‘Ik ben er dag en nacht mee bezig’ is de klacht die ik, naast overgewicht, het meest te horen krijg. Het zijn de gedachten die je dagelijks over eten hebt. Wat je gisteren hebt gegeten, vandaag mag eten, al gegeten hebt, niet had moeten eten en hoe je dit gaat compenseren.
Je wordt moe van jezelf en gek van deze gedachten. Je wilt ze stoppen, maar weet niet hoe. Als jij dit bent, is dit de les waar je op hebt gewacht. Ik laat zien wat de oorzaak van deze gedachten is, hoe je voorgoed een einde maakt aan dit gedachtenpatroon en het vervangt met iets dat zoveel beter voelt.
Deze aflevering schijnt het licht op iets wat ik een ‘verborgen dieet’ noem. Ik leg uit wat ik daarmee bedoel en hoe je een einde maakt aan dit dieet. Mis deze aflevering niet.
Hoe gaat het? 153 afleveringen. En ik wil even stilstaan bij het feit dat 153 afleveringen lang, Bob, mijn man alles draagt van Etenslessen wat achter de schermen zit. De techniek. Het editen van de podcast, het online programma, het klantcontact, waarbij hij iedereen helpt om de weg te vinden in het online programma. Er zijn net een heleboel nieuwe mensen ingestroomd en hij heeft een eindeloos geduld voor iedereen. Hij kan heel goed uitleggen en ik hou van hem. Ben hem zo dankbaar en zo blij voor deze man in mijn leven. Hij is zo toegewijd, zo loyaal, zo leuk om mee te werken. Ik vind hem zo grappig. En ja, ik vond tijd dat dat een keer gezegd werd. Ben zo blij met hem en mijn klanten ook. Soms krijgt ie ook speciaal berichtjes omdat ie bedankt wordt voor de hulp die hij biedt. En uh ja, hij is geweldig.
Vandaag ga ik het met je hebben over er dag en nacht mee bezig zijn.
Als je zegt: oh, dat ben ik. Ik ben er dag en nacht mee bezig. Eten en mijn gewicht ben ik continu mee bezig. Ik word er gek van en ik wil dat dat stopt. Dan is deze les voor jou. En ik hoor je. En ik ben daar ook geweest. Ik weet precies wat hier speelt en laten we het uitpakken zoals ik het ook wel vaak noem en hier door een vergrootglas naar kijken.
Als je er dag en nacht mee bezig bent dan word je heel erg moe van jezelf en je weet gewoon niet hoe je uit dit patroon kan stappen. En wat ik je hier als eerste wil aanreiken is de suggestie dat je misschien als ik het aan je vraag zegt dat je niet op dieet bent, maar mogelijk ben je hier op een verborgen dieet. En wat ik daarmee bedoel is dat ondanks dat je geen menuplan volgt of levensstijl dieet volgt, heb je wel continu commentaar in je hoofd aanstaan met allerlei regels over wat wel mag, wat niet mag, wanneer je het goed doet, wanneer je het niet goed doet. Wanneer je het verpest hebt, waar je van aankomt en waar je van afvalt. En dit is in reactie op alles wat je jezelf ooit hebt verteld, over wat goed en fout is en mag en niet mag en waar je van aan komt en waar je van afvalt. En je weet niet hoe je het volume van deze knoop naar beneden draait.
En als we daarnaar kijken. Het idee van een verborgen dieet. En je ziet dat je elke dag opnieuw op dat verborgen dieet zit. Elke dag opnieuw heb je last van al die regels in je hoofd. Al die bepalingen. En je afvraagt: waarom denk ik dat ik die nodig heb? Waarom denk ik dat ik dat verborgen dieet nodig heb? Waarom circuleren die gedachten over waar ik vandaan kom en afval en wat ik mag en wat ik niet mag, wanneer ik het verpest en wanneer ik het goed doe? Waarom circuleren die door m’n hoofd? Waarom houdt mij dit zo bezig? Interessant hé, om daarbij stil te staan. Waarom houdt dit mij eigenlijk zo bezig? En als je ze op een grote hoop veegt, al die gedachten, dan kun je zien dat daar een verlangen boven zit. Een verlangen boven hangt. Een gedachte boven hangt die misschien de volgende is: ik wil het vandaag goed doen. Ik wil vandaag zo graag normaal eten. Ik wil vandaag zo graag normaal met eten omgaan. Ik wil vandaag niet overeten. En waarschijnlijk heb je iets, langs de lijn van deze gedachten, s ochtends bedacht, vaak gebeurt dat nadat je je hebt herinnerd hoe het gisteren met eten ging of het je gisteren lukte om je verborgen dieet te volgen. En dan wil je dat je dat vandaag weer lukt. En als het je gisteren niet is gelukt om je verborgen dieet te volgen, dan wil je vandaag dat het je wel lukt. En dus begin je de dag met: ik wil het vandaag goed doen. Ik wil vandaag normaal met eten omgaan. Ik wil vandaag niet overeten.
En hoe voel je als je die gedachte denkt? Als ik met die gedachte opsta: ik wil het vandaag goed doen. Ik wil vandaag normaal met eten omgaan. Ik wil vandaag niet overeten. Dan roept dat spanning op. Spanning of onzekerheid.
Ik ben benieuwd wat jij erbij voelt als jij deze gedachten hebt: ik wil het vandaag goed doen. Oké. Spanning of onzekerheid zijn vibraties in je lichaam, een gevoel in je lichaam. En hoe vertaalt zich dat? Hoe ziet dat eruit? Wat doe je ermee als je die spanning voelt van het goed willen doen? Van normaal met eten omgaan?
Wat je ziet is dat dat verborgen dieet opplopt. Want wat heb je dan nodig om het goed te doen? Oh, dan eet je dit wel en dan eet je dat niet, dan eet je daar niet te veel van. Of dan begin je pas met eten als. Dan blijf je hier nu vandaag van af. En als je vanmiddag op bezoek gaat bij die, dan eet je dat niet. Zie je? Het komt direct boven drijven zodra je in spanning zit rond eten. Zodra je onzeker voelt over het goed kunnen doen. Normaal kunnen doen, niet overeten. En het plopt dus op omdat je jezelf hier langs een lat legt van goed of fout. Verpest of geslaagd.
En de vraag is natuurlijk hoe je daar uitkomt. Wat kan je hier nu mee doen als je daar niet in terecht wil belanden? Als je niet wilt rumineren over wat je wel en niet gaat eten. Als je niet dat verborgen dieet wilt activeren. Dan wil je natuurlijk in de eerste plaats de bron van dat verborgen dieet, die gedachten die de aanleiding is die de spanning en de onzekerheid voor je heeft geactiveerd, die wil je kunnen zien. En dat is dus hier, in dit geval, in dit voorbeeld de gedachte: ik wil het vandaag goed doen. Ik wil vandaag normaal eten. Ik wil normaal met eten omgaan. En wat kan je daarmee doen met die gedachte? Als je ziet dat die gedachte spanning en onzekerheid veroorzaakt en van daaruit rumineren over wat je dan wel gaat eten of niet gaat eten? En wanneer je het dan hebt verpest of goed hebt gedaan, kun je zien: deze gedachte heeft geen toegevoegde waarde. Deze gedachte helpt me niet. Deze gedachte haalt absoluut niet het beste in mij naar boven. Dit is niet hoe ik mijn dag wil starten. Met ‘ik wil vandaag normaal met eten omgaan.’ Je kan ook voelen dat er in die zin zelf al dat drama besloten ligt.
Ik wil vandaag normaal met eten omgaan, want meestal doe ik dat niet. Of de kans is groot dat ik dat niet doe. Ik wil het vandaag goed doen, want meestal doe ik dat niet. Of ik riskeer dat ik dat niet doe? Is dat waar ik de dag mee begin? Mijzelf eraan helpen herinneren dat ik vaak niet normaal in mijn eigen ogen niet normaal met eten omga, dat ik het vaak fout toe in mijn eigen ogen, wil ik daar maar een dag mee starten? Nee!
Het is zo belangrijk dat je dat verband ziet dat dat verborgen dieet opplopt zodra je jezelf onzeker maakt en gespannen, met dit soort gedachten.
En wat ik heb ontdekt om daar verandering in te brengen, is dat je die gedachten niet op commando niet meer kan denken. Ik probeerde het soms via meditatie. Uitgebreid zitten we op een kussen. De tijd nemen, mezelf stil maken, afstand nemen, mijn gedachten alleen nog maar observeren en in die positie, op m’n kussentje, op m’n meditatie kussentje, kon ik die stilte en die mindfulness creëren en activeren. Maar eenmaal uit de meditatie, weer rond lopen door m’n huis, kwam het weer bij me terug. Stik, waarom gebeurt het nou! Moet ik weer terug op dat kussentje. Ik kan toch niet de hele dag mediteren. Wat ik dus nodig had, wat ik moest gaan leren was hoe kan ik gewoon, terwijl ik door m’n huis rondloop, dat verborgen dieet niet activeren?
En wat ik ontdekte is dat ik zo’n gedachte als ik wil vandaag normaal met eten omgaan. Ik wil het vandaag goed doen dat ik die niet op commando niet kon denken. Ik kon die gedachte alleen vervangen. Ik kon alleen besluiten om andere gedachten te gaan kiezen en mezelf daarmee te begeleiden naar een ander spoor.
En een ander spoor vind je op het moment dat je een vraag stelt aan jezelf die je dat spoor in helpt en een hele effectieve vraag is: hoe wil ik me voelen? Hoe wil ik me vandaag voelen? Voel je dat je daarmee een hele andere opening creëert dan ‘vandaag wil ik normaal met eten om me gaan.’ Hoe wil ik me vandaag voelen? Ok, dan start je een andere conversatie met jezelf. Een conversatie die geen spanning of onzekerheid activeert. Als ik jou vraag: hoe wil je vandaag voelen? Hoe wil je voelen? Dan voel je waarschijnlijk een openheid en uitnodiging en niet direct spanning en onzekerheid. En hoe wil je dan voelen? Misschien is dat verzorgd. Misschien is dat geliefd. En daar kan je de conversatie dan over voeren met jezelf en op doorgaan. Ok, je wil je verzorgd voelen, je wilt je geliefd voelen en hoe zou verzorgd eruit kunnen zien? Hoe zou gelieft er uit kunnen zien?
En als je dan aan eten denkt vanuit die context, vanuit die vraag verzorgd, geliefd willen voelen. Wat zou mij vandaag voldoening kunnen geven als ik honger heb? Als ik vanmiddag wil eten. Met wat voor maaltijd zou ik mij dan verzorgd en geliefd kunnen voelen? Het is natuurlijk een totaal andere vraag. Verschilt als het dag en nacht van de vraag: wat mag ik wel en wat mag ik niet? Wanneer heb ik het verpest? Wanneer heb ik het goed gedaan?
Zolang je met dat verborgen dieet rondloopt, zal je ook vaak merken dat je de keuken in- en uitloopt. Vanuit een reactie op die spanning. Dus je hebt niet alleen last van het rumineren. Niet alleen last van dat verborgen dieet. Zal ik dan dit? Zal ik dan dat? Zal ik dan nu alvast wat nemen? Zal ik het straks nemen? Oh nee, dat kan ik beter niet nemen. En ondertussen ben je de keuken ingelopen, uitgelopen, ingelopen, uitgelopen, kastje open, voor het kastje gestaan en staan staren. Oh nee, hier moet ik niet zijn. Allemaal in reactie op die spanning en onzekerheid. Maar als je aan jezelf vraagt: hoe wil ik maar voelen? Verzorgd. Geliefd. Hoe ziet geliefd en verzorgd eruit als ik honger heb? Wanneer, stel ik ga naar een, ik noem het vaak een leuke, hippe lunchroom, want dat is iets waar ik dan blij van wordt, vind ik een leuke plek om te zijn met een mooie aankleding en een fijn design. En ik kijk op de menukaart en het zou een menukaart zijn waarbij ik echt dingen zie staan waarvan ik denk ja, dat is eten waar liefde in is gestopt. Is dit voor mij? Jee, wat klinkt dit goed zeg. Wat klinkt dit als liefdevol klaargemaakt eten.
Wanneer voel ik mij dan geliefd en verzorgd? Wat eet ik dan? Hele andere conversatie dan wanneer heb ik het goed gedaan en wanneer heb ik het verpest? Wat mag ik wel en wat mag ik niet? En daarmee omzeil je dat verborgen dieet. Je komt op een heel ander spoor. En wat dan overblijft is dat je brein gewend is om continu dat verborgen dieet op te zoeken, om te toetsen en te peilen of het goed gaat met eten, omdat daar ooit heel veel spanning op heeft gezeten. En in het loslaten van die spanning blijft dat patroon nog een tijdje aan je kleven. Het moet nog doven. Het is nog zo gewend, je oerbrein is nog zo gewend dat dit iets heel belangrijks is. Iets bedreigend wat goed in de gaten gehouden moet worden. En dus als dat nog een tijdje bij je blijft, dan heeft ook dit aandacht nodig. Hoe wil ik mij vandaag voelen? Verzorgd, geliefd. Wat kan ik dan doen als dat verborgen dieet automatisch door mijn hoofd gehaald en m’n aandacht wil vragen? En denk dat het belangrijk is om aandacht te krijgen.
Dan wil ik in de eerste plaats herkennen: oh ja, dat is mijn verborgen dieet. Dat is hoe het altijd was. En ik heb dat niet meer nodig, want ik heb nu een alternatief. Ik voer nu een andere conversatie met mezelf. En als ik dat kan zien dat ik dat verborgen dieet niet wil voeden. En wanneer voed ik het als ik er in meega? Als ik dat verborgen dieet dus niet wil voeden, maar ook kan erkennen en begrijpen dat het waarschijnlijk nog wel een tijdje door m’n brein zal circuleren omdat ik mezelf ooit zo getraind heb om ermee bezig te zijn, om er bovenop te springen, om er in mee te gaan. Hoe zou ik het nog met rust kunnen laten als het voorbijkomt? Wat doe ik daar dan mee? Ik kan mezelf er aan herinneren: oh ja, ik heb de conversatie veranderd. Het is logisch dat dit nu in me opkomt, maar ik heb dit niet meer nodig. Ik hoef dit geen aandacht meer te geven. Ik heb het al aandacht gegeven. Ik heb die conversatie over wanneer ik me geliefd en verzorgd voel en wat ik dan ga eten vandaag, wat ik daarvoor in huis haal en wat ik dan ga klaarmaken, dat gesprek is al geweest, dus ik hoef daar niet naar terug. Ik richt me op m’n werk. Ik richt me op mijn huis. Ik richt mijn aandacht op iets anders, zonder mij te frustreren over het feit dat dat verborgen dieet nog wat om mij heen circuleert.
En dit hier, jezelf op deze manier begeleiden, maakt dat dit gaat slijten. Dat wat je geen aandacht meer geeft, herkent je brein als inefficiënt. Oh! Er wordt energie besteed aan het oproepen van deze gedachte, maar deze gedachten worden niet gevoed. Er wordt niks mee gedaan. Dan zijn ze ook niet belangrijk. En dan steek ik daar ook geen energie meer in. Het is alsof je brein steeds aan je komt vragen: hier, dit! Is dit nog belangrijk? Is dit nog belangrijk? Moeten we het hier niet over hebben? Is dit geen bedreiging? Dit was toch altijd een bedreiging? Kijk nog even hiernaar en kijk hiernaar. Ik hou het voor je in de gaten. Ik kom het weer, ik kom het weer bij je naar je toe brengen. En als je kan herkennen: oh ja natuurlijk. Natuurlijk doet mijn brein dat, want ik heb mezelf ooit zo getraind dat het heel belangrijk was. Ik laat het gaan. Ik voor een andere conversatie waarin ik mij verzorgd voel en geliefd voel en eten vindt in die verzorging en die liefde zijn plek. Ik vertaal die liefde naar eten, wat voor mij voelt als liefdevol klaargemaakt en dat is alles wat ik nodig heb. En als je deze conversatie de aandacht geeft en die anderen die oude conversatie niet meer beloont met je aandacht, dan gaat ie doven. En deze conversatie wordt dan uiteindelijk je nieuwe normaal en maakt ook dat je het vanzelfsprekender vindt om aan jezelf te vragen ‘hoe wil ik mij voelen’ dan jezelf er nog aan te helpen herinneren dat je het zo graag goed wil doen.
Dat je normaal met eten om wilt gaan, want normaal met eten om willen gaan geeft natuurlijk geen vorm aan je relatie met eten. Het is alleen maar een soort van waarschuwing die je jezelf aanreikt. Maar je creëert er niks mee. Je creëert in ieder geval niet mee waar je naar verlangt, namelijk die fijne, kalme, stabiele relatie met eten waarin jij je verzorgd voelt en geliefd voelt en geen last hebt van er dag en nacht mee bezig zijn. Van dat rumineren over wat je al gegeten hebt, nog gaat eten, niet had moeten eten of je aankomt of je afvalt.
Mijn klanten willen allemaal hetzelfde. Ze willen en het gewicht waar ze blij mee zijn en ze willen die rust in hun hoofd. En als laatste willen ze dat hun resultaat blijvend is en dat creëer je hier mee. Dus je verandert de conversatie met jezelf en je herkent dat zodra dat verborgen dieet opplopt en geactiveerd is dat daar een gedachte aan vooraf is gegaan die je niet helpt. Die je in de weg zit.
En die wil je als eerste stap leren herkennen, zodat je van daaruit kan begrijpen waarom je gespannen en onzeker bent geworden. Waarom je rumineert en continu denkt aan dat verborgen dieet. En nu weet je hoe je daar een andere afslag in kan nemen en een andere stap kan zetten, waar de conversatie helemaal mee verandert. En dan volg je daar binnen jouw Hongerbalans omdat je merkt dat het zo ontzettend goed voelt om te doen. En die andere vaardigheden die daar omheen hangen, zoals het voelen van emoties zonder ze weg te duwen met eten, dat is een ander stuk daarin. Maar hiermee, met deze stap pak je dit stuk op. Je verandert de conversatie en je bent er niet meer dag en nacht mee bezig. Je wordt niet meer gek van die rond circulerende gedachten over wat je al hebt gegeten en gaat eten en wanneer je het goed doet of hebt verpest. Iets om over na te denken en vervolgens iets mee te doen. Je stappen mee te zetten. Ik ben er volgende week weer en ik wens een mooie dag. Tot dan.