Je fluistert goede voornemens onder uiteenspattend vuurwerk en schrijft ze op. Komend jaar wordt het anders: je wilt afvallen en gezonder te eten. Het is alleen niet het eerste jaar dat je dit voornemens bent.
Waarom heeft het eerdere jaren niet gewerkt? Waarom stranden goede voornemens zo snel en wat is ervoor nodig om daadwerkelijk te veranderen?
Een goed voornemen omschrijft een resultaat en stimuleert je dit direct te leveren.
Het richt zich op presteren en veronderstelt dat je daar alleen wilskracht voor nodig hebt.
Na het (vele) eten van de feestdagen ben je hier ook helemaal aan toe en voel je die wilskracht ook.
Het is een valkuil die ik je graag help voorkomen. Luister naar de aflevering en ontdek hoe je een voornemen omzet in daadwerkelijke verandering zodat je kan creëren waar je naar verlangt.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 115. Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten, maar naam is Marjena Moll. Ik ben je coach en ik introduceer je graag in mijn Etenslessen, waardoor je ontdekt hoe je afvalt zonder dieet en een fantastische relatie met eten creëert. Laten we beginnen.
Dit is de laatste les van dit jaar, van dit kalenderjaar en, het meest toepasselijke onderwerp vond ik het bespreken van goede voornemens en wat het probleem is met een goed voornemen.
In de jaren dat ik nog in mijn strijd met eten zat, was oud en nieuw altijd het moment waarop ik onder het uiteen spatten van vuurwerk als het ware in mijn eigen oor fluisterde dat ik zo graag wilde afvallen, zo graag uit die strijd met eten wilde komen en met het omarmen van die hoop, dat verlangen en voornemens zijn om het dan eindelijk te laten slagen in het nieuwe jaar, voelde ik tegelijkertijd ook altijd direct de prestatiedruk en angst voor teleurstelling, want ik was er al zo vaak in teleurgesteld. Ik had mezelf al zo vaak teleurgesteld en bij het voelen van die prestatiedruk en het voelen van dat intense verlangen en ook de wanhoop die daar gewoon onder zat, at ik dan vaak meer oliebollen dan ik eigenlijk prettig vond in m’n lijf. Maar het overeten begon ook gewoon direct met het voelen van die prestatiedruk, in het voelen van dat verlangen om eindelijk te kunnen stoppen met overeten en niets liever willen dan dat kunnen.
Als je dat herkent en als het voor jou ook ieder jaar een herhaling is geweest van zetten met je goeie voornemen, dan wil ik je in deze les helpen om iets beter te begrijpen waarom dat goeie voornemen steeds maar niet wilde lukken.
Ik heb online gekeken naar de meest voorkomende goede voornemens en voordat we het gaan hebben over afvallen lees ik er hier zeven aan je voor, waar dat afvallen ook onderdeel van uitmaakt. En ze staan volgens mij in willekeurige volgorde. Maar deze vond ik online. De meest voorkomende goede voornemens zijn: gezonder eten en afvallen, meer bewegen. Meer lezen. Meer tijd vrijmaken voor gezin, familie en vrienden. Minder stressen. Minder geld uitgeven en iets nieuws leren of van baan veranderen. En als je met je goeie voornemen alleen maar kijkt naar het graag genoeg willen. En als dat het enige is wat je meebrengt, dan denk je te simplistisch over gedragsverandering. En dat is het probleem met een goed voornemen. Je denkt dat het alleen wilskracht van je vraagt en het gewoon graag genoeg willen. Kortom, verlangen meebrengen, het graag genoeg willen en je daar aan committeren.
Wat je moet weten over wilskracht is dat dit in je brein werkt als een reservoir. Wilskracht zit in het brein in de anterior cingulate cortex, als ik het goed uitspreekt en het is heel gevoelig voor schommelingen in je glucosevoorraad. Op het moment dat je door je glucosevoorraad heen bent, tijdelijk daardoorheen bent, is dit deel van je brein waar die wilskracht vandaan moet komen, zwak. En krijg je niet voor elkaar wat je wilt.
Daarbij wordt er gedurende de dag voortdurend energie aan dit reservoir onttrokken op het moment dat je je emotioneel moet zien te beheersen. Of keuzes moet maken. En beiden doe je de hele dag door. Zeker nu met het tweede lockdown, waarbij we allemaal weer thuis werken en je achter je computer veel in Zoom calls zit of Team calls zit. En dan staren aldoor naar een en dezelfde plek en probeert je goed te concentreren, terwijl geluid aldoor uit een speaker komt, vraagt extra veel inspanning van je. Ik heb reeds heel goed opgelet wat nou het verschil is tussen live ergens op locatie, met iemand in gesprek zijn of in een Zoom call zitten. Of een Teams call. Als je in een ruimte bent met iemand, heb je zo op meerdere manieren contact met elkaar, dusdanig, dat je ook een beetje kan wegkijken terwijl je naar je woorden zoek. Je kan omhoog kijken, al naargelang hoe je ogen vaak samen met het nadenken over iets, nadenken over een idee, hun automatisch gaan dwalen als het ware. En dit ontspant. Daar waar je voortdurend in het gat van je webcam moet kijken of naar je scherm moet kijken om andere mensen te zien die je in kleine postzegel vakjes ziet, is dit heel anders en vraagt het om een intensievere vorm van concentratie, waarbij dat wegkijken in je ogen even kunnen rusten, niet gebeurt. En voor de ander lijkt het alsof je niet geïnteresseerd bent of iets anders aan het doen bent, omdat zij niet kunnen zien waar je naartoe kijkt. En dus doe je dat niet en staar je er aldoor naar datzelfde punt. Auditief is het ook extra vermoeiend via je computer. Het geluid gaat niet door de ruimte, maar komt van één punt af en dat is vermoeiender luisteren. Dus dat kost je energie en onttrekt energie aan je wilskrachtreservoir.
Emoties beheersen kost je ook veel energie. En als je voortdurend moet luisteren naar andere mensen waarbij je bij elkaar in de ruimte gemakkelijker door elkaar heen kan praten, kan dat in zo’n Zoom Call of Teams Call niet omdat je het dan gewoon niet meer kan verstaan. En dus is die zelfbeheersing, die emotionele zelfbeheersing, die concentratie, daar raak je sneller doorheen. Dit, gecombineerd misschien ook met de stress die het voor je meebrengt, onder deze omstandigheden, met deze pandemie maakt alles bij elkaar dat iets gewoon alleen maar graag genoeg willen niet genoeg is. Je zal nu eenmaal veel te vaak door je wilskracht heen zijn en dat staat los van je verlangen naar gedragsverandering. Dat heeft er gewoon helemaal niets mee te maken. Het heeft puur te maken met het functioneren van je brein.
Dus een goed voornemen is gedoemd te mislukken als je het alleen maar op wilskracht wilt doen.
En als ik dan kijkt naar die lijst die ik nu net heb voorgelezen. Dus afvallen en gezonder eten. Meer bewegen. Meer lezen. Meer tijd reserveren voor vrienden en familie, minder stressen, minder geld uitgeven en iets nieuws leren of van baan veranderen, dan zou je hier enorm veel wilskracht voor nodig hebben, als je daarbij ook nog eens niet weet waarom al deze dingen er nu niet al zijn. Want dat is natuurlijk de interessante vraag. Waarom doe je dit allemaal nog niet? Zijn dit dan allemaal compleet nieuwe waardes die je hebt? Fonkelnieuwe ideeën die in je zijn opgekomen? Meestal niet. Meestal zijn het verlangens die je al jaren hebt. Meer bewegen, gezonder eten, je vrienden vaker zien, je minder druk maken om dingen die er niet echt toe doen. Meer geld in je zakken houden, iets nieuws gaan leren. Het is niks nieuws, deze voornemens zijn meestal niet nieuw voor je. Dus waarom zijn ze er niet al? Waarom doe je dit niet al? Het antwoord vinden we in het verschil tussen iets alleen maar graag willen en op wilskracht proberen bij jezelf af te dwingen. Of een ontwikkeling doormaken.
Je committeren aan een ontwikkeling doormaken, dat opent de deur naar gedragsverandering. Dat opent de deur naar gaan begrijpen waarom het er nu nog niet is en het op een lijn krijgen van je verlangens, zodat je niet alleen maar op wilskracht probeert dat andere gedrag te laten zien.
In het geval van gezonder eten en afvallen kun je dan gaan kijken naar hoe je nu nog tot je keuzes komt. En wat we dan zien bij gezonder eten en afvallen is dat je allerlei overtuigingen hebt, nu nog, over afvallen, over jouzelf, over je beloningssysteem. Eten verdiend hebben of eten nodig hebben om je overeind te houden als je moe bent. Of om je staande te houden als je gestrest bent, overprikkeld bent, waar je nu nog zo weinig van weet, waar je antwoord nog niet op hebt gevonden. En dus is gezonder eten in huis halen en de koekjes uit je voorraadkast weggooien een wilskrachtige actie, maar die actie wordt niet te gedragen door wie jij wilt worden. En jezelf daar in beter leren begrijpen, is een onderzoek wat je doet, waarin je vervolgens een ontwikkeling doormaakt. En door je daar aan te committeren ontstaat er rust. Ontstaat er rust en ontstaat er ontspanning en is er geen haast en kun je zoveel gemakkelijker leren. Op wilskracht proberen te veranderen is als tegen de stroom inzwemmen. Op het moment dat jouw brein vermoeid is, moet je door zien te duwen en volhouden. En daar waar je faalt, raak je teleurgesteld en probeer je het de volgende dag opnieuw. Waarbij je op precies hetzelfde tijdstip onder dezelfde omstandigheden opnieuw datzelfde overeten tegenkomt en opnieuw verbaasd bent dat het je niet lukt.
Maar wat nu als je de positie kiest van ontwikkelen? Een ontwikkeling opent ruimte om jezelf vragen te kunnen gaan stellen. Welke factoren spelen een rol op dat tijdstip waarop ik altijd overeet? Als ik daar eigenlijk altijd moe en overprikkeld ben, wat maakt dan dat ik mezelf over vraag en overprikkel? Wat geloof ik over de manier waarop ik mijn tijd in deel en mezelf aan stuur, waardoor dit structureel gebeurt? Wat geloof ik over gezond eten? Als ik dat saai vind, is het misschien niet zo vreemd dat op het moment dat ik vind dat ik genoeg heb gedaan en hard heb gewerkt en het verdiend heb om mij lekker te voelen, dat ik niet kies voor eten wat ik saai vind. En dit zijn maar twee voorbeelden die je tegen kan komen op het moment dat je besluit om je te gaan ontwikkelen en nieuwsgierig wilt worden en jezelf vragen gaat stellen.
Als ik teruggaan naar dat lijstje van die goede voornemens en bijvoorbeeld zie dat je meer zou willen bewegen dan verwijs dat bijvoorbeeld, als je nieuwsgierig wordt, naar het leren overwinnen van je weerstand, als je brein moe is, als je verlangt naar comfort, als je vindt dat je genoeg hebt gedaan. Hoe krijg je jezelf dan aan het bewegen? Als je meer tijd wilt reserveren voor vrienden en familie en die mensen belangrijk voor je zijn. Waar verwijst dat dan naar dat dat er nu niet is? Het verwijst naar jouw relatie met tijd en jouw beleving van tijd en het idee dat je geen tijd hebt om af te spreken of, opnieuw, jij jezelf al vaak structureel te moe laat worden, waardoor je de reserves niet hebt om aandacht te geven. En met mensen af te spreken.
En als je minder wilt stressen. Dan verwijzen dat naar de gedachten en de overtuigingen die nu nog stress voor jou veroorzaken, want met je omstandigheden heeft het niets te maken. En daar waar het wel te maken heeft met je omstandigheden omdat je te veel taken in je dag propt, verwijst ook dat weer naar je relatie met tijd. Wat maakt dat je je agenda steeds net te vol stopt? Waarom neem je steeds te veel todo’s mee op je lijstje? En wat geloof je allemaal over jezelf en je leven dat je je zo vaak druk maakt om iets waarvan je achteraf zegt: was dat nou nodig?
Te veel geld uitgeven verwijst naar je beloningssysteem en je verlangen om je lekker te kunnen voelen op het moment dat je vindt dat je dat verdiend hebt. En iets nieuws willen leren verwijst ook weer naar je energiehuishouding en de mate waarin je nu misschien telkens opnieuw te weinig de puf hebt in je brein, om je er nog toe te kunnen zetten ergens nieuwsgierig naar te zijn en leergierig te zijn.
Al deze voornemens verwijzen naar de manier waarop je jezelf aanstuurt, verwijzen naar zelfleiderschap. En verwijzen naar alle overtuigingen waarop je huidige resultaten nog gebaseerd zijn.
Dus als je hier naar verlangt. Als je in het komend kalenderjaar iets nieuws voor jezelf wilt creëren. En tot nu toe je goeie voornemen nooit heeft gewerkt, ga dan eens na of dat nieuwe, dat goeie voornemen in het verleden altijd gebaseerd was op wilskracht. Gewoon alleen maar een intens verlangen voelen. En dat omwille zetten door je resultaat af te dwingen erdoor te duwen versus je committeren in het nieuwe jaar aan het doormaken van een ontwikkeling. Kunnen begrijpen hoe je huidige resultaten tot stand zijn gekomen en waarom dat wat je hebben wilt er nog niet is. En gaan begrijpen hoe je je verlangens op één lijn krijgt, waardoor dat nieuwe gedrag niet op wilskracht totstandkomt, maar in het bouwen van nieuwe gewoontes, gedragen door nieuwe overtuigingen en daarmee gedragen door een positief verlangen. Dat bij elkaar maakt dat de wilskracht die er voor nodig is om gedragsverandering in eerste instantie te realiseren, tijdelijk is. Zoals elke gedragsverandering om wilskracht vraagt, omdat je brein iets nieuws aan het leren is. Denk maar aan leren autorijden. Dat was in het begin heel vermoeiend voor je, omdat je brein zoveel nieuwe vaardigheden moest leren en zoveel moest onthouden. Je werkgeheugen moest veel informatie onthouden en tegelijkertijd veel waarnemen in de omgeving.
Nu is een groot deel van dat autorijden geautomatiseerd en word gereguleerd in een ander deel van je brein. En het kost je niet zoveel inspanning meer. Heel veel kleine handelingen in de auto doe je volautomatisch. Je hoeft niet na te denken over schakelen. Je hoeft niet na te denken over het vastklikken van je autogordel of het instellen van je spiegels. Je hoeft niet na te denken over die coördinatie tussen je koppeling en je gaspedaal en je rempedaal. In het begin was het vermoeiend, maar gedragen door een verlangen wat helemaal klopt. Ongehinderd door tegenstrijdige verlangens, kon je die switch maken, kon je door die leercurve heen en dat autorijden gaan beheersen.
Stoppen met overeten, gezonder gaan eten en afvallen is als een marathon. Dat krijg je op wilskracht niet voor elkaar omdat wilskracht regelmatig uitgeput is en je dan eenvoudigweg niks meer te winnen hebt en dus overeet en ernaar kijkt en denkt: waarom doe ik dit nou? Ik wilde dit toch zo graag? Ja, maar je wilskrachtreservoir was uitgeput. Dus wilskracht wil je niet op de lange termijn van afhankelijk zijn. En dat krijg je voor elkaar door je te committeren aan ontwikkelen in plaats van gewoon alleen maar heel graag willen. En ontwikkelen doe je door jezelf vragen te gaan stellen en te gaan begrijpen.
Ik weet dat het creëren waar je naar verlangt, dat afvallen en dat creëren van die fijne relatie met eten waarmee je echt zegt: oké, het heeft nu echt zijn plek gevonden. Ik doe het niet op wilskracht. Dit is mijn nieuwe normaal. Alle redenen waarom ik overat heb ik opgelost en ik heb een andere manier gevonden om mezelf hierin aan te sturen. Ik hoef niet te duwen. Ik hoef niet vol te houden. Ik ben zelf als mens veranderd. Dat voor elkaar krijgen wil je doen vanuit een positief vertrekpunt, een vertrekpunt waarin je voelt dat de plek waar je naartoe werkt niet beter is dan de plek waar je nu bent. En dus wil je niet spartelen en vechten om zo snel mogelijk bij de plek waar je nu bent vandaan te komen. Maar vanuit nieuwsgierigheid en rust en kalmte te kijken naar hoe je je huidige resultaten creëert. Waarom je nu nog overeet. Waarom je nu nog uitcheckt met eten. Waarom je nu nog afhankelijk bent van jezelf belonen met eten. En als je daarnaar kijkt vanuit kameraadschap, vanuit support, vanuit nieuwsgierigheid en jezelf dan vragenstelt, open je de deur naar gedragsverandering.
En als je daar voor in bent en de hulp wilt krijgen die helemaal de rode loper voor je uitrolt, waarin het hele proces alle bouwstenen van het proces voor je klaar liggen, dan nodig ik je uit om deel te nemen aan Etenslessen. In januari gaan we van start, 13 januari om precies te zijn. Je bent van harte welkom en ik wens je een prachtige jaarwisseling en een hele mooie relatie met eten en jezelf in 2022. Ik zie je dan.