Je verheugen op eten kan een rol spelen bij overeten. Als de voorpret die je voelt door genotzucht wordt gedreven neem je op dat moment meestal een aanloop naar overeten. Dit betekent niet dat je geen plezier aan eten kan beleven en je daar ook op verheugen. Hoe je die twee uit elkaar haalt bespreek ik in deze aflevering.
Het is zo bijzonder om te ontdekken dat je zo slank kan worden als je wilt en daar geen plezier in je relatie met eten voor hoeft in te leveren. Als die gedachte je soms in de weg zit is deze les voor jou.
Luister en ontdek hoe dit eruit ziet.
Hallo, hoe is het? Hoe gaat het met je? Ik was gisteren jarig en het was een dag zonder taart en dat is geen prestatie. Dat ging toevallig, dat liep toevallig zo en ik heb daar eigenlijk niet eens zo bij stilgestaan. Pas toen ik deze podcast voor je ging opnemen, dacht ik hier over na. Dacht ik ‘hey, interessant, ik heb geen taart gegeten’ en ik was daar eigenlijk helemaal niet mee bezig. Ik associeerde de dag niet per se met taart en het deed mij denken aan de verschuiving die heeft plaatsgevonden in mijn relatie met eten, die er eerst meer uitzag als genot. Genot speelde een grotere rol in mijn relatie met eten en heeft inmiddels plaatsgemaakt voor plezier.
En ik wil in deze aflevering het verschil tussen beiden voor je duidelijk maken, omdat het je enorm kan helpen in dat stuk waarvan jij zegt ‘ik kan mij zo op eten verheugen’. Ik kan mij zo op overeten verheugen. En zodra je schaamteloosheid in je relatie met eten toelaat en met liefde kijkt naar je menselijkheid, met liefde kijkt naar jouw relatie met eten, dan kun je dit stuk misschien zien. Dan kun je zien dat er een deel van jou is wat zich enorm kan verheugen op eten en ook misschien zich kan verheugen op overeten. En wat kan hierin voor je veranderen? Laten we daarnaar kijken.
Genot een relatie met eten waarin eten een functie vervult, een rol speelt die genot gedreven is, ziet er vrij eendimensionaal uit. En wat ik daarmee bedoel is dat de gedachten die maken dat je je verheugt op eten eigenlijk alleen maar over het eten zelf gaan en alles wat zich daaromheen afspeelt meer het optuigen is van je genot ervaring. Dus de mensen die je uitnodigt, stel dat het iets is wat je gaat doen met allemaal mensen erbij, dan is het uitnodigen van de mensen, het nadenken over het dekken van de tafel, het in huis halen van de boodschappen, het bedenken wat je allemaal gaat klaarmaken, wat je gaat kopen, wat er allemaal in huis gaat komen, is allemaal een aanloop naar die ervaring van genot. En je kunt dan merken dat het nadenken over al die dingen eromheen alleen maar is bedoeld om je te helpen anticiperen op het genot wat gaat komen. En je kan dan ook merken dat je er graag mee bezig wilt zijn. Dat verheugen, die voorpret, dat anticiperen op het eten, dat doe je door hier bij stil te staan. Ok, wat ga ik allemaal kopen? Wat ga ik allemaal halen? Wat zijn de beste plekken? Waar kan ik de beste varianten krijgen? En oh, en dan haal ik er dit er ook nog bij en dan doen we dat naderhand en komt dit nog bij de koffie..haha..
En je kan merken dat de energie die hier achter zit genotzuchtig is. Als je hier schaamteloos naar kan kijken. Volledig naast jezelf kan staan, dan kan je zien dat dit allemaal het anticiperen is op genot wat gaat komen. En je kunt merken dat de gedachten die dat genot drijven gedachten zijn die vrij simpel zijn en allemaal over eten gaan. Ik wil dit. Ik neem straks alles. Ik verheug mij op…Ik ga straks dat bestellen. Dit gaat zo lekker worden. En als je onderzoekt wat het met je doet, wat die gedachten met je doen, dan kan je zien dat je brein zwemt in genot, in het anticiperen op het zwemmen in genot, in het opgaan in genot. En dat dit een vrij eendimensionale beleving is waarbij alles wat er om heen gebeurt alleen maar het klaar zetten is, het pakken van de spulletjes, die ervaring voor je, die je helpen zien: het gaat gebeuren, t komt eraan, t gaat gebeuren, t komt eraan. En wat je daar doet is je uitleven. Dit kan eruitzien als iets wat je met allemaal mensen doet. Het kan er ook uit ziet als iets wat je alleen doet, waarbij je weet ‘als ik straks thuiskom, ga ik me omkleden, ga met joggingbroek aantrekken. Ik doe de gordijnen dicht, ik zet m’n telefoon uit, ik zet Netflix aan’ en je bent al helemaal aan het bedenken hoe jij je straks helemaal alleen terugtrekt in jouw hol van genot. In die grot van alleen zijn, met die ervaring.
Dus het anticiperen op genot wat gaat komen. En dit anticiperen kan heel onverwacht ineens als een idee in je opkomen waarbij de aanleiding om hier voor te kiezen gaat over uit willen checken van dat wat zich eerder heeft afgespeeld. En dan is het niet alleen iets wat je gaat uitleven, het gaat ook vaak dan over afreageren.
Deze ervaring, deze genot gedreven energie, het anticiperen op wat komen gaat, verandert. Je verheugen op eten verandert als er meer dimensie in je relatie met eten komt en dat wat eerst zo genot gedreven was overgaat in plezier. En het plezier wat je voor jezelf creëert gaat meer over het grotere geheel, de hele ervaring en niet alleen het eten. De hele ervaring gaat dan ook over het gezelschap waar je in bent. De sfeer die wordt gecreëerd, de muziek waar je van geniet of de aankleding waar je van geniet. En dit is allemaal de buitenkant wat er om je heen gebeurt.
Maar plezier gaat ook over alles wat binnen in jou gebeurt. De belangstelling die je daar voor hebt. Je binnenwereld. Wat denk ik allemaal? Wat voel ik allemaal? Welke ervaring doe ik hier op? En het verschil daarbij tussen genot en plezier is dat genot en genotzucht een gedreven energie heeft die waarin jij eigenlijk het liefst zo veel mogelijk met rust wilt gelaten worden en niet in contact wil zijn met deze andere stukken. Waar plezier meer alomvattend is en openstaat. Er is een openheid. Je wilt juist wel in verbinding zijn met alles wat er om je heen gebeurt en wat er in jou gebeurt. In genotzucht staat niet alleen dat wat om je heen gebeurt op de achtergrond, maar dat wat er in jou gebeurt, staat ook op de achtergrond. Je wilt alleen zwemmen in genotzucht, in de ervaring van genotzucht en je uitleven.
In een ervaring waarin er meerdere dimensies aanwezig zijn, sta je open. Je hebt plezier en je geniet van het grotere geheel, waarbij zowel je omgeving als je binnenwereld in een open verbinding zijn met de ervaring van het eten op zich. En als je mij er zo over hoort praten kun je zien dat waar je genot gedreven bent, wilt zwemmen in genot en opgaan in genot en je wilt uitleven, je niet zal samenwerken met je lichaam en voelen wanneer je verzadigd bent en voldaan bent, omdat dit niets te maken heeft met verzadiging en voldoening. Dit heeft te maken met je uitleven en je uitleven in genot stopt pas op het moment dat het eten je begint tegen te staan.
Als je merkt ‘oeh, dat wat eerst zo lekker zoet was of zo lekker vettig, maakt me nu bijna onpasselijk.’ Mijn smaakpapillen zijn zo overspoelt met dit voedsel. Het begint nu een onprettige ervaring te worden, zowel in mijn mond als in mijn keel als in mijn maag. En dat maakt dat je deze ervaring, meestal achteraf niet meer zo prettig vindt. Het was te veel van alles. Je hebt je uitgeleefd, maar nu voel je je niet lekker. Je lichaam voelt zich niet lekker. En het is vaak dit stuk wat maakt dat je zegt het is te, te veel. Waarom doe ik dit nou? Alleen waar je aan gehecht bent is, deze relatie, dit stuk van jouw relatie met eten waarin je al deze dopamine in jezelf opwekt. In het je verheugen op het eten wat gaat komen. Waarbij dat genot al volop aanstaat en het je uitleven in het moment zelf. ‘O, en nu wil ik nog wat van dit en nu wil ik nog wat van dat en ik pak hier nog wat van en ik wil straks dat nog hebben’, en bij alles is ‘ja ja, ik wil, ja ik wil, ja dit wil ik ook. Ja, ik wil.’
En dat leef je helemaal uit totdat je aan de andere kant daarvan ongemak voelt. Fysiek ongemak. En als je niet tevreden bent over je relatie met eten en niet tevreden bent over je gewicht, is hier ook niet alleen een ongemak in je lichaam, maar kom je hier ook een ongemak tegen in de gedachten die je hebt, in de emoties die het in je oproept omdat je ontevreden bent. Waarom deed ik dit nou? Waarom stopte ik niet na.. dat ene..Waarom liet ik het daar niet bij? Waarom nam ik nou ook nog? En dan komt dit hele stuk erachter aan wat een wat een kater veroorzaakt.
Een eetkater van balen en spijt en je ongemakkelijk voelen. En misschien is er daarna ook nog weer die resolutie van ‘oké, hier ben ik dus helemaal klaar mee. Dit doe ik niet meer’. Maar het is een patroon en het is een patroon wat bij je terugkomt nadat het ongemak van die ervaring wat is gesleten en je dat weer wat vergeten bent. En dan komt er weer een volgend moment van je verheugen op.
En het deel van je brein wat genotzuchtig is, leert niet van misselijkheid. Het leert niet van buikpijn. Het leert niet van darmproblemen. Het leert niet van jouw zelfkritiek en ontevreden zijn over je gedrag en het piekeren over waarom doe ik dit nou en wanneer hou ik hier nou eens mee op? Dit stuk in je brein vindt eten gewoon altijd een goed idee. En zolang het van jou deze rode loper krijgt van je verheugen, de voorpret, het anticiperen op het genot wat gaat komen, de gedachten die je daar allemaal bij kiest, werk je jezelf automatisch toe naar die volgende ervaring waarin zich dit opnieuw zal afspelen. En wat ik je wil laten zien is dat er een relatie met eten voor je mogelijk is waarin je dit niet meer cultiveert, maar een andere ervaring voor jezelf cultiveert die plezierig is. Waar je geen eetkater aan overhoudt en waarin je zelfs nog deels ook genot kan toelaten. Alleen jij ontdekt daar in welke mate van genot voor jou werkt.
Welke mate van genot jouw gewicht niet, het gewicht wat jij wilt hebben, niet ondermijnt, jouw relatie met eten niet ondermijnt, met balen en lichamelijke klachten en een duf hoofd hebben en een eetkater en spijt hebben, maar genot wel een plek inneemt in die relatie maar precies, net jouw sweetspot is waarvan jij zegt ‘zo werkt het voor me. Zo is het geen probleem, zo loopt het niet uit de hand en ik merk dat ik op deze manier prima mijn weg kan vinden in genot en genot onderdeel laten uitmaken van mijn relatie met eten.’ En wat kom je daar dan in tegen?
Wat je zal merken is dat als je inzet op plezier en niet op je uitleven in genot, maar inzet op plezier, alles eromheen in beeld blijft. De omstandigheden waaronder je gaat eten blijven in beeld en je verbindt je daarmee. En je gaat uit van het idee dat alles wat je nodig hebt om plezier te ervaren tot je beschikking staat. Ook als eten geen onderdeel uit zou maken van wat je dadelijk gaat doen of tegenkomen. En dat betekent dat je de vaardigheid ontwikkelt van kunnen genieten. En dan noem ik maar even het scenario van de twee scenario’s die ik je gaf. Het scenario waarbij je mensen uitnodigt, waarbij jij weet als eten geen rol zou spelen, als er eten niet zou bestaan en ik nodig deze mensen uit en ik dek de tafel voor ze en we gaan bij elkaar zitten en we zijn drie lang bij elkaar. En ik ga uit van het idee dat alles wat ik nodig heb om vanavond plezier te beleven tot mijn beschikking staat. Waar haal ik dat plezier dan uit?
En als je je brein aan het werk zet om daar de antwoorden op te vinden, dan merk je dat het hier te vinden is. In het houden van deze mensen, in de belangstelling die je voor ze hebt, in de aandacht die je voor ze hebt. In het plezier wat je kan halen uit het ze naar de zin willen maken en nadenken over wie je wilt zijn voor ze die middag of die avond, hoe je wilt komen opdagen voor ze en hoe je de ruimte voor ze gaat aankleden om ze welkom te heten en te laten merken dat je van ze houdt en in ze geïnteresseerd bent.
En daarbij ook in verbinding bent met jezelf, met jou, met jouw ervaring daarin. ‘Hoe is dat hier voor mij vanmiddag? Hoe kan ik plezier beleven aan de voorbereidingen die ik tref? Zet ik fijne muziek op? Maak ik het leuk voor mezelf om de kamer op te ruimen, gezellig te maken en bloemen op tafel te zetten?’ Of wat het ook is waar je voor kiest? ‘Hoe maak ik die ervaring aangenaam?’ En als ik merk dat daarin haast zit, of nog stress van het werk wat ik eerder die dag heb gedaan. Hoe kan ik mezelf daar in dragen en mezelf daarom waarderen en dat aangenaam maken? Het mezelf naar de zin maken in het ongemak wat ik daarin tegenkom, zonder dat daar iets aan hoeft te veranderen.
Dit is een levensvaardigheid die je in een genotzuchtig gedreven ervaring niet opdoet. Die kom je daar niet in tegen, omdat die ervaring van genotzucht eendimensionaal is. Ik verheug mij nu op het eten wat gaat komen en dat is alles wat er is. En ik denk na over wat ik ga eten en wat ik allemaal ga nemen. And I am just setting the stage. Alles wat ik hier nu om me heen doe is het orkestreren van het genot wat gaat komen en dat geeft me heel veel dopamine.
In deze andere ervaring van plezier als je uitgaat van het idee: alles wat ik nodig heb om plezier te ervaren deze komende drie uren en in de uren die daaraan voorafgaan, staat al tot mijn beschikking.
En daarbij ben je je dan bewust dat gevoelens gedreven worden door gedachten. Dus welke gedachten activeren de beleving van plezier in mij?
Gedachten aan dat wat je waardeert in de mensen die je hebt uitgenodigd, kan een ervaring van plezier voor je activeren. Het gezellig maken van de kamer van je huis. Het dankbaar zijn voor deze mensen in je leven terwijl je in de rij staat bij de kassa om die boodschappen te halen en misschien druk is in de winkel, kan een ervaring van plezier geven. En zelfs in zo’n mate dat als iemand voordringt in de rij, je daar niet aan ergert. Of als je net aansluit en vlak voor jou iemand een enorme kar voor de kassa schuift en iets in je zegt ‘dit gaat veel tijd kosten. Dit gaat lang duren’, je ook zelf daar plezier in kan beleven. Het staat allemaal tot je beschikking en dat is die levensvaardigheid die ik je hier laat zien die je mist als je gedreven wordt door genotzucht en het verlangen om genot uit te leven en gedreven wordt door het anticiperen op genot.
Dit, als je hiervoor kiest, zal je merken dat de verandering in je relatie met eten eruitziet als iets wat je misschien noemt als m’n feestje is verpest. Het overeten is niet meer zo leuk als dat ik het ooit vond. En dat klopt. Dit stuk. Gedreven worden door genotzucht en gedreven worden door het anticiperen op genot, beleef je minder plezier aan als je in verbinding blijft met wat je voelt en denkt. Als je naar jezelf kijkt en ziet dat het ééndimensionaal is wat je aan het doen bent en dat je in werkelijkheid daarmee al het andere in jezelf overschreeuwt en overstemt. En je merkt daarbij dat als je eenmaal weer bij jezelf terugkomt nadat je dat genot hebt uitgeleefd, je niet alleen die lichamelijke klachten hebt en die eetkater, maar je ook merkt ‘ik vind het eigenlijk helemaal niet meer fijn om mijzelf zo te verliezen in genot. Om mezelf eigenlijk helemaal van de wereld te maken. En dan daarna bij mezelf terug te komen met deze eetkater, met dit ongemak en te merken dat ik een heel stuk van mezelf kwijt ben geweest. De uren voorafgaand aan het eten, in het anticiperen op het overeten en alles wat daarna kwam.’
En voor dat andere scenario geldt exact hetzelfde. Als je anticipeert op genot in het alleen eten, weten ‘als ik straks thuis kom, ga ik mijn joggingbroek aantrekken en de telefoon gaat uit en de gordijnen gaan dicht. En ik ga Netflix opzetten.’ Want hey, als je dan toch jezelf helemaal wilt overgeven aan genot. Hoe meer prikkels die maken dat je jezelf even helemaal uitzet en alleen maar in genot opgaat, hoe beter. En kijken naar een film of binchen op een televisieserie helpt je daarbij. Versterkt die ervaring. Maar wil je jezelf nog helemaal kwijt? Wil je helemaal uitstaan? Wil je jezelf verliezen in een ééndimensionaal contact met genot om daarna terug te komen bij jezelf en te merken ‘wacht even, in die relatie met mezelf ben ik zo zorgzaam aan het worden. Zorgzaam naar wat ik denk, wat ik voel, wat ik nodig heb, hoe het met me gaat en daar een knip in aanbrengen en die verbinding met mezelf kwijtraken, om daarna terug te komen met een eetkater’ en te merken ‘ik was je kwijt. We hebben helemaal niet meer afgehecht hoe het voor je was om uh, het zo druk te hebben gehad op je werk. Of hoe het voor je was toen je dat berichtje kreeg. Die WhatsApp van je kind waar je je zorgen over maakte.’ Ik weet niet waarom ik zo vaak praat over de zorgen rondom kinderen, maar t is iets wat ik veel tegenkom in m’n coaching en in mijn eigen ouderschap kan ik die kwetsbaarheid herkennen. Als je kind niet lekker gaat, dan houd je dat snel bezig. Veel bezig als je daar jezelf daar niet op coacht. En daar een knip in zetten en dat gewoon helemaal kwijt zijn geweest voor een aantal uren geeft minder voldoening naarmate je vaardiger wordt in de kwaliteit van het contact met jezelf, in het zorgen voor je gedachten, in het zorgen voor je gevoelens. En wat je dan merkt is dat hoe vaardiger je daar in wordt, hoe minder wenselijk het is om dat contact met jezelf ineens van het ene op het andere moment uit te zetten, alleen nog maar te anticiperen op genot en jezelf weer terug te vinden met een eetkater en lichamelijk ongemak. En dan te merken dat wat je liet liggen vanaf het moment dat je op die trip ging zitten van genot er nog steeds is en het heeft geen aandacht meer gekregen en je hebt het niet verwerkt.
Wat er gebeurde op je werk, wat er gebeurt in je gezin, wat er gebeurt in de relatie met jezelf. Je hebt de stekker er tijdelijk uitgetrokken. En daarvan merk je ‘ik vind dat eigenlijk helemaal niet fijn. En ik heb dat ook niet meer zo nodig.’ Maar daarmee is de mate waarin ik nog geniet van anticiperen op genot en opgaan in genot wel veranderd. En dan kan die gedachte in je opkomen ‘ mijn feestje is een beetje verpest. Ik vind t eigenlijk helemaal niet meer zo leuk. Ik merk nu dat ik dingen aan het pakken ben en aan het opentrekken ben maar om de verkeerde reden. Eigenlijk alleen maar om uit te gaan staan. En het voelt niet meer goed in relatie met mezelf om uit te staan, om mezelf uit te zetten en daarna bij mezelf terug te komen met een kater.’
Dus dit is een verschuiving die plaatsvindt in je relatie met eten, waarbij je verheugen op eten wel degelijk aanwezig kan zijn, maar niet meer vanuit genotzucht. En je wel kan bedenken ‘oh, vanavond maak ik dit klaar’, of ‘ik eet straks dat voor de lunch of als we elkaar treffen, verheug ik me al op het eten, waarvan ik weet dat ze daar op de kaart hebben staan.’ Maar het is niet genotzuchtig. Het is niet een anticiperen op uitstaan wat je daar doet. Je verheugt je op het geheel, namelijk eten omdat je honger hebt en dan eten kiezen wat goed is klaargemaakt, wat je erg smaakvol vindt, wat met zorg is klaargemaakt. De energie die het je lichaam zal geven. De verzadiging die je zal voelen nadat je lichaam heeft kunnen meten ik heb nu al mijn nutriënten binnengekregen. Dit was goed zo. De voldoening die je dat geeft en het fijne gesprek wat je intussen met iemand voert waarbij jij helemaal present bent voor het uitwisselen van contact en connectie en verbinding en verbinding met jezelf en alles aanwezig blijft in jou. Dat. Dat ga je waarderen en zo’n plezier in beleven, aan beleven, dat het verheugen op het delen van die maaltijd of het eten van je maaltijd daar maar een klein onderdeel van uitmaakt. Wat je absoluut voldoening geeft en waarvan je zeker zal kunnen zeggen ‘ik geniet absoluut van eten. Ik heb een hele fijne relatie met eten, maar het is niet meer ééndimensionaal.’
En daar waar eten je genotzuchtig kan maken, dat is dat stuk waarvan ik zeg: genot kan onderdeel uitmaken van je relatie met eten, daar waar je iets eet waarvan je weet dat je brein er genotzuchtig van wordt. Dat kun je uitstekend in goede banen leiden, maar altijd vanuit bewustzijn. Want het effect wat dat soort voedsel op je heeft, vraagt om bewustzijn om goed begeleid te kunnen worden. En wat je merkt als je hier helemaal voor openstaat, voor het ontwikkelen van een relatie met eten waar genot een onderdeel van kan uitmaken, is dat je merkt ‘het begeleiden van genotzucht is lastiger voor mij als ik moe ben. Het begeleiden van genotzucht is lastiger voor me als mijn gevoelens dwarszitten waar ik in het verleden op uitcheckte. Dit wil ik niet voelen. Dit is te veel. Dit heb ik niet verdiend. Ik heb nu recht om me lekker te voelen. Dit kan ik niet dragen. Dit kan ik niet tillen. Weg ermee.’ Als die gevoelens actief zijn op het moment dat je iets eet wat je genotzuchtig maakt, dan merk je ‘ oeh, ik vraag nu wel veel van mezelf. Ik ben heel gestrest of gefrustreerd of erg bezorgd. Of ik voel me afgewezen of verdrietig. En dat zijn gevoelens waar ik vroeger op uitcheckte. Ik voel dat nu. Wordt lastig voor me om niet te overeten als ik nu iets eet waar mijn brein erg van aangaat. Wat een suikerpiek activeert.’.
Wat je ook zal merken is dat als je eerder niet in contact met jezelf bent geweest en daarmee over je grenzen bent gegaan, jezelf hebt overvraagd en je gaat nu eten, dat wat je hebt genegeerd, zich als het ware wil uitleven in dat voedsel wat je genotzuchtig maakt. En dan merk je dat het ook lastig is om niet te overeten.
En wat je hier ook in tegenkomt is als je nog niet daadwerkelijk gelooft dat wat je daar eet, dat je dat echt hebben mag, dat er overvloed is. En als er ergens nog een stemmetje in je zit wat zegt ‘nu mag het, dit is mijn kans’, dan wil je van dit eten niks laten liggen en dan gaat het op tot de laatste kruimel, wat het ook is.
En dus zul je zien dat de vaardigheid die je nodig hebt om voedsel wat je brein genotzuchtig maakt, wat naar meer smaakt, om dat in goede banen te kunnen leiden, dat daarin een aantal randvoorwaarden een rol spelen. Je vermoeidheid, de emoties die een rol spelen, de mate waarin je vandaag met jezelf in verbinding hebt gestaan. En wat hier ook een rol kan spelen is of je een lege maag hebt en of je goed hebt geslapen. O ja, vermoeidheid, zei ik al. Of je een lege maag hebt. De dag beginnen met pannenkoeken, met suiker op een lege maag of als je net hebt gesport, noem maar iets, is een hele andere ervaring dan wanneer je eerder een prachtige salade hebt gegeten en je emotioneel fijn voelt, goed voelt, in verbinding bent met jezelf en dan besluit om, ik noem maar even iets een stuk cheesecake te eten, dan is het heel goed mogelijk dat je zonder problemen wat van die cheesecake kan laten staan, want je bent ‘nah, ik heb écht even genoten van deze paar hapjes.’ Misschien heb je ook je ogen erbij dicht gedaan om die ervaring van de boter en de suiker. Ik weet niet wat er allemaal bij mekaar komt daar om dat genot in je mond met je volle aandacht te beleven en dan te merken ‘o ja, en hier laat ik het nu bij.’ Mijn brein zegt misschien wel van doe me dit, dan gaan we door. Maar ik kan me daarvan losmaken. En dat heeft te maken met het anker wat in jezelf zit. De verbinding die met jezelf aanwezig is op dat moment. En als je die waardeert, als je dit in de relatie met jezelf waardeert, als je ziet hoe kostbaar dat is en hoe veel je dat brengt in je leven, dan merk je dat je dit stuk voedsel wat jou genotzuchtig maakt een plek kan geven die voor je werkt.
Je wordt zo slank als je wilt. Je hebt geen eetkaters meer. En je anticipeert niet meer op losgaan, op uitstaan, op uitchecken, op uitleven. Dat wil je niet meer met dit soort eten, omdat wat jij hebt gebouwd in de relatie met jezelf, je dierbaarder is, waardevoller is. Je hebt het niet meer nodig. Als dit deze ontwikkeling nog maar net op gang is gekomen, wat jij herkent als oh, mijn feestje is een beetje verpest. Oké, dit is wat ik nu ga doen als ik straks thuis kom. Dan gaat die joggingbroek aan en dan ga ik. En je merkt ‘wat ben ik eigenlijk aan t doen? Ik zie waar dit naartoe gaat en dit wil ik eigenlijk helemaal niet.’ En dat komt omdat je dit stuk in jezelf tot ontwikkeling hebt gebracht en je merkt dat het eten van dit soort eten, dat je dat alleen wilt doen als je weet ik kan dit nu prima begeleiden en ik doe dit voor de voor de smaak, voor het genot ervan, maar ook niet meer dan als een momentopname in het grotere geheel. Terwijl bij je verheugen op overeten en het anticiperen op overeten, gaat het alleen maar daar over. Dat is het doel. Het is een doel op zich. En hier in deze relatie met eten is genot niet het doel op zich. Het maakt onderdeel uit van een groter geheel.
En dan heb jij een relatie met eten waarin je zo slank bent als je wilt. Eten geen probleem voor je is waarvan je merkt dat je brein je zo in de tang kan hebben van dat anticiperen op genot en het helemaal uitleven en daarna weer denken waarom deed ik dat nou? Dat hele stuk krijg je er uit.
Maar, dat dat feestje waarvan je in t begin zeg ‘mijn feestje is verpest.’ Dat feestje maakt plaats voor plezier. Plezier in je avonden. Plezier in alleen zijn. Plezier in de relatie met jou. Plezier in jouw relatie met eten. Waardering voor wat je daarin voor jezelf hebt gecreëerd en dat je dit hebt veranderd. En dat je dit is gelukt, dat wordt een van de grootste prestaties in je leven waarvan je zegt ‘nu mij dit is gelukt, nu ik dit kan, nu ik deze verandering heb aangebracht in hoe ik met eten omga. Ja. Nu kan ik alles, nu kan ik alles. Nu is er niets wat ik niet in de ogen kan kijken en kan onderzoeken wat drijft mij hier? Wat denk ik? Wat voel ik? Wat doe ik? Wat vertel ik mezelf? Alles kan ik onder ogen kijken.’
En daarom ben ik zo enthousiast over dit werk wat je doet in je relatie met eten, omdat de waarde daarvan overvloeit in alle andere gebieden van je leven. En je hebt een lichaam waar het goed mee gaat. Een geest waar het goed mee gaat. En dat is natuurlijk dat huis waarin je woont, wat je lichaam is. Het is zo fijn als het goed gaat met dat huis. En dat anticiperen op genot en overeten, wat je daar doet is meestal het soort eten waar je lichaam heel veel last van heeft. En waar ze het moeilijk mee heeft. En naarmate je ouder wordt, merk je daar steeds meer van.
Ik heb zo gelachen om mijn kinderen toen die begonnen te puberen jaren geleden en genoeg zakgeld hadden om te kunnen kopen wat de meeste kinderen kopen in de pauzes op school en dat soort eten mee naar huis nemen en ze eten dat en dan probeerde ik gesprekken met ze te voeren over voelen, wat het in je lichaam doet. En dan zeiden ze altijd tegen mij: mama, ik herken t niet wat je zegt, ik heb er geen last van. Ik kan gewoon doen wat ik wil doen, ik krijg er geen klachten van en dat dat is wat je inderdaad wat je wat je cadeau krijgt als je heel jong bent. Die celvernieuwing die gaat zo ontzettend snel. Dat reparatiesysteem is zo razendsnel dat ze inderdaad daar niks van merken. Ze kunnen wat allemaal eten en er is niks aan de hand. Ze voelen d’r niks van. Dat vond ik toen heel erg grappig. Maar naarmate je ouder wordt veranderd dat en dan merk je t wel degelijk.
En wat ik je hier wil laten zien is dat plezier hebben in je relatie met eten voor je beschikbaar is. Zo slank worden als je wilt voor je beschikbaar is. Dat het een verrijking gaat zijn van de relatie met je zelf. En t enige wat je inlevert nou juist dat is waar je ook zo’n last van hebt. Waar je steeds spijt van hebt, waarvan je merkt dat het altijd te veel is, te ver gaat en niet leuk meer is. En daarmee krijgt je verheugen op eten een andere plek in je leven. En hoe fijn dat kan zijn is denk ik met wat ik je hier nu over heb verteld, duidelijk geworden.
Ok, denk hier over na. Als je nieuwsgierig bent naar een kennismaking hiermee, met het veranderen van die relatie met eten nodig ik je uit voor mijn Winter Wonder Weight Loss Magic Workshop. Die is op 23 december. Je kan je aanmelden voor die workshop. Het kost niets. Je kan je aanmelden via mijn website, via mijn website etenslessen.com. Op social media. Op Instagram vind je m in mijn bio. En ik ben er volgende week weer. En anders zie ik je in de workshop Winter Wonder Weight Loss Magic Workshop. Ik kijk ernaar uit! Tot dan!