zelf gecreëerd, geestelijk, mentaal, zelf gecreëerd. En door je te gaan richten op een fijne relatie met eten waarbij ik je nu aanreik. Hey, weet je dat imperfectie echt fantastisch werkt? Je wordt zo slank op imperfectie. Je gaat zo ontspannen op imperfectie omdat er geen drama volgt als je een keer iets te veel hebt gegeten. Als je een keer iets eet waarvan je achteraf denkt van oh wacht even, het was gebeurd voordat ik er erg in had, maar eigenlijk is het niet wat ik wil. Eigenlijk was het eten wat ik daar deed het soort eten wat ik liever niet meer wil doen. Zonder drama, zonder verpest en niet goed gedaan. Of het ging mis. Heeft het die lading niet. En dan kun je veel gemakkelijker je gedrag veranderen. Veel gemakkelijker.
Er is ruimte voor imperfectie. Ik wilde een relatie met eten creëren met daarin ruimte voor imperfectie. En ik ontdekte dat dat is als een jas die gewoon heerlijk zit. Ken je zo’n jas..haha..Da’s mijn lievelings jas. Die zit heerlijk, die zit niet te strak. Ik zit niet in een keurslijf helemaal ingesnoerd, maar hij zit ook niet zo ruim dat ik er in verzuip. En dan is het te strak hier de metafoor voor obsessie en perfectie en te ruim is verwaarlozing. Nee, die jas die perfect zit, die helemaal bij jou past. Op maat gemaakt. Dat is een imperfecte jas, heb ik ontdekt voor mezelf. Die ruimte laat voor m’n menselijkheid. Zo fijn. In een geweldige relatie met eten laat ruimte voor je menselijkheid. Een andere wens die ik had was dat ik zag dat mijn gevoelens, mijn gevoelsleven, volledig vervlochten was geraakt met eten. Elke emotie was aanleiding om even iets te eten te pakken. Dat was in de loop der jaren zo gegroeid en ook zeker in reactie op de strenge diëten die ik had gevolgd. Want als er dan een keer iets te vieren viel, als er dan een keer iets werd getrakteerd en aangeboden dan was dat die gelegitimeerde uitzondering op mijn dieet.
En zo leerde ik om altijd direct alles wat aangeboden werd, alles wat ik een uitzondering kon noemen, te gebruiken als excuus om te mogen eten. En dat was een heel eigen leven gaan leiden. Dus ik zei tegen alles altijd ja. En daarbij had ik mezelf aangeleerd want dat was ook zo gegroeid in de strenge diëten die ik had gevolgd. Dat er momenten waren waarop ik last had van stress, last had van onzekerheid, last had van overprikkeling of oververmoeidheid of van verdriet. Of van de naweeën van spanning van een conflict, iets dergelijks. Kortom, een gevoel van ongemak. Dat was altijd de dag waarop het me dan niet langer lukte met dat dieet. En dan overat ik omdat ik mezelf op dat moment vertelde ja, maar zo kan ik het niet. Nu hou ik het niet langer vol. En in die jaren van lijnen en het verpesten, lijnen en het ging mis, was m’n brein gewend geraakt om aan al die emoties eten te koppelen, of ik nou honger had of niet. Als ik mij verveelde, at ik. Als ik ergens tegenop zag, dan at ik. Als ik helemaal opgelucht was dat iets was gelukt, dan at ik. Als ik trots was dat iets was opgelost, at ik. Als jij op bezoek kwam, at ik..haha..En ik verlangde naar een relatie met eten waarin ik niet continu at en het leek me zo fijn om mijn gevoelsleven en eten uit elkaar te kunnen halen. En iemand te zijn die al die emoties kan voelen zonder dat ze direct mij aan eten doen denken, zonder dat ze mij direct naar eten doen verlangen. En mijn definitie van een geweldige relatie met eten was dat ik al mijn emoties kon voelen zonder dat ik direct naar eten verlangde. Het leek me heerlijk, waardoor een gevoel weer echt op zichzelf stond. Zonder dat extra laagje van: en nu wil ik ook nog eten en ga ik nou nou wel doen of ga ik dat nou niet doen? Ik wilde dat gevoelens weer op hunzelf, op zichzelf konden staan en dat mijn relatie met mijn gevoelsleven daarmee op zichzelf stond en onbelast was. En voor mij betekende dus een geweldige relatie met eten. Een relatie waarin ik emoties en eten uit elkaar had gehaald en in de bioscoop kon zitten en genieten van een fantastische film zonder dat ik gemis voel als ik daar dan geen popcorn bij heb. Ik kan ervoor kiezen om naar de film te gaan en popcorn te eten, maar ik wilde ook iemand kunnen zijn die zegt ja, nu niet. Nu heb ik daar geen behoefte aan, heb ik daar geen zin in. Ik wil lekker genieten van de film, maar daar hoeft niet bij gegeten te worden. Die vrijheid, die onafhankelijkheid, die wilde ik voelen. En ik wilde dat als jij bij mij op bezoek zou komen en je hebt iets meegenomen, boterkoek of weet ik wat chocoladebrokken, een zelfgebakken cake of iets hartigs, wat dat ook is, dat ik dat op een prachtige schaal tussen ons in zou kunnen leggen en hele avond met je kletsen en dat het daar gewoon staat zonder dat het continu aan mij trekt. Die vrijheid wilde ik voelen en die wist ik, zag ik, die kon ik voelen zodra ik emoties en eten uit elkaar had gehaald. En het is zo’n fijn gevoel. Eten kan de hele tijd op tafel staan. Ik kan erbij zijn, ik kan het zien, ik kan het ruiken, ik kan het horen. Het is er, ik zie het jou eten en het trekt niet aan mij. Hoe fijn is dat?
Wat ik ook wilde was vrij zijn van suikerverslaving. En ik gebruik het woord verslaving eigenlijk nooit, omdat ik weet dat iedereen zo z’n eigen associaties heeft bij verslaving. Bij verslaving, dan heb je therapie nodig. Verslaving, daar kom je nooit echt helemaal vanaf. Verslaving is iets waar je jaren over doet om van los te komen, wat het ook is. Als je een verhaal in je hoofd hebt over wat verslaving betekent, dan is het nog maar de vraag of die term je helpt. Maar ik kon heel duidelijk zien dat mijn brein heel gevoelig op snelle suikers reageert. En hoe meer ik pure suiker eet, iets eet waar veel suiker in zit, hoe gemakkelijker mijn brein onthoudt: oh ja, dat zullen we dat nog een keer doen. Zullen we dit nog een keer eten? En ik weet inmiddels dat er, een mooi toepasselijk woord sweet spot is, waarin ik prima dingen kan eten waar heel veel suiker in zit zonder dat het een probleem voor me wordt, zonder dat het uit de hand loopt en z’n eigen leven gaat leiden. En dat wilde ik zo graag. Ik wilde een relatie met eten waarin suikerrijk eten geen probleem voor me zou zijn en ik precies zou weten: wat is mijn sweet spot, hoe vaak, hoe veel kan ik dit eten? Kan ik hier van eten zonder dat het een eigen leven gaat leiden? En ik kwam erachter dat die sweet spot er wel degelijk is en ik zie bij mijn klanten dat die sweet spot er ook is, ook voor hen. Ook als ze ervaring hebben in het verleden hebben gehad met: oh, als ik daar eenmaal aan begin, weet ik niet meer van ophouden. Ze ontdekken op een goed moment dat veel van dat ik kan er niet meer mee ophouden, ook opnieuw een mentale constructie is. Iets wat je zelf creëert met je gedachten die je denkt, met de gedachte die je kiest.
Genotzuchtig worden van suiker is reëel. Je brein herkent: dit is waardevol materiaal. Hier zit heel veel energie in. Dus je brein licht op en zegt: doe nog is, eet daar nog wat van. En het ene brein doet dat meer intensiever dan het andere brein. En vaak zie ik dat bij hele sensitieve personen dit inderdaad krachtiger wordt gevoeld, intenser wordt beleefd. Ik heb zelf ook een sensitief systeem. Ik beleef dat ook intens, maar er is een sweet spot waarin dat voor mij geen spin off heeft. En dat heeft absoluut te maken met jezelf goed leren kennen, je lichaam goed leren kennen en die mentale belasting, daar waar je zelf die genotzucht mentaal creëert, in je gedachten creëert met alleen al de gedachte al als ik daar eenmaal aan begin, dan kan ik niet meer stoppen. Dat kun je oplossen, dat kun je oplossen en daarmee kan je jouw sweet spot vinden en hoef je niet te kiezen tussen nooit meer dat soort voedsel eten of tegen jezelf zeggen: ja, als ik het eet dan ben ik de weg kwijt en dan is er geen houden meer aan. En ik wil ook niet helemaal zonder dat eten, dus ik laat het maar gebeuren.
Een geweldige relatie met eten voor mij, is een relatie waarin ik die sweet spot ken en daar heel fijn en ontspannen mee om kan gaan. En dus wel degelijk als ik dat zou willen in een restaurant, sticky toffee cake kan eten of een prachtige cheesecake kan eten. Waar zit het nog meer in als het om hartige eten gaat, pizza kan eten zonder dat ik daar dagen in blijf hangen of zonder dat ik het gevoel heb dat ik daar geen maat mee kan houden. Of dat alleen met heel veel wilskracht kan.
Binnen een fijne relatie met eten, weet je precies hoe je in comfort jouw sweet spot, inneemt. En dat is weer dan die jas die zo lekker zit. En dat idee, dat oefende op mij aantrekkingskracht uit.
De samenwerking met mijn lichaam heb ik al genoemd en ik denk dat het resultaat van wat ik hier wilde. Niet langer in alles of niets gedrag zitten, maar een hoofd hebben wat niet meer met eten bezig is, als ik geen honger heb. als het onderwerp eten niet aan de orde is. Een relatie met eten hebben die als een jas is, die heerlijk zit en daarmee ruimte laat voor imperfectie. Emoties en eten uit elkaar kunnen houden en halen waardoor eten om mij heen kan zijn, eten voor mij kan staan zonder dat het altijd aan mij trekt en dus datgeen probleem er voor mij is en ik mijn sweet spot ken en precies weet hoe vaak ik suiker kan eten. Als ik zeg hoe vaak dan is dat puur op gevoel. Het is niet iets wat ik hoef te tellen of bij te houden of hoef af te wegen. Het is iets wat ik van binnen namelijk gewoon kan voelen. Ik weet precies hoe vaak ik dat soort producten kan eten als ik dat zou willen, zonder dat het een eigen leven gaat leiden en een probleem voor me is. Dus ik wilde mijn sweet spot kennen. Eten en gevoelens uit elkaar halen, ruimte voor imperfectie. En m’n lichaam de leiding geven en het resultaat daarvan, het resultaat van die fijne relatie met eten is dat ik me helder voel en licht voel en energiek voel, goed kan slapen en in een lichaam woon wat onbelast is. Wat soepel is en helder is en alert is. Ik vind het heel waardevol. Ik vind mijn lichaam heel waardevol en ik wil er graag oud mee kunnen worden op een manier die goed voelt. Ik wil me mobiel voelen en slank zijn gaat daar voor mij mee samen. Een onbelast lichaam. En ik wilde ook een onbelaste geest. Ik wilde geen strijd met eten ervaren. Ik wilde niet dat eten iets was waar ik mij zorgen om maakte of over piekerde. En daarmee blij zijn met mijn routines van zelfzorg. Blij zijn met de manier waarop ik dat voor mezelf had ingericht, met zorg en liefde had ingericht. En ruimte voor flexibiliteit zodat onverwachte situaties geen probleem zijn.
Toen ik nog in perfectionisme zat, in dieetmentaliteit zat, in probleem denken zat waren onverwachte situaties waar in ik mijn routine moest loslaten heel bedreigend. Oh jee, maar ik kan daar dan niet, kan ik mijn blender niet meenemen..haha..Ik moet het helemaal op mijn manier kunnen doen. Want als ik het niet op mijn manier kan doen, dan gaat het helemaal mis. Dat. Dat wilde ik niet. Ik wilde ruimte voor flexibiliteit waarin ik onder elke omstandigheid waarin ik mogen mijn routines tijdelijk los zou laten, helemaal mijn weg kon vinden. En dat was voor mij een geweldige relatie met eten en ontspannen relatie met eten. En het resultaat is een onbelaste geest en een onbelast lichaam.
Een slank lichaam wat sprankelt, wat veel energie heeft, wat levenslustig is en een geest die niet met eten bezig is en niet aldoor met mijn gewicht bezig is. En dat die stip aan de horizon, dat was mijn kompas. En misschien heb je nu dingen gehoord waarvan je denkt oeh, ja, doe mij daar wat van, dat past wel bij mij. Nou, dan is mijn workshop van 23 december een prachtige start. Mijn Winter Wonder Weight Loss Magic workshop. Die geeft hier een prachtige introductie in en meer dan een introductie, want ik ga ook met je workshoppen en je gaat daar daadwerkelijk wat doen en ik geef je daar een werkboek. Ik geef je daar een werkboek voor. Dus kom erbij!
Meld je aan via mijn website etenslessen.com en ga naar het gratis e-book wat je kan downloaden of naar mijn wachtlijst. En dan zie ik je de 23e. Ik ben er volgende week weer en ik zie gauw. Bye.