Twijfelen over de kwaliteit van je moederschap kan een aanleiding zijn om te vluchten in eten. De pijn die je voelt bij de gedachte dat je hierin tekortschiet wil je het liefst verdoven. Maar hoe reëel zijn je twijfels en waarom is je brein geneigd om hier ongenuanceerde conclusies over te trekken?
Veel van mijn cliënten lopen tijdens de coaching tegen dit onderwerp aan en het is opvallend hoe irreëel hun definitie van goed moederschap is. In deze aflevering deel ik iets van mijn persoonlijke ervaring hiermee en enkele inzichten die je helpen om minder last te hebben van twijfels over de kwaliteit van je moederschap.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 48.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten. Mijn naam is Marjena Moll, ik ben je coach en ik doe niets liever dan al mijn Etenslessen met je delen, waardoor je ontdekt hoe je afvallen zonder dieet en een vrouw met een fantastische relatie met eten. Laten we beginnen.
Hallo, hallo, hoe gaat het? Met mij gaat het goed. Ik heb één kind minder in huis. Ja, want oudste is verhuisd. Die heeft het nest verlaten. En man, wat was dat leuk en bijzonder. Emotioneel. Het was van alles en ik ga je erover vertellen.
De mythe van goed moederschap
En deze les gaat specifiek over de mythe van goed moederschap. En je kunt er ook naar luisteren als je zelf geen moeder bent, maar wel een moeder hebt, dan kun je het allemaal net omdraaien naar je eigen moeder kijken hierin. Het was zo fascinerend om te zien wat er met mij gebeurde op de dag van het afscheid. We hadden een week voordat mijn zoon uit huis ging nog een keer met elkaar een leuke avond gehad waarin we uiteten zijn gegaan. En nog één keer als gezin met z’n viertjes lekker een avond van elkaars gezelschap hebben genoten. En het weekend daarop had hij een busje gehuurd en heeft mijn man samen met hem zijn meubilair gedemonteerd, in die bus geschoven. En ik was die dag gewoon aan het werk, dus ik had allemaal sessies en vlak voordat ze vertrokken ben ik naar buiten gelopen om hem nog een dikke knuffel te geven en uit te zwaaien. En natuurlijk een foto te maken en een kort filmpje te maken van de bus waarin hij wegreed.
En dat was het. En aan het eind van de dag, toen hij weg was, ben ik naar zijn kamer gegaan. En ik had de hele dag heel veel blijdschap voor hem gevoeld, omdat ik me nog zo goed kon herinneren hoe waanzinnig leuk ik het vond, indertijd om op mezelf te gaan wonen. Dat eerste moment waarop je een bos sleutels in je handen houdt waarvan je weet die zijn van mijn huis, niet van mijn ouders, maar van mij. Ik vond dat zo’n gaaf gevoel. Ik vond dat zo fantastisch. Wauw, mijn eigen plek. En als ik door de voordeur ga, liggen daar alleen maar mijn spullen. En er gelden alleen maar mijn regels. En ik vond dat geweldig. Ik ben op mijn negentiende het huis uitgegaan en in Parijs gaan wonen, alleen en later met wat vrienden in Amsterdam. En ik vond het allemaal even leuk. Dus dat gevoel had ik absoluut. Ik was heel erg blij voor mijn zoon.
Maar je voelt hem al aankomen. Er was natuurlijk ook een andere kant. En toen ik aan het eind van de dag naar zijn kamer ging en daar op de zolder kwam waar het helemaal leeg was, op een paar memento na die hij achter had gelaten, wat bekers die ooit had gewonnen. Ben ik daar op de grond gaan zitten en ik heb me toch een potje zitten huilen. Echt, er kwam zoveel emotie ineens naar boven van de eerste herinneringen dat we in dit huis zijn gaan wonen en hij voor het eerst een eigen kamer had die hij niet meer met zijn zusje hoefde te delen en het best wel spannend vond om alleen op die zolder te slapen. En hoe ik mijn best had gedaan om daar gezellige jongenskamer van te maken voor hem.
Er kwamen zoveel herinneringen bij me terug en in die stortvloed aan emoties, ging mijn brein aan de wandel. En wat het wilde doen, de amygdala, het primitieve deel van mijn brein, het stapte op het pad van de negativiteitsbias . Het wilde op zoek gaan naar bewijs voor fouten. Het primitieve deel van het brein, wil altijd waken over je veiligheid of over de veiligheid van je dierbaren. En op het moment dat je zoon de deur achter zich dicht trekt en het huis verlaat, is er natuurlijk op een diep niveau een deel van jou wat zich afvraagt: is hij oké? Is hij veilig? Heeft hij voldoende bagage? En die vraag wijst dan natuurlijk naar jezelf en kom bij jou terug met de vraag: heb je het goed genoeg gedaan? Heb je hem alles gegeven wat hij nodig heeft? Is hij oké? Ik denk dat het daarover ging diep vanbinnen. En ik was me daar op dat moment niet van bewust. Zo heel direct.
Maar wat er gebeurde kon ik wel herkennen. Ik merkte dat mijn brein aan de wandel ging en van dat mooie sentimentele moment, met al die bijzondere, innige, grappige, speciale jeugdherinneringen, ineens een ander stuk begon te domineren, wat op zoek wilden gaan naar een redenatie waaruit zou blijken dat ik het niet goed genoeg heb gedaan. Dat ik mijn zoon tekort heb gedaan. Dat ik, nou dalen we nog een niveautje dieper, dat ik hem daarin beschadigd heb. En dan dalen we nog een niveautje dieper, dat ik hem daarin blijvend beschadigd heb. En dan, als we helemaal heel fijn op de put zitten, dan kan het nog wat ernstiger. Want dan wil het brein ook nog een voorspelling over de toekomst doen en daarin beredeneren waarom mijn zoon daar de rest van zijn leven last van zal hebben.
Nou, je kan je voorstellen dat als je brein dat pad afgaat, dat het natuurlijk een heel dramatisch moment wordt. Zittend, alleen, op een lege zolderkamer, huilend en bedenkend hoe ik tekortgeschoten ben als moeder hem daarin beschadigd heb voor het leven.
Oh mam, wat een tragedie. En wat er gebeurde, gelukkig, was dat ik zag dat mijn brein die afslag wilde nemen. Ik was me ervan bewust en ik kon voldoende van een afstand te zien waar dat toe zou kunnen gaan leiden, om mij te realiseren: nee, nee, dit ga ik niet doen. Dit is niet wat ik wil. Dit is de dag dat hij gaat vieren dat er voor hem een nieuw hoofdstuk begint. Dat ik ook wil vieren dat er voor hem een nieuw hoofdstuk begint. En natuurlijk zit er in een loslaten en komen daarbij allerlei herinneringen op gang. En daar zitten ook herinneringen tussen waarin ik echt de plank wel heb misgeslagen. Natuurlijk.
Je kunt onmogelijk twintig jaar lang verantwoordelijk zijn voor iemand anders en daarin geen fouten maken. Natuurlijk heb ik missers gemaakt. Maar ik sta mijn brein niet toe om daar een verhaal van te gaan maken, wat totaal niet reëel is. Mij alleen maar pijn doet en niets toevoegt.
En dat is de kracht van coaching. Dat is de kracht van mind management en van je eigen gedachten kunnen observeren en kunnen herkennen wat er gebeurt.
En ik was heel erg blij dat ik dat daar kon doen en mijn brein als het ware terugfluiten en zeggen: neen, neen, kom maar terug. Kom maar terug. Deze verdiepingen gaan wij niet afdalen, want ik weet precies waar dit naartoe gaat en het voegt niks toe. Dit wil ik niet. En ik ben daar nog even lekker blijven zitten totdat ik was uitgehuild. En ik heb dat moment gepakt en het voelde heel erg goed. Het was heel erg fijn om op die manier me gewoon even heerlijk te kunnen laten gaan. En daarna ben ik gaan nadenken over dit onderwerp. Over moederschap.
Als er iets is waar heel veel van mijn cliënten in hun gedachtewerk tegen aanlopen, dan is het dit vraagstuk. Over moederschap en de momenten waarop ze tijdelijk denken dat ze geen goede moeder zijn. En dan misschien ook deze etages afdalen en beredeneren hoe kwalijk dat is, hoe ze hun kind daarin tekort hebben gedaan, hoe ze hun kind daarin hebben beschadigd en dan beschadigd hebben voor het leven waar dat kind een leven lang last van gaat hebben.
En ik denk dat als er iets is waarin wij geneigd kunnen zijn om zwart-wit te denken, dan is het wel over dat moederschap. Het heeft gewoon mythische proporties in ons. En door dit afscheid, doordat moment daar op zolder vond ik dat een mooi onderwerp voor je, omdat hier eens te bespreken en te bekijken van verschillende kanten.
Een van die kanten daarin is dat je natuurlijk waanzinnig veel van je kind houdt, dat je je leven zou geven voor je kind. En dat dus het idee dat je je kind tekort zou doen of zelfs beschadigd zou hebben heel veel pijn doet. En dat brengt je bij dat stuk van emotionele tolerantie.
Hoe goed ben je in staat om gevoelens van schuld, falen of tekortschieten in jezelf te dragen, zonder daaraan te willen ontsnappen en dan te gaan eten?
Dit stuk gaat over emotie-eten in relatie tot je schuldig voelen of te kort voelen schieten of falen in je moederschap. En dit is één van de dingen die je te leren hebt als je uit je strijd met eten wilt komen. En dat is een rijping die je wil doormaken in het kunnen voelen van al je emoties. En dus ook deze emoties als ze eenmaal in je geactiveerd zijn.
Deze pijn wil je kunnen dragen in jezelf. Dat is een stuk, want als die pijn er eenmaal is, dan is ie er al. En dan kan je nog maar één ding doen. En dat is hem toelaten en zelfs verwelkomen in je lichaam, je er niet tegen verzetten, maar hem verwelkomen in je lichaam en hem bij je dragen zo lang als nodig is, helemaal tot het einde, tot het is uitgewerkt en de emotie zich omvormt in iets anders. Dat is een stuk, dit gaat over jouw emotionele tolerantie. Het andere stuk gaat over het onderzoeken van de overtuigingen die jij hebt over goed moederschap, want die mythische proporties die dat kan aannemen die zijn vaak niet reëel. En als er iets is wat we geneigd zijn zwart-wit te maken, dan is het dat moederschap. Je doet het goed of je doet het niet goed. En vanaf het moment dat je denkt dat je het niet goed doet, heb je die pijn.
Maar wat is het goed doen? Heb je wel eens onderzocht wat jouw definitie is van goed moederschap? Als je dat doen en je hoort je zelf het woord altijd gebruiken, dan weet je al dat je een irreële verwachtingen van jezelf hebt.
Een goede moeder is altijd beschikbaar, een goede moeder is altijd geduldig. Een goede moeder is altijd lief. Een goede moeder is er altijd op het juiste moment. Een goede moeder verheft nooit haar stem. Een goede moeder snauwt niet. Ga maar eens kijken wat er bij jou uit komt rollen als je dat rijtje voor jezelf gaat opschrijven. Wat geloof je eigenlijk over goed moederschap?
En toen ik deze les aan het voorbereiden was en erover nadacht, moest ik ook terugdenken aan mijn allereerste beeldvorming van moederschap is natuurlijk de moeder die ik heb gehad, maar ook, en dat vind ik zo interessant, al die sprookjes waar ik jarenlang als kind naar heb geluisterd, waarbij de goede fee of de koningin altijd een archetype is van goedheid. Alleen maar lief, alleen maar wijs, alleen maar zachtaardig, geduldig, de verpersoonlijking van goedheid. En de boze heks is het archetype van kwaadaardigheid. Zelfzuchtig, gemeen. Slechte intenties. En ik denk dat deze het tegengestelde, in je vormende jaren, zeker ook als kleuter, ik denk dat het mogelijk veel meer impact op ons heeft dan we ons misschien hebben gerealiseerd. En ben ook heel erg blij dat er tegenwoordig steeds meer kinderboekjes op de markt komen die, nou ja, ik zal maar zeggen next level zijn. De mythische ideeën van wat goed en slecht is op een andere manier belichten die wat meer bij de realiteit staan en waar jonge kinderen zich wat meer aan kunnen relateren. Maar goed, dat is een ander stuk, maar hier deed het mij wel aan denken, die goeie fee die alleen maar lief is, alleen maar zachtaardig, alleen maar geduldig. En die boze heks die alleen maar kwaadaardig is en meer smaken zijn er niet.
Er zijn geen vijftig tinten grijs voor het moederschap. Althans, dat maken wij er zelf dus niet van. En dat doet vaak zo’n pijn.
Dus als je gaat kijken naar jouw eigen definitie van goed moederschap, wat kom je daar dan in tegen? Wat zie je jezelf opschrijven? En hoe reëel zijn je verwachtingen? Wat klopt er? Wat zie je gebeuren in de praktijk? En waar doe je jezelf pijn?
Ik kom het zoveel tegen dat ik het heel waardevol voor je vind, omdat hier eens een keertje zou neer te leggen en je uit te nodigen om het voor jezelf uit te werken en hier naar te kijken. En als jij jezelf ook herkent in dat opzoek gaan naar fouten en opzoek gaan naar tekortkomingen in je moederschap, dan mag je daar wat meer grijstinten op gaan loslaten en zeggen: zou het misschien zo kunnen zijn dat het van alles wat is en dat de negatieve bias van het brein, het brein wat er gewoon baat bij heeft om altijd op zoek te gaan naar gevaar en dus in het willen beschermen van jouw naasten, op zoek wil gaan naar hoe het mogelijk mis zou kunnen gaan met je kind en hoe jij daar dan misschien schuldig aan bent, debet aan bent en de oorzaak van bent.
Dat mechanisme kunnen gaan herkennen als waardeloos. Echt waardeloos. Je hebt er helemaal niks aan. Het voegt helemaal niets toe.
Wat wel iets toevoegt en wat wel waardevol is, is gaan kijken naar de grijstinten in jouw definitie van goed moederschap. Want wat zo mooi is in die grijstinten is dat het ruimte laat voor jouw menselijkheid, jouw menselijke ervaring, jouw tekortkomingen, jouw missers en hoe je daar juist mee kan werken en ze kan inzetten in je moederschap.
Als ik kijk naar de allermooiste gesprekken die ik voer met mijn kinderen, dan zijn dat regelmatig juist de gesprekken waarin onze samenwerking en onze communicatie het onderwerp van gesprek is. Als er iets is wat respect communiceert, is het wel het moment waarop ik kan zeggen: hé, kunnen we nog even hebben over vanmorgen. Want wat ik daar zei, dat was niet mijn bedoeling. Of: hé, ik vond ik daar de plank mis sloeg. Of: hé, ik vloog daar uit de bocht en dat was niet oké. Sorry, daarvoor, zullen we het er even over hebben?
Als dat gebeurt, als je dat kan aanbieden. Ik zie er altijd alleen maar mooie gesprekken uitkomen en alleen maar intimiteit uitkomen, zoveel waardevoller voor de binding en de relatie die je met elkaar hebt dan iets foutloos willen neerzetten wat niet haalbaar is, maar waarin je dan dus ook deze dialoog niet kan voeren met elkaar terwijl juist dat, vind ik, zo respect is. Je leeft daar in respect voor. En je leeft daarin open dialoog voor. Een menselijkheid voor en laten zien, dit kan allemaal voorbij komen in een huis waarin je met elkaar samenleeft en van elkaar houdt en elkaar respecteert. Natuurlijk sla je de plank dan wel eens mis. En als je ziet hoe gemakkelijk je daar het gesprek over kan voeren en hoe gemakkelijk de ander dan dus ook de stap naar jou kan zetten omdat jij dat zo soepel hebt voor geleefd. Ja, dat vind ik fantastisch.
Dus we hebben die mythische proporties helemaal niet nodig. Ze zitten ons alleen maar in de weg en het weerhoud je van het zien van de grijstinten in dat wat je allemaal te bieden hebt en wat je meebrengt in dat moederschap. En ik denk dat het heel waardevol voor je kan zijn om daarnaar te gaan kijken en deze twee stukken op te pakken.
Jouw emotionele rijping, het leren dragen van schuldgevoelens of gevoelens van falen zonder te gaan eten en het andere stuk, dat mentale stuk waarin je onderzoekt wat jouw maatstaf is voor goed moederschap en in welke mate dat klopt en waar jij jezelf daarin tekort doet. En daarmee waarschijnlijk ook de relatie met je kind.
Ok. Dit wilde ik met je delen. Ik wens je een heerlijke week en ik ben er volgende week weer. Tot gauw.