Als je niet weet hoe genotzucht werkt en overeet, kan je dit als een persoonlijke tekortkoming zien en een gebrek aan wilskracht. Hiermee geef je het een negatieve betekenis over jezelf. Een pijnlijk misverstand dat ik in deze les voor je uit de weg ruim.
Naar eten verlangen terwijl je geen honger hebt is een volkomen natuurlijk neurologisch verschijnsel dat niets met je persoonlijkheid te maken heeft. Luister naar de uitleg die ik hierover geef en de stappen waarmee je een verlangen naar eten domineert zodat je kan afvallen zonder dieet.
Genotzucht hoeft een geweldige relatie met eten niet in de weg te staan. Door het te normaliseren maak je het oplossen van je strijd met eten gemakkelijker. Luister naar de les en ontdek de stappen die dit voor je mogelijk maken.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 121. Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten, maar naam is Marjena Moll. Ik ben je coach en ik introduceer je graag in mijn Etenslessen, waardoor je ontdekt hoe je afvalt zonder dieet en een fantastische relatie met eten creëert. Laten we beginnen.
Hallo, hoe is het met je? Hoe gaat het? Wat fijn dat je weer luistert. Ik heb een hele fijne les voor je. Deze is echt voor jou als jij je herkent in gemakkelijk getriggerd raken door het zien, ruiken of aangeboden van eten. Als jij meteen weet: ‘Oh ja, dat ben ik. Ik ben meteen om.’ Dan is deze les voor jou en ik ga een paar dingen voor je doen. Ik ga je laten zien hoe ik je in mijn programma hiermee begeleid en zorg dat je dit kan gaan domineren, kleiner maken. Dat verlangen, dat sneller getriggerd zijn. Maar ik wil ook een ander belangrijk idee bij je neerleggen en dat is het normaliseren van dit fenomeen. Het normaliseren van genotzucht. Dus laten we beginnen
Verlangen naar eten en getriggerd raken doordat je het ziet, ruikt, aangeboden krijgt of eraan denkt, heeft niets te maken met honger. Dat is een belangrijk onderscheid. Als je honger begint te krijgen, is dat een sensatie die je waarneemt in je maagstreek. En je voelt dan al: ‘Oh, ik geloof dat ik dadelijk even moet gaan eten,’ maar het is niet meer dan een eerste signaal wat zegt: zo langzaamaan wordt het tijd om je eten te gaan regelen. Maar de hongerprikkel die je daar voelt, die nog maar net begint, is nog heel licht en komt langzaam op in een golfbeweging. Laat deze prikkel nog even een halfuurtje gaan en dan zal je zeggen: ‘ Ik begin nou wel echt trek te krijgen.’ Het verlangen naar eten waar ik het nu over heb heeft niets te maken met maaghonger en overvalt je ineens als een idee, als een ingeving. Ineens wil je eten. En je wilt eten omdat je het ziet. Je staat bij de Starbucks in de rij om een kopje koffie te bestellen en ineens valt je oog op die glinsterende vitrine. En je ziet daar wat lekkere cakejes, hapjes, dingetjes. En ineens wil je daar wat van. Je hebt met een vriendin afgesproken in een café. Je hebt helemaal geen honger. Je hebt net geluncht en zij zegt: ‘ Ik heb nog niks gegeten. Ik bestel wat.’ En ze begint op te sommen wat ze leest op de menukaart en stik…haha…Nu wil je ook wat en je gaat wat bestellen. Of je loopt door een winkelstraat en ineens ruik je de patatkraam en wil je een patatje. Dit zijn allemaal externe prikkels die het verlangen naar eten in jou kunnen aanzetten en hebben niets te maken met honger.
Wat ook kan gebeuren is dat je ineens wilt eten omdat je aan eten denkt. En dat hangt vaak samen met het hebben van een dieetmentaliteit. Als jij gewend bent om automatisch elke dag bij te houden hoe het met eten gaat, of je aan het aankomen bent of aan het afvallen bent, dan begin je vaak de dag al met het opmaken van de balans. Hoe gaat het op dit moment met eten? Wat heb ik gisteren gegeten en wat betekent dat voor vandaag? En dan begin je vaak de dag automatisch met maken van afspraken met jezelf over wat je niet mag eten of waar je niet te veel van mag eten. En die restrictieve afspraken die je daar met jezelf maakt, die sluimeren onbewust onder de oppervlakte in je hoofd en zetten een verlangen naar eten aan. Ze zetten een spanningsveld met eten aan. En tegen de tijd dat jij net hebt bedacht ‘volgens mij ga ik deze dag misschien wel halen. Het is goed gegaan met de lunch,’ staat ineens dat verlangen in je aan en overeet je. En hier is dat een reactie, is dat verlangen wat je voelt, die genotzucht die je voelt, een reactie op dat restrictieve denken.
Wat je ook kan herkennen is dat er bepaalde tijden of plaatsen zijn waarop je altijd zin in eten krijgt, bijvoorbeeld ‘s avonds op de bank of als je net thuiskomt uit je werk. En hier speelt conditionering een rol. Hier is conditionering de oorzaak, omdat je eerder, hier, op die plekken en tijden bent gaan eten zonder dat je honger had, herkent je brein die tijden en plekken als de kans om te kunnen eten. En dit deel van je brein vindt die kans altijd belangrijk en vindt eten altijd een goed idee, dus daar voel je ineens een verlangen naar eten.
Dus het zien, het ruiken. Het aangeboden krijgen, eraan denken of in reactie op conditionering en naar verlangen zijn allemaal triggers voor je. En wat heb je hier nu tot nu toe mee gedaan?
Meestal hebben we drie strategieën. De eerste strategie is dat je probeert om dit verlangen te onderdrukken. Dus je voelt het opkomen en je denkt ‘nee, nee, ik doe het niet, ik doe het niet. En wat gebeurt er meestal in reactie daarop? Dat zal je gemerkt hebben. Het verlangen wordt alleen maar groter. Genotzucht die je probeert te onderdrukken wordt sterker. En zelfs als het je op dat moment lukt om er niet aan toe te geven en je echt puur op wilskracht die genotzucht bedwingt, dan gaat het als het ware op de loer liggen. Wachten, wachten, wachten totdat jij een zwak moment hebt van vermoeidheid, overprikkeling en bam! Het komt bij je terug en je hebt het nakijken. Je eet. En wat je dan vaak herkent is dat het lijkt alsof het in dat wachten, in de luwte liggen wachten op een moment van zwakte bij jou, het nog steeds ook sterker is geworden. Dus dat eerste moment waarop je het onderdrukte op wilskracht, daar ben je aan voorbij gekomen, maar in de luwte is die genotzucht verder gegroeid. En nu, in dat zwakke moment, voelt het alsof er een bom barst.
Dus genotzucht onderdrukken is een strategie die niet werkt. Het is alsof je tegen je eigen brein vecht en het put je uit.
Wat je waarschijnlijk ook geprobeerd hebt, is om genotzucht te vermijden. Dat is die verjaardag waar je niet naar toe bent gegaan omdat je dacht ‘ja, ik weet nu al waar dat heen gaat. Ik wil die taart niet en als ik er heen ga, dan wil ik die taart wel. En dan zie ik het en dan ruik ik hem en dan krijg ik hem aangeboden. En dan krijg ik misschien ook opmerkingen als ik hem afslaat van je bent toch niet op dieet? Gaat me niet lukken. Ik ga gewoon niet naar die verjaardag.’ Maar wat je daar van gemerkt zal hebben, is dat je mogelijk thuis bent gaan overeten omdat het idee van die taart al in je hoofd zat en je die voor je gevoel hebt laten schieten. En die taart die je bent misgelopen is een trigger waardoor je nu overeet en dan achteraf soms kan denken ‘was ik dan maar gewoon naar die verjaardag gegaan. Had ik nog een gezellige middag gehad en lekker stukje taart gegeten. Nu heb ik een soort van eetbui gehad met eten wat ik niet eens echt lekker vond.
En daarbij is het vermijden van triggers natuurlijk ook iets wat je sociale leven klein maakt. Je spreekt niet met die vriendinnen af, je gaat geen koffie drinken, je gaat niet naar de verjaardag, je slaat die borrel over en dat is iets wat je op de lange termijn niet leuk vindt. Het is niet wat je wilt. Jouw wereld klein maken.
En de derde strategie die vloeit meestal voort uit moedeloosheid en dat is dat je, zodra je dit verlangen voelt, genotzucht voelt, er maar aan toegeeft zodat je het gehad hebt. Klaar. Je zit op de bank. Iemand, een huisgenoot van je is in de keuken aan het rommelen. Ineens hoor je een zakje opengaan. Je hoort iets ritselen, er wordt eten gepakt. Jij voelt onmiddellijk. Nu wil ik ook en je denkt ‘oké, laat maar’. Wil je ook? ‘Ja’: zeg je zodat je die prikkel niet hoeft te weerstaan, dat verlangen niet er onder hoeft te proberen te houden en je de ervaring hebt dat je dat toch niet lukt. En het vervelende hiervan is dat je natuurlijk niet kan afvallen, want je eet altijd op het moment dat je dit verlangen ineens voelt. En het belonen van die prikkel houdt de prikkel ook in stand. Het belonen van genotzucht houdt genotzucht in stand.
Dus alle drie deze strategieën werken niet voor je. Wat ik nu voor je zal doen, is je vertellen hoe je dit toch kan oplossen. Hoe je verlangen, genotzucht kleiner kan maken en domineren. Je kan het niet onderdrukken, maar je kunt het wel kleiner maken en dan domineren. En ik ga je zo vertellen hoe ik je dat in mijn programma leer.
Maar wat ik eerst voor je wil doen is het volgende. Als je vaak geprobeerd hebt om genotzucht te onderdrukken op wilskracht en daar in gefaald hebt, het hebt verloren als het ware, dan kan je dat de negatieve betekenis over jezelf geven. Je kan dan gaan geloven dat het jou aan wilskracht ontbreekt. Dat jij te weinig zelfbeheersing hebt en dat je een veelvraat bent. En dit is natuurlijk een heel pijnlijk idee. Het idee dat jij iemand bent met weinig zelfbeheersing, te weinig wilskracht. Iemand die een veelvraat is, dat doet pijn en het ondermijnt je en het ondermijnt je niet alleen in je relatie met eten. Het ondermijnt je ook in jouw zelfvertrouwen in het algemeen. En dat merk je misschien niet bewust. Maar het is heel moeilijk om in jezelf te geloven, in je eigen dromen en ambities te geloven als je diep van binnen gelooft dat jij iemand bent met weinig zelfbeheersing, met weinig wilskracht. Dat jij een veelvraat bent. Het is moeilijk om stevig mentaal, stevig in je ouderschap te staan als je kinderen je flink uitdagen, als je eigenlijk gelooft dat je een loser bent. Iemand die zich moet schamen voor haar gedrag of zijn gedrag. Het is moeilijk om je beste zelf te zijn als je dit met je meedraagt.
En wat ik voor je wil is het volgende. Waar jij hier last van hebt is volkomen natuurlijk. Het is een teken dat je een heel gezond brein hebt. Waar je last van hebt, is een volkomen natuurlijk neurologisch verschijnsel, wat met je karakter niets te maken heeft. Met je persoonlijkheid niets te maken heeft. Dit neurologische verschijnsel is een natuurlijke reactie op een onnatuurlijke omgeving. In de oertijd was het ook de bedoeling dat je elke kans om te eten te baat nam. Eten was inderdaad een heel goed idee. Altijd! Want er was schaarste en er waren seizoenen in het jaar waarin er moeilijk eten te vinden was. En dus was het heel belangrijk om te kunnen overleven dat je altijd alert was op het vinden van voedsel en het benutten van de kans om het te eten. En je brein, ons brein heeft zich hier alleen nog niet kunnen aanpassen aan de overvloed van vandaag de dag. Aan die onnatuurlijke hoeveelheid eten die continu om je heen is en nu met covid, met al dat thuiswerken waarbij de keuken aldoor dichtbij is. Er is continu een onnatuurlijk grote hoeveelheid eten om je heen. Maar jouw brein is intact en gezond en met je karakter heeft dit niets te maken. En niet alleen is je omgeving onnatuurlijk, met een onnatuurlijk groot aanbod aan voedsel. Veel van dat voedsel is ook nog onnatuurlijk en bestaat uit geconcentreerde stoffen, geconcentreerde suikers. Als je al het onnatuurlijk eten, het onnatuurlijke voedsel uit de supermarkt weg zou halen, blijft er heel weinig over. Één gangpad.
En een gezond brein wordt genotzuchtig van dat onnatuurlijke voedsel.
En als laatste is het ook nog zo dat overeten sociaal geaccepteerd gedrag is. Eten voor de gezelligheid, eten omwille van gastvrijheid, eten voor de troost is sociaal geaccepteerd. En dat onnatuurlijke voedsel sociaal geaccepteerd.
Dus laat dit idee bezinken en omarm het en haal het idee van zwakte en schaamte en de oordelen over jezelf eraf, want dat is echt een misverstand. Het is een misverstand. Met jou is niets mis, met je persoonlijkheid is niets mis en met je brein is er niets mis. En nu zeg je misschien: ‘ja, maar er zijn mensen. Ik ken mensen die ook deze onnatuurlijke omgeving hebben. En ook dit onnatuurlijke voedsel eten, maar daar helemaal niet zo genotzuchtig op reageren als ik. Die zijn helemaal niet zo met eten bezig.’ En daar wil ik twee dingen tegenover zetten.
Het is waar dat niet ieder brein, is mijn ervaring met alle onderzoeken die ik heb gedaan, niet ieder brein even gevoelig reageert op snelle suikers. Niet ieder brein even genotzuchtig reageert op voedsel. Het is een neurologisch profiel. Maar niet een keuze.
Het tweede wat ik er tegenover wil zetten is dat de trigger, de schaarste-trigger een brein wat extra alert is op het benutten van kansen om te eten, gestimuleerd wordt als je restrictief hebt gegeten, als je strenge diëten hebt gevolgd, als je jezelf beperkingen op hebt gelegd en eten hebt verboden, eten hebt ontzegd of als je bent beschaamd om wat je at. Als andere mensen jouw beperkingen oplegden. Daar gaat het brein onmiddellijk van spartelen en terugvechten. Eten is zo primair. Zo primair, zo belangrijk voor je overleving dat als er een suggestie van schaarste wordt gewekt, dan raakt dat brein hyper alert op het benutten van kansen om te kunnen eten.
Ik las een keer het Volkskrant Magazine, een themanummer wat over adoptie ging, jaren geleden. Ik weet niet of ik het wel eens heb verteld in de podcast, maar jaren geleden las ik een themanummer over adoptie en ouders werden geïnterviewd over het eerste jaar met hun adoptiekind. En daar was een moeder die vertelde over de twee kinderen die ze had geadopteerd uit een gebied waar een gebrek aan water was. En zij vertelde in het interview over haar ouderschap dat het eerste jaar dat ze die kinderen had, zwaar was omdat die kinderen niet konden wennen aan het idee dat er genoeg water was. Altijd genoeg water was, dat er altijd water uit de kraan kwam. En daardoor dronken ze elke avond voor het slapengaan heel veel water en plaste ze elke nacht in hun bed. En dus hebben ze dat eerste jaar of anderhalf jaar, ik weet niet meer hoe lang het precies was, iedere avond de bedden van die kinderen moeten verschonen en deden ze enorm hun best om die kinderen te overtuigen van het idee. Er is echt genoeg water. Je hoeft niet zo te lurken aan die kraan voor het slapen gaan. En toen ik dat las, toen ik dat interview las, moest ik direct hier aan denken. Restrictief eten, jezelf eten ontzeggen en verbieden heeft dit effect, ook al is het zelf opgelegd.
Dus als je veel last hebt van verlangen naar eten terwijl je geen honger hebt. Veel last hebt van genotzucht en je kan herkennen in alles wat ik heb verteld, weet dan je hebt een prachtig brein, een gezond brein, wat een natuurlijke reactie heeft op een onnatuurlijke omgeving en het feit dat jij zo streng hebt gelijnd, laat alleen maar zien hoe wilskrachtig je bent, hoe gedisciplineerd je bent, wat je jij niet voor elkaar hebt moeten krijgen om die kilo’s eraf te krijgen. Het was niet de manier. En je hebt nu last van het effect daarvan, maar het zegt dus niets over jouw karakter. Als het al iets zegt, dan zegt het iets in positieve zin.
Oké. En dan nu die stappen. Hoe kom je hier nou uit? Hoe los je dit nou op? Wat ik je in mijn programma leer is om een verlangen naar eten kleiner te maken. En een van de belangrijkste stukken daarin is het gaan herkennen van de gedachte van schijnverlangen die je hebt als dit verlangen aanstaat. Als genotzucht geactiveerd is, dan domineert dit deel van je brein waar die genotzucht huist, domineert in jouw bewustzijn. En als het je bewustzijn domineert, heeft de toegang tot je taalcentrum. Ik vind dit zo fascinerend en in dat taalcentrum roept de gedachte op die de agenda van dit deel van je brein ondersteunen. En dus denk je gedachten die beargumenteren waarom het inderdaad een goed idee is om te eten en dat zijn gedachten die je vertellen dat je dit nu gewoon echt even nodig hebt. Dat het nu moet. Dit is zo’n gekke dag. Het loopt nou allemaal anders. Ik ben nu zo gestrest. Nu moet ik echt even wat eten. Ik weet dat ik geen honger heb, maar dit heb ik nu echt even nodig. Of ‘ja, maar het moet ook wel een beetje gezellig blijven. Ik heb het verdiend. Ik heb hard gewerkt. Het is weekend. Ik wil genieten. Of het bagatelliseert overeten. ‘Joh, eentje kan geen kwaad. Ik mag er toch wel eentje hebben? Ben toch niet op dieet.’ Dit zijn hele manipulatieve gedachten. ‘Ben toch niet op dieet’, met andere woorden ‘als je niet voor me bent, dan ben je tegen me’ zoiets. En op het moment dat je deze gedachte denkt klinken ze als de waarheid en voelen ze als de waarheid. Het lijkt jouw ware verlangen wat zich hier laat horen. Jouw ware verlangen wat hier spreekt en het is niet zo. Het is een schijnverlangen. En hoe weet je dat? Omdat, zodra je er aan hebt toegegeven en het gegeten, je even later denkt ‘waarom deed ik dit nou? We gaan over een half uur aan tafel. Waarom heb ik niet gewoon even gewacht? Nu heb ik niet eens honger terwijl we aan tafel gaan. Dit sloeg helemaal nergens op. En vanmorgen maakte ik nog de afspraak met mezelf dat ik dit niet ging eten. Wat is er toch mis met mij?’
Ja, dus, die gedachte die je hebt van spijt, die laten zien dat dat verlangen wat je daar voelde, een schijnverlangen was. Als het je ware verlangen was geweest, zou je die gedachte niet hebben.
En wat je dus wilt gaan leren, is hoe je jouw ware verlangen kan onderscheiden van je schijnverlangen. En echt weten, kunnen herkennen wat bij wat hoort. Het is een van de belangrijke stappen hier in die ik je leer in mijn programma waar ik een code voor heb. De code van Genotzucht. En met die code van Genotzucht zet je precies de stappen waarmee je dat verlangen kleiner maakt en dan kunt gaan domineren.
En de andere kant ervan, met het kleiner maken gaat over het toelaten van het verlangen. Niet gaan spartelen en in verzet gaan, maar er juist bij willen zijn in de ervaring ervan.
Ik moest bij het voorbereiden van deze les ook denken aan kinderen die watertrappelen. Als je net leerde watertrappelen en nog niet overtuigd was dat je het kon. Je was die hulpstukken om te blijven drijven nog maar net kwijt en je moest in het diepe gaan watertrappelen, als je in paniek raakte en je ademhaling niet goed reguleerde en er geen ritme zat in die slag met je benen, dan kon je het gevoel hebben dat je ging zinken. Dat het mis ging in dat spartelen. Maar zodra je geloofde ‘ik kan dit’ en ontspande in de ervaring merkte je dat je een mooi ritme opbouwde. In die slag met je benen en het hooghouden van die vingertjes boven water met je hoofd in je nek en merkte ineens ‘Oh, ik kan dit geloof ik eindeloos blijven doen. Ik beheers dit. Ik kan dit.’ En zo is het ook met het leren doorvoelen en ontspannen in de ervaring van genotzucht.
En misschien voelt het voor jou nu nog als ver weg en heel erg groot en zeg je: ‘Ja, dat klinkt leuk, maar die genotzucht waar ik het over heb zoals ik die ervaar, die voelt echt heel intens. En die raast als een soort storm door me heen. En ik heb daar echt nog helemaal niets in te willen.’ En ik hoor je. Ik kom daar zelf ook vandaan. En ik weet dat het groter lijkt dan jij en je ervaart het als groter dan jij, als sterker dan jij, maar dat is het niet. En wat het zo groot maakt, tot een storm komt door al dat vechten d’r tegen wat je hebt gedaan. En met de stappen zoals ik je die leer in mijn programma, met de code die ik je hier voor geef, maak je het eerst kleiner voordat je er zo in kunt gaan en samen zijn, ín die ervaring zijn. En daar begeleid ik je bij. Daar doen we het voorbereidend werk voor en geef ik je de stappen voor.
Oké Ik hoop dat ik hiermee een belangrijke stap voor je mogelijk heb gemaakt in het accepteren van het idee dat er dus helemaal niets mis is met jou. Met jouw prachtige brein en met jouw karakter. En dat je dit echt kleiner kunt maken en gaan leren domineren. En ik leer je ontzettend graag hoe je dat doet omdat het zo fijn is. Je krijgt er zoveel vrijheid voor terug als je de vaardigheden die je hier voor nodig hebt, als ik je die eenmaal heb geleerd, kan je altijd overal eten om je heen hebben. Je kan de hele avond heerlijk met vrienden zitten kletsen, tapas eten. Ze kunnen de hele avond bakjes voor je neus neerzetten. De hele avond staat dat eten er aldoor. En die gedachte van ‘ hé, pak nog wat. Neem nog wat. Oh, neem die laatste’, die komt af en toe voorbij, de rest van je leven, maar met een intensiteit die niet voelt als meer dan een ongemak. Een vervelend ongemak. En dat komt en dat gaat. En dat is er soms. En dat is oké. En wat zo fijn is daaraan, is dat het jouw relatie met eten niet in de weg zit. Jouw geweldige relatie met eten lijdt hier niet onder en je kan het gewicht creëren dat je hebben wilt. Je kan zo slank zijn als jij wilt, inclusief het hebben van dit gevoelige brein, inclusief het hebben van die geschiedenis met al die diëten. Al die restrictie waarvan je nu misschien bent gaan geloven dat je er nooit uitkomt. Echt niet, echt niet.
Dit, waar we het nu over hebben zijn vaardigheden. Vaardigheden die ik je in mijn programma leer en waar ik je die code voor geef. De code voor Genotzucht en het domineren daarvan, het kleiner maken en domineren daarvan.
Ik kan niet wachten om je dit te leren. Kan niet wachten om deze vaardigheden met je te ontwikkelen. Mijn programma voor februari is helemaal uitverkocht. De maand is nog maar net begonnen, maar het is uitverkocht. Wat je wel kan doen is je aanmelden voor mijn wachtlijst. En eenmaal op die wachtlijst laat ik je precies weten wanneer de deuren weer opengaan en we jouw fantastische relatie met eten kunnen gaan creëren. En dit verlangen, deze genotzucht kleiner maken. Ik ben er volgende week weer. Ik wens je een hele mooie dag en na tot dan. Bye.