Kan je echt suikerverslaafd zijn? En waarom heb ik minder negatieve gedachten en gevoelens als ik gezond eet? Dit zijn een paar van de vragen die ik kreeg toegestuurd en ik beantwoord ze in deze les. Uiteenlopend en allemaal waardevol ga je zeker iets horen waar je wat aan hebt.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll. En dit is aflevering 271, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten.
Hallo, hoe is het? Hoe gaat het met je? Long time no see. Ik kreeg een aantal vragen van jullie die echt zo interessant zijn… Dat ik dacht, ik beantwoord ze hier voor je in de podcast.
En ze lopen heel ver uit één. Het gaat over allemaal verschillende onderwerpen binnen je relatie met eten. En ik loop er één voor één doorheen.
De rode draad door deze drie vragen heen is toestemming. Mag het? Mag het? En dat wil ik er voor je uitplukken, omdat de vraag of het mag, laat zien dat je een volgzame positie kiest in jouw relatie met eten. En kijk naar een expert waarvan je denkt, die weet het beter dan ik. Ik weet niet wat goed voor mij is, die expert weet beter wat goed voor mij is, dus ik vraag het aan die expert. Nou, één van de allerbelangrijkste dingen die ik deed over vitaliteit, een fantastische relatie met eten, het gewicht waar je blij mee bent en dat gewicht niet alleen krijgen maar ook kunnen behouden, hangt samen met autonomie.
Je moet het gevoel hebben dat die relatie met eten van jou is en dat je kan vertrouwen op de samenwerking met je lichaam. Dat is de enige manier waarop je een leven lang blij zal zijn met de keuzes die je maakt.
En ik zou tegen je zeggen, dit mag je wel, dat mag je niet. Go! In het begin voel je als je heel onzeker voelt over je eigen relatie met eten en over je keuzes en waar je nog vertrouwen hebt in jezelf en in je lijf, dan denk je, oh fijn, ach opluchting, eindelijk iemand anders die het van me overneemt en me vertelt wat ik mag eten. Want mij lukt het blijkbaar niet. Kijk maar, ik maak er een puinhoop van. Ik weeg te veel, ik eet te veel, ik voel me onzeker, ik yo-yo.
Vertel jij het me alsjeblieft. En dan is het heerlijk als iemand tegen je zegt kom maar, jij hoeft nergens over na te denken. Vergeet het, ik neem het van je over en ik vertel je precies wat je wel of niet moet eten. En in het begin als je je onzeker voelt en gestrest en weinig vertrouwen hebt in jezelf en je eigen kunnen, denk je, ach gelukkig, hulp.
Week 1, heerlijk. Je hebt het uit handen gegeven, je hebt het uitbesteed, overgave. Week 2 misschien ook nog fijn. Maar hoe zit het met week 12? Of week 22? Of week 32? Ik denk dat wat ik je dan te vertellen heb, die menu’s die ik je geef, dat je zegt die menu’s van Marjena Moll, weg ermee, mijn leven uit.
Ik heb er malingen aan wat zij ervan vindt en wat ik wel of niet van haar mag. Blijvend gewichtsverlies is geen tijdelijk initiatief. En dat betekent dat de weg ernaartoe, de weg naar een relatie met eten waar je van houdt, waar je blij mee bent en waarvan je zegt hier kan ik oud mee worden en hier wil ik oud mee worden, die kan alleen maar bestaan en gecreëerd worden als de weg ernaartoe goed voelt. Als de weg ernaartoe al de manier is waarop je het de rest van je leven wil blijven doen.
Want tegen de tijd dat die menu’s je de neus uitkomen, sta je weer met lege handen en ben je terug bij af. En dan ga je misschien naar de menu’s van… Pietje Puk, zoals we dat toch al zeggen in Nederland.
Dan wil je de menu’s van Pietje Puk een tijdje volgen, totdat ook die je neus uitkomen. Het is geen blijvende, lange termijn oplossing. En dus is de vraag niet of je fruit mag eten en welk fruit je dan mag eten en ook of dat in de avond mag. Maar is de betere vraag waar je veel meer aan hebt. Hoe kan ik erachter komen welk eten goed bij mij past? Hoe kan ik erachter komen welke plek ik aan fruit wil geven? Of fruit goed bij mijn lichaam past, bij alle seizoenen van het jaar bij mijn lichaam past, of ik er me er ‘s ochtends beter bij voel dan ‘s middags of ‘s avonds.
Want als je daar het antwoord op hebt gevonden, heb je iets gevonden wat een leven lang meegaat. En dus is mijn filosofie, mijn aanpak in de Etenslessen erop gericht om jou dat antwoord te helpen vinden.
Om jou vertrouwen te laten ontwikkelen in de zorg voor jezelf en in de samenwerking met je lichaam. Toen ik die samenwerking eenmaal had ontdekt, kon ik alle dieetregels uit mijn hoofd loslaten. Ik hoefde me nooit meer bezig te houden met wat een ander dacht dat goed voor me is. Een ander kan onmogelijk weten wat goed voor me is, want ieder lichaam is uniek. En hoe je lichaam op voedsel reageert is een dynamisch gegeven. Het blijft je hele leven lang veranderen. Het voedsel wat heel goed bij je paste toen je twaalf was, is niet het voedsel wat fantastisch bij je past als je 52 bent. Of wat in de zomer goed bij je past, is niet hetzelfde als waar je lichaam de voorkeur aan geeft in de winter.
En dan heb je nog je cyclus, de verschillende periodes van de maand. Dan heb je nog je stresslevel, wat ook kan variëren al naar de omstandigheden van je leven.
Om te kunnen luisteren naar wat je lichaam je vertelt over wat je eet, zodat je kan ontdekken welk eten goed bij je past in elk seizoen van het jaar, elke periode van de maand, elk moment van de dag en elke fase van je leven. En dat kan. Ja, ik kan je leren hoe je dat doet, hoe je die samenwerking met je lichaam opbouwt. En als je die eenmaal hebt gevonden, gaat die voor de rest van je leven mee en hoef je er nooit meer over na te denken. Dieetregels verdwijnen, dat eeuwige stemmetje in je hoofd wat commentaar heeft op je verdwijnt.
En je krijgt echt vertrouwen. Vertrouwen in je eigen lichaam, vertrouwen in de wijsheid van je lichaam. En er is geen dieet wat het maatwerk van jouw lichaam kan leveren. Er is geen dieet wat zo goed kan aansluiten bij jouw systeem, bij jouw biochemie, als jouw lichaam. Dus, mag je fruit eten? Absoluut! Dat is niet zo’n interessante vraag. Veel interessanter is de vraag, hoe kan ik erachter komen welk eten goed bij mijn lichaam past en met mijn lichaam leren samenwerken?
En ik denk toen ik die vraag las, toen dacht ik bij mezelf wat mooi.
Je geeft daarmee aan, Ik weet al wat overeten voor mij is. Overeten is het eten waarvan je voelt, daar heeft mijn lichaam niet om gevraagd en vooraf had ik zin om het te doen, had ik zin om te eten, maar achteraf kan ik duidelijk aanwijzen, dit was eigenlijk niet wat ik wilde. Want ik had geen honger, of ik was eigenlijk alleen maar moe en ik had liever willen wachten tot het avondeten. Ik voelde me alleen maar overspoeld en het was een soort van stressreactie. Of ik verveelde me en ik wist even niet waar ik mezelf laten moest. Die laatste paar voorbeelden zijn voorbeelden van emotie-eten. En als je moeite hebt om te pauzeren, heb je moeite om te vertragen en je bewust te worden van wat je denkt en voelt. En dat is nou net een van de redenen waarom je overeet.
Je gebruikt het als vluchtgedrag om bij jezelf uit de buurt te blijven. Bij jezelf uit de buurt blijven, daarvan merk je nu… Als ik bij mezelf uit de buurt blijf, kan ik me ook niet bewust worden van de signalen van mijn lichaam? Heb ik nou honger, ja of nee? Ik kan me niet bewust worden van eventueel emotie-eten en het gevoel wat er speelt? En ik kan me niet bewust worden waarom ik eigenlijk wil vluchten.
De oorzaken daarvan kunnen heel divers zijn, maar wat ik zo mooi vind van je vraag is dat je je bewust bent van het feit dat je moeite hebt met vertragen. En een tip die ik je kan geven is om dit vertragen te gaan oefenen buiten de context van je relatie met eten. Dat is namelijk een tussenstap die het wat makkelijker voor je maakt. Als je gaat oefenen met vertragen zonder dat je naar eten verlangt. Zonder dat het etenstijd is.
Zonder dat je al aan eten begon te denken of bang bent dat je een eetbui krijgt. Maar gewoon dat moment van de dag. En ook mensen met een hevig eetprobleem hebben die momenten. Dat moment van de dag, een dag. Misschien is dat voor jou de zondagochtend als je lekker uitslaapt, waarop je wakker wordt en nog even helemaal niet bezig bent met eten of bang bent voor overeten of je afvraagt wat je gaat eten. Misschien is het ook voor jou het moment waarop je de hond uitlaat. En is dat voor jou een moment van de dag waarop je voor jou iets gemakkelijker is om in het nu te zijn. Want die hond moet dat rondje lopen.
Jij bent even lekker buiten. Je hebt de tijd daarvoor uitgetrokken. Dat kan een goed moment zijn om te vertragen en je af te vragen, hé, hoe gaat het nu met mij? Wat denk ik allemaal? En wat voel ik? Wat gebeurt er als ik voor mijn gevoel de tijd wat vertraag? Wat kan ik ontdekken als ik de tijd nu wat vertraag, alsof die stilstaat, om stil te staan bij mij.
Tijdens zo’n wachtmoment, ik gebruik dat ook altijd in de wachtkamer van de huisarts of als je in de rij staat voor de kassa in een winkel, om bij jezelf in te checken. Hey, hoe is het met je? Wat denk je? Wat voel je? Is er een emotie die je kan waarnemen of een stemming? Is die stemming positief of negatief of een soort van neutraal? Ben ik een beetje in een niemandsland? Niet goed, niet slecht? Welke sensaties kan ik in mijn lichaam voelen? Heb ik mijn schouders opgetrokken? Ben ik gespannen? Sta ik een beetje strak in mijn lijf? Voel ik me moe? Voel ik dat ik eigenlijk het liefst nu ter plekke in die winkel zou willen gaan liggen, als het zou kunnen. Dat inchecken bij jezelf en dan wat verkennende vragen stellen. En even als het ware de tijd ervoor stilzetten, denkbeeldig.
Kan je helpen om je bewustzijn hier te oefenen en vandaar uiteindelijk steeds meer mee te nemen naar situaties die een opstapje zijn richting pauzeren voordat je overeet. Dus verander de context. Oefen het op een plek die geen grote uitdaging voor je is. Oefen het ook zo vaak mogelijk en dan word je daar beter in. Dat beloof ik. Dit vond ik ook een interessante vraag. Kan je nou echt verslaafd zijn aan suiker? Ik vind die vraag om twee redenen interessant. In eerste plaats omdat het interessant is om je af te vragen wat zijn mijn associaties bij het woord verslaving? Is het behulpzaam om op die manier na te denken over eten en mijn relatie met eten? Als jouw associatie bij verslaving is, daar kom je bijna niet meer van af.
Daar kom je heel moeilijk vanaf, en je krijgt heel vaak een terugval. Je moet ook klinische hulp zoeken, dit kan je absoluut niet alleen. En de kans dat je er echt vanaf komt is heel klein. Kan ook betekenen dat je daardoor denkt dat er iets mis is met jou, dat je anders bent en dat je een probleem hebt. Een groot probleem hebt. En ik vraag me af of dat soort associaties behulpzaam zijn.
Als die associaties heel negatief zijn, vraag je dan af of je dat verhaal in je hoofd wil hebben over jezelf… En jouw mogelijkheden als het gaat om het vinden van je weg met suiker. Dat is het eerste stuk wat ik hier heel interessant voor je vind.
Het tweede stuk wat ik interessant voor je vind, is gewoon de neurologische kennis daarover. En de neurologische kennis laat ons weten Dat als je veel suiker eet, dus geconcentreerde suiker, kunstmatige suiker, en je eet hier vaak en veel, dan wordt er zoveel dopamine in je brein aangemaakt, dat je brein de overvloed aan dopamine compenseert door je dopamine-receptoren wat terug te schroeven. Dat is gewoon hoe je lichaam, je brein naar homeostase zoekt en het evenwicht, het natuurlijke evenwicht in je brein probeert te herstellen. Het is niet de bedoeling dat er een stortvloed van dopamine steeds door je brein gaat en dus worden de receptoren daarvoor wat teruggeschroefd. Op het moment dat je dan geen suiker eet, is je basale niveau laag.
Dat betekent dat de dag er wat grauw uitziet. En jij voelt je wat somber. Je voelt je wat grauw, wat dof. De dag heeft weinig kleur voor je. En je verlangt naar suiker om dat te compenseren en jou een oppepper te geven. Dit is de meest neutrale manier waarop ik dit mechanisme voor je kan omschrijven. Er gebeurt iets in je brein als je veel suikers eet.
De ene mens, is mijn ervaring, reageert gevoeliger op geconcentreerde suikers dan de ander. De een kan gewoon een paar happen nemen van een stuk cheesecake en daarna de interesse erin verliezen. En de ander neemt een paar happen van hetzelfde stuk cheesecake en denkt, oeoeoe, dit is lekker. Ik wil meer, dit smaakt naar meer. En ik heb daar geen studie naar verricht of wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Maar van de wetenschappelijke bronnen die ik heb geraadpleegd, is het idee dat dit profiel, de mate waarin je hier gevoelig voor bent, per mens kan verschillen. En voor mij is dat heel logisch. Ik reageer bijvoorbeeld helemaal niet gevoelig op alcohol, maar er zijn ook mensen die wel heel gevoelig op alcohol reageren.
En ik heb geen idee waarom glas wijn mij niet aanzet en mij niet lekker maakt of dorstig maakt naar ik wil nog een glas en ik wil nog een glas. Dat de ene mens daar gevoeliger op reageert dan de ander is duidelijk. En dat zien we ook met snelle suikers.
Als je nou van jezelf weet dat je er gevoelig op reageert, wat al heel anders klinkt dan ik ben verslaafd. Als je nou weet dat je kan herkennen van ja, als ik dit veel eet, dan merk ik dat ik er ook meer naar verlang en dat ik zonder suiker inderdaad een soort van grauwheid, een somberheid ervaar die heel onprettig voelt, dan kun je je afvragen is dat wenselijk in mijn leven? En zou ik daar iets aan willen veranderen?
Het enige wat je dan nog nodig hebt zijn de tools om jouw omgang met suiker aan te passen op een manier die voor jou niet problematisch is, waarmee je suiker op de plek krijgt die werkbaar voelt, prettig voelt. En waar je dan op uitkomt weet je van tevoren niet. Of dat betekent dat je dan de helft minder suiker eet dan je nu doet, nog minder suiker eet dan je nu doet, of misschien uiteindelijk helemaal geen suiker meer wil eten. Omdat je die onrust die het kan veroorzaken, als je er sterk op reageert en het dan naar meer smaakt, gewoon niet wenselijk vindt.
En ik denk dat het interessant is voor jou om je dat eens af te vragen. Want hey, als ik het neutraal maak en ik gewoon alleen maar zeg ik ben gaan nadenken over verslaving omdat ik merk dat suiker zo aan me kan trekken. Maar misschien heb ik dat hele verhaal van verslaving of dat label helemaal niet nodig om wel te kunnen zeggen, ik geloof dat ik er gevoelig op reageer. En hoe kan ik daar mijn weg in vinden? En wat zou ik daar het liefst mee willen zonder jezelf een label op te plakken.
Ik vind dat heel behulpzaam en toegankelijker dan ook om vorm te kunnen geven aan jouw omgang met suiker dan wanneer je jezelf vertelt dat je verslaafd bent. Wat zijn de meest voorkomende triggers voor een eetbui? Ik vroeg me af toen ik die vraag las, waarom wil je dat weten? Probeer je voor jezelf in kaart te brengen wat jouw triggers zijn.
Of heb je misschien echt nog helemaal geen idee en denk je, laat ik het eens aan iemand anders vragen. Want dan kan ik bij wijze van spreken een toets doen om te zien hoeveel ik daarvan herken en mezelf dan vertellen. Nou, dit zijn mijn triggers aan de hand van een checklist. Ik weet het niet. Voor mij was het moeilijk om in te voelen wat de achterliggende gedachte voor jou is om het aan me te vragen. Maar wat ik kan samenvatten voor je, als dat behulpzaam is.
In die zin een trigger kan zijn, omdat je brein, als het vermoeid is, om suiker zal vragen om op de meest laagdrempelige manier een energieboost te krijgen. Dus als jij bijvoorbeeld ‘s avonds op de bank zit en je bent moe, maar je wil nog niet naar je bed.
Of je gaat ‘s avonds na het eten nog werken aan een dossier, aan een klus waar je voor moet concentreren. Je gaat je administratie doen, maar eigenlijk ben je heel vermoeid. Dan zal je merken dat je misschien naar een oppepper begint te verlangen en iets wil eten. En dan is vermoeidheid een trigger. Een trigger kan ook zijn, en dan vat ik even al het emotie-eten samen, als je niet in contact wil zijn met wat je voelt.
En welke emoties voor jou emoties zijn waar je het liefst bij uit de buurt blijft, dat kun jij het beste gaan herkennen. Welke emoties zijn voor jou een kort bruggetje naar overeten, omdat die emotie een negatief label heeft, omdat je er als kind misschien om werd veroordeeld als je die emotie had, erom werd afgewezen of afgekeurd of omdat je zag dat je ouders die emoties zelf enorm onderdrukte, waardoor je leerde, oh, blijkbaar is daar wat mee. Dat mag niet gevoeld worden of gezien worden door de buitenwereld.
Ongemak, het ongemak van die gevoelens, zal dan een trigger voor je zijn. Helemaal aan de basis vat ik emotie-eten samen als een ervaring van onveiligheid. Je voelt je niet oké met sensaties die door je lichaam gaan en je wilt daarbij weg. Je wilt verdoven wat je voelt.
En daarmee zou ik willen zeggen, vermoeidheid is er één. Emoties zijn een andere trigger. En een andere belangrijke trigger is de trigger die ik net besproken heb.
Als je een brein hebt wat erg gevoelig reageert op suikers, snelle suikers, geconcentreerde suikers, dan zul je merken dat het eten daarvan voor jou al snel naar meer smaakt. En hoewel jij helemaal geen honger hebt, of het misschien zelfs niet eens zo heel erg lekker vindt wat je eet daar, kan het toch zijn dat iets in jou ervan wil blijven eten. Door eten, meer eten. En dan zijn die suikers, die snelle suikers, geconcentreerde suikers, voor jou ook een trigger. Dus je gevoelsleven, je neurologische profiel, je gevoeligheid, hoe je reageert op suikers. En vermoeidheid zou ik hier even voor je willen neerzetten. Als drie belangrijke redenen, drie belangrijke triggers om te overeten. En dan de laatste vraag. Waarom heb ik…kan ik mijn eigen aantekeningen niet lezen? Oh ja, ik zie het weer.
Geweldig dat je dit is opgevallen. Het viel mij ook op. Het viel mij ook op. En in het begin, jaren geleden, dacht ik eerst, is het misschien omdat ik dan dus ook geen last heb van negatieve gedachten over mijn eigen gedrag. Als ik overat, als ik niet goed voor mezelf zorgde, dan had ik daar een oordeel over en dus had ik ook last van negatieve gedachten en zelfkritiek. En je zou Daardoor denken als ik nou gezond eet en ik gedraag me zoals ik het liefste wil, zoals ik dat eigenlijk van mezelf verwacht. Ik eet gezond, ik leef gezond. En misschien doe je op zo’n moment in zo’n flow nog meer positieve dingen.
Je huis is opgeruimd, je krijgt je werk helemaal af. Kortom, alles wat je doet voldoet aan al je verwachtingen. Dan voel je je trots, voel je je blij, heb je het idee dat je het goed doet. Dus je kunt jezelf belonen en waarderen. En toch, en toch, en toch, om te kunnen stoppen met overeten, moest ik al mijn oordelen eraf halen. En echt aan mijn eigen kant komen staan, zodat ik kon leren van het overeten wat ik deed. Dat lukte niet zolang ik bol stond van de zelfkritiek daarover. En toen merkte ik dat ik, ondanks dat ik er geen enkel oordeel meer over had, ik toch last had van wat meer somberheid, weinig inspiratie, wat meer negatieve gedachten als ik ongezond at.
Die belasting voel je niet alleen op je maag, bijvoorbeeld dat hele volle gevoel, of buikpijn ervan, of misselijkheid, of wat voor negatieve sensatie het eten van sterk bewerkt, ultra processed food voor jou ook de ervaring is. Ongeacht wat je dan voelt in je lichaam. Die belasting die beperkt zich niet alleen tot je maag en je darmen. Die belasting voel je door je hele systeem. En als je hele systeem te lijden heeft van slechte brandstof in je tank, zal ik maar zeggen. Je zou nooit suikerwater in de tank van je auto gieten, want dan rijdt je auto niet meer. Je kan geen cola aan je plant geven.
Wat zou je nu doen? Dan gaat het niet goed met je plant. Hetzelfde geldt natuurlijk voor je lichaam. Je lichaam is ontzettend slim en doet zijn best om er zijn weg in te vinden, maar het heeft wel degelijk last van het eten van onnatuurlijk voedsel. En dat merkte ik ook, niet alleen misschien aan een volle buik, een gebrek aan energie of een slaperigheid. Ik merkte het ook aan een bedrukte stemming. Met andere woorden, de stofjes, de nutriënten die je lichaam laten stralen, laten ook je brein stralen. Het is gemakkelijker om je optimistisch te voelen, om stressbestendig te zijn, om creatief te denken, om goede ideeën te hebben, als je natuurlijk onbewerkt voedsel eet. En dat is natuurlijk een prachtige ontdekking die het gemakkelijker voor je maakt om jezelf te kunnen vertellen, hé, je mag altijd alles eten.
Hoe wil je je voelen voordat je eet, terwijl je eet en nadat je hebt gegeten? En als je verbinding kunt maken met hoe je je wilt voelen nadat je hebt gegeten. En niet alleen vlak daarna, maar ook hoe je de volgende dag wakker wilt worden. Als je dan kunt verbinden met het verlangen om je fris te voelen, helder te voelen, uitgerust te voelen, lekker diep en goed te kunnen slapen, je de volgende dag goed te kunnen concentreren, zin te hebben in de dag en een extra vonkje te voelen bij alles wat je doet.
Ja, dan is het misschien een stuk gemakkelijker om te denken, als je kunt kiezen tussen Optie A, een sterk bewerkte keuze voor je lunch. Of optie B, een natuurlijke keuze voor je lunch, die ook lekker klaargemaakt kan zijn. Dat je zegt, ja, ik vind ze allebei lekker, maar ik kies voor B omdat ik dat wat erna komt graag wil hebben. Dat stralende gevoel, die energie, die sprankelende energie, die levenslust.
En interessant vind ik ook dat naarmate je ouder wordt, je dat steeds meer gaat voelen. Hele jonge kinderen, hun metabolisme is zo snel. Ze zijn zo gezond, dat hun lijf heel veel kan hebben. Ik zag het ook vroeger altijd in mijn sportteam, toen ik echt nog een tiener was. Tieners kunnen laat naar hun bed gaan, ongezond eten… En toch de volgende ochtend vroeg verzamelen om een sportwedstrijd te spelen… En dan schieten ze over dat veld. Hun lijf kan dat hebben.
Je merkt dat je lichaam veel duidelijker tegen je begint te praten. En dat als je een, zeg maar, suikerwater in je brandstoftank giet, zoals ik net zei, in de brandstoftank van een auto of cola in de plant. Een plant van 50 reageert daar minder goed op dan een jong plantje. Ik weet niet of die vergelijking opgaat, maar je begrijpt wat ik bedoel. Dus ja, ik geloof dat je brein er last van heeft als je sterk bewerkt voedsel eet. En het kan een hele, hele verleidelijke aanleiding zijn om te zeggen als ik alles mag eten omdat mijn brein geen restrictie verdraagt.
Dus ik ga mezelf niet vertellen dat ik iets niet mag eten. Maar ik wil de switch maken naar iets niet willen eten, dan is dit één van de ingangen waarmee je kan zeggen ik mag het wel, waardoor je kan zeggen ik mag het wel, maar ik wil het niet. Om hoe ik me daarna begin te voelen. En dat is het me niet waard. Ik vind het lekker wat hier ligt, maar nou ook weer niet zo lekker dat ik dat ervoor over heb. Dus, zo’n mooie vraag. Dank jullie wel. Ik vond het ontzettend leuk om het op deze manier te doen en niet op social media te beantwoorden, maar nou ja, nu hier in de podcast.
Dus dank je wel voor de mooie vragen en ik ben er volgende week weer.