Als er een stemming in je opkomt, zoals neerslachtigheid, kan de stap naar overeten klein zijn. Je denkt, ‘het kan me niet schelen, ik wil nu gewoon eten’ en je meent dat op dat moment ook. Je voelt in je stemming geen connectie met je zelfzorg. Achteraf heb je daar spijt van, maar het is begrijpelijk dat je even geen boodschap had aan ‘je beste zelf zijn’ en dat is ook niet de bedoeling. Je wilt alleen leren hoe je jezelf kan opvangen zonder eten en daar geef ik in deze les de stappen voor.
Mis deze les niet. Je komt niet alleen verder los van overeten, je zelfliefde groeit ook samen met je tolerantie voor negatieve emotie. What’s not to love?
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 206. Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten. Mijn naam is Marjena Moll, Ik ben je coach en ik introduceer je graag in mijn Etenslessen waardoor je ontdekt hoe je afvalt zonder dieet en een fantastische relatie met eten creëert. Laten we beginnen.
Laten we het daarover hebben. Ik ben nu na drie dagen vasten, om je nog een laatste update geven kan ik echt zeggen, ‘honger stelt zo weinig voor.’ Op dag drie was merendeel van de dag er helemaal geen honger. En toen ik eenmaal besloot om weer te gaan eten, dat was mijn avondeten. Tegen de tijd dat ik wist dat ik ging eten, voelde ik een trek zoals ik die ook op dagen voel als ik niet vast. Dus gewoon nog ergens in de middag iets heb gegeten, in de loop van de namiddag weer trek heb gekregen en dan s avonds denk ik oh ja, lekker zo meteen eten. Die trek, die voel je ook precies hetzelfde na drie dagen vasten.
Ik vergelijk het niet met die honger. en ik vergelijk het niet met schaarste aan voedsel. Ik vergelijk het alleen met vrijwillig vasten en je lichaam een break geven van spijsverteren.
En daarin kan ik dus echt na drie dagen zeggen de honger die je op dag drie voelt als die hongerprikkel voorbij komt is niet intenser. Want dat had ik misschien kunnen verwachten dat die honger zich verdrievoudigt of zo he, dat je op dag één honger voelt en deze op dag twee verdubbeld en op dag drie verdriedubbeld. En dat is dus niet zo. Je lichaam is zo goed in staat om processen te activeren, processen te stimuleren die zorgen dat je gewoon uitstekend kan functioneren. Niks aan de hand, echt niks aan de hand.
Dat vasten is een mentaal ding en als je op mijn lijst staat dan heb je m’n blog daarover misschien ook gelezen waarin ik zeg, ‘doe dit alsjeblieft niet als jouw relatie met eten nog niet staat, als je nog geen stabiele, kalme, liefdevolle relatie met eten hebt die wat hebben kan.’ Als je nog uit t spoor raakt omdat je in situaties bent waarin je niet zelf kan beslissen wat je eet. Als eten gewoon nog gevoelig ligt en je weet precies wat ik bedoel als eten voor jou nog een soort van koorddansen is. Dus het gaat snel mis, zoals je dat dan noemt waardoor je overeet omdat je niet helemaal kan controleren wat je doet als je nog veel last hebt van dieetmentaliteit.
Tijdens je dieet mocht je bepaalde dingen niet eten en dat was ook hoe je naar eten keek. Dit mag ik wel, dit mag ik niet. Ik moet het vol houden. Dat, als je dat allemaal nog niet hebt opgeruimd, dat nog niet uit je cognitie hebt opgelost, dan is vasten echt geen goed idee.
Maar ik wilde alleen maar tegen je zeggen, nog een keer bevestigen dat honger, de sensatie van honger op zich echt geen probleem is. Ook niet als je drie dagen niet hebt gegeten. Maar daar gaat deze les niet over.
Wat ik mij realiseer in de groei die ik op dit moment doormaak. En het is echt een vlucht. Mijn ontwikkeling heeft echt een vlucht genomen. Ik heb een enorme break through gehad in de relatie met mezelf en mijn denken en mijn blik op de wereld en hoe ik mij verhoud tot andere mensen. Ik heb daar in een nieuwe horizon voor mezelf ontdekt en vanmorgen zag ik ineens waar die oorsprong vandaan komt. De plek waar ik nu ben, daar ben ik ooit van afgedreven. En ik kan nu aanwijzen waar dat is gebeurd.
Voor mij zit dat in mijn kindertijd, waarin ik de problemen in mijn omgeving op mij ben gaan nemen.
En wat mij ooit is uitgelegd in therapie is dat dat parentificatie heet als een van je ouders jou tot partner maakt en de problemen in het gezin met jou deelt en jou gebruikt om die problemen samen te dragen.
En ik was een hele gretige vrijwilliger, want het was mijn manier om te bonden en aandacht te kunnen krijgen en het voelde voor mij heel warm. Maar wat daar in gebeurde was dat ik natuurlijk als kind van elf zorgen op mijn nam die helemaal niet bij mij hoorde. Zorgen over huwelijk, zorgen over opvoeding, alles.
En wat ik leerde was dat het leven zwaar is, dat er aldoor problemen zijn en dat je over die problemen moet nadenken en naar oplossingen zoeken. En dat werd een gewoonte. Problematisch denken, bezorgd zijn, het gevoel hebben dat er iets aan de hand is, werd een gewoonte. En wat ik pas veel later en nu heb ik het echt over tientallen jaren later, toen ik mijn eerste coachopleiding volgde en veel met mijn teamgenoten optrok. Mijn groepje, mijn leerteam waarmee ik samen aan peer coaching deed, werd ik erop geattendeerd dat ik zo vaak zuchten en er werd aan mij gevraagd, ‘Is er iets? Je zucht zoveel.’
Wat langzaam voor mij duidelijk begon te worden is dat ik zoveel zuchten omdat ik aldoor last had van gedachten die mij vertelde het gaat niet goed. D’r is wat aan de hand. Dingen gaan niet zoals ze zouden moeten gaan.
En dan heb ik het over de grote dingen, de grote dingen waar je in je leven zorgen over kan maken, maar ook de kleine dingen. Ja, nu ga ik het dus niet afkrijgen. Ja, dan kom ik dus niet op tijd. Waarom kan ik mijn sleutels nou niet vinden? Weet je die, die kleine stressoren, die kleine dingen en de grote dingen.
Om een time out te hebben van zo bezorgd zijn en continu geconfronteerd zijn met dingen die te groot zijn om te dragen. Dingen waar je ook geen controle over hebt. Want ik was natuurlijk niet de opvoeder en ik zat niet in dat huwelijk. Ik was een kind, een kind dat nog helemaal moest ontdekken wie ze was. Wat zijn mijn voorkeuren en wat vind ik leuk? Wat vind ik niet leuk? Waar houd ik van? Waar word ik blij van? Wat zijn mijn verlangens? Daar kwam ik allemaal helemaal niet aan toe.
En toen andere kinderen om mij heen, vriendinnetjes die ik had allemaal hun eigen kledingstijl begonnen te ontwikkelen, viel mij dat ook op. Ik had een vriendinnetje dat hield van tweedehands kleding. Die ging altijd naar thrift stores, weet je, Tweedehands winkeltjes af en dan kocht ze allemaal leuke tweedehands kleding. Ik had een vriendinnetje en die was echt wat je dat noemde. Een kakker, weet je, die hield van die preppy kleding. De college sjaal uit de jaren tachtig met de haarclip. En ik had een andere vriendin, die was meer een punker die hield meer van de krakers kledingstijl. Het kwam toen ook heel erg op in de jaren tachtig.
Ik wist niet wat mijn voorkeur was, wat mijn stijl nou was. En ik kon ook nooit aangeven wat ik wilde. Als ik met een groepje naar de film ging en iemand zei, ‘wat willen jullie zien? Dan wist ik het nooit. Ik was er alleen op gericht om te weten wat een ander wilde en daar voegde ik me dan naar. Dus dat people pleasen was ook iets wat in die fase ontstond. De problemen van anderen op me nemen en proberen vooral voor de emoties van anderen te zorgen. Te zorgen dat andere mensen in ontspanning zijn of weer terugkomen in ontspanning.
En dit is geen klacht naar mijn opvoeding. Ik kan heel duidelijk zien dat mijn ouders zelf heel erg vanuit hun eigen trauma’s functioneerden. Dat kan ik heel duidelijk aanwijzen.
Mijn vader is geboren in 1921 in Suriname en geloof me, kinderen in die tijd waren vogelvrij. Iedereen mocht ze klappen geven en mijn vader heeft heel veel klappen gehad, heel veel slaag. Als peutertje, als kind thuis, op school, iedereen mocht om slaan en de leraren deden dat ook. Hij was bang voor leraren. Ik wil je niet triggeren, maar goed is veel misbruik, veel geweld. Mijn moeder, nou, ik ga, ik gaat er niet over hebben.
Maar dus ik kan dat heel duidelijk aanwijzen en, en dat zie je ook zo vaak als je een groot empathisch vermogen hebt en kan nadenken reflecteren, dan kun je ook zo snel beslissen, ‘ik begrijp het, ik begrijp het.’
En dan voelt het alsof je niet loyaal meer bent als je daar uit terug stapt en zegt, ‘wacht even, ik ben verantwoordelijk voor mijn geluk en dat betekent dat ik alleen verantwoordelijk ben voor de zorg voor mijn eigen gevoelens. Ik ben niet verantwoordelijk voor de zorg van de gevoelens van een ander’ en dat is voor mij als je vanaf je elfde in volledige versmelting bent gestapt met de emoties van mensen om je heen en daar loyaal aan bent geworden, is dat iets waar ik mee ben vergroeid.
Zolang heeft dat erin gezeten dat daar dus delen in zaten die ik ook na heel veel therapie niet eens kon aanwijzen, niet kon herkennen en inzien. En nu, op mijn 55, ben ik zover ontwikkeld en ook zo ver ontwikkeld in mijn relatie met eten dat ik daar ruimte voor heb en het ben kunnen gaan zien.
En wat ik zo inspirerend vind, opwindend vindt en wat me zo blij maakt is dat ik zie, en dat weet ik ook, dat is ook duidelijk in wetenschappelijke studies terug te vinden. Je brein blijft tot op hoogbejaarde leeftijd neuroplastisch en plooibaar. Dus als je nu stemmingen hebt hè, een thermostaat in jou die plotseling in jou een stemming kan activeren van somberheid. Of een stemming van stress, gespannenheid: er zijn problemen. De dingen gaan niet zoals ik wil. Frustratie hè, straks staan in je eigen leven.
Ik coach veel mensen die strak staan in hun eigen leven. Ik coach mensen die stemmingen kunnen hebben van somberheid of uitgecheckt zijn en die niet weten wat je voelt. Gewoon vanuit je je nek omhoog leven, zal ik maar zeggen. In je hoofd leven en al deze mensen functioneren. Ze hebben werk. Ze doen dingen. Niemand disfunctioneert en kan niet uit bed komen, zal ik maar zeggen. Het zijn allemaal mensen die functioneren.
Overeten wijst aan: iets in jou zit nog niet op zijn plek, zit niet in het spoor en het lijkt altijd alsof eten het probleem zelf is. En zoals je maar vaker hebt horen zeggen in de podcast, deels is dat zo als je een brein hebt wat gevoelig op suikers reageert, dan haak je daarop aan en kan het grijpen naar snelle suikers een gewoonte worden die je in de weg gaat zitten. Maar wanneer doe je dat?
Op het moment dat je liever bij jezelf vandaan wil en op het moment dat je je emoties niet kan reguleren.
Op het moment dat die emoties die je helemaal niet voelt dreigen naar de oppervlakte te komen en je duwt ze met eten weer weg.
Die gewoonte herkennen al mijn klanten in Etenslessen. Ergens is eten dat ding geworden waar je naar grijpt. En het dieetverhaal is daar ook een onderdeel van. Want als je maar vaak genoeg naar eten grijpt zonder dat je honger hebt, kom je aan. En de dieetindustrie leert je dat je dan gewoon op wilskracht een plannetje moet pakken en zeggen oké, dan eet ik dit niet meer en dat wel. Dit is hoe ik het nu ga doen.
En als je dus via restrictie probeert om dit interne stuk wat eten ja komt vertellen, via restrictie probeert op te lossen, dan ervaar je schaarste. Begin je steeds meer naar eten te verlangen. Je bent het aan het volhouden. Je voelt restrictie ik mag het niet, ik mag het niet, maar ik wil het. Maar ik mag het niet, Ik moet het volhouden. En als je dat maar lang genoeg of intens genoeg hebt gedaan, dan wordt dat een trigger op zich.
En dat heeft te maken met dat probleem wat hier is ontstaan, waar eten een op zichzelf staand probleem is geworden door die restrictie die je toepaste. Maar dan nog zit onder dat alles die relatie met jou. En daarin dat werk doen waarin je kan gaan kijken naar wat komt eten mij nou vertellen, dan kun je zien.
En daarom neem ik deze aflevering voor je op dat er soms stemmingen zijn die gelinkt zijn aan overeten.
Dus als die somberheid er eenmaal is, kan het je allemaal niet meer schelen. Als dat gevoel van uitzichtloosheid of machteloosheid er eenmaal is, kan het je niet meer schelen en eet je. Als je eenmaal getriggerd bent in een gevoel van tekortschieten, niet voldoen. Kan het toch niet goed doen. Het lukt me gewoon niet te zijn wie je denkt dat je moet zijn, kan het je niet meer zich schelen.
En over stemmingen, dit soort stemmingen of een opgelopen stemming van frustratie en stress, je opgejaagd voelen en daar een time out van willen. Deze stemmingen kunnen gewoontes worden. En dus in een feedbackloop tussen je gedachten en je lichaam en je lichaam en je gedachten opkomen. En wat ik daarover heb gezien in de loop der jaren is dat als je een stemming kan aanwijzen en kan herkennen en zien: oké, daar is het weer, dat zware uitzichtloze gevoel. Dat gevoel van het lukt me toch niet of dit is allemaal te groot of ik voldoe niet of ik ben nu zo opgejaagd. Weet je, ik sta zo strak. Ik heb nou een time out nodig. Ik weet het nu even niet meer, weet je wel?
Zo’n stemming, als je die kan aanwijzen als een wolk die er nu is waarin alles wat je denkt klinkt als de waarheid en voelt als de waarheid maar je realiseert: het is de waarheid niet. Dan kun je die wolk voorbij laten drijven zonder dat je hoeft te eten.
En dit is een oefening, dit gaat je niet in één keer lukken. Dit heeft tijd nodig. Maar t begint bij het bewustzijn van de stemming. Weten, dit is een stemming zoals het weer en daarom heb ik het over een wolk.
Zo kon ik het op een gegeven moment voor mezelf aanwijzen als een gewoonte. Dus op een gegeven moment, ook als dat buiten mijn bewustzijn was ontstaan, was daar ineens zo’n donkere wolk van neerslachtigheid, intense somberheid en alles wat ik in die wolk dacht klonk als de waarheid en voelde als de waarheid. En als je gelooft wat je daar ervaart, dan maakt het inderdaad allemaal niet meer uit, want je zit in uitzichtloosheid. Maar zodra je kan zeggen dit is een stemming, dit is nu het weer, het weer wat er nu is, is deze donkere wolk van uitzichtloosheid, van intense somberheid en alles wat ik nu voel en denk klinkt als de waarheid en voelt als de waarheid, maar is de waarheid niet.
En wat ik altijd had als ik was gaan eten in die stemming, was dat ik achteraf, als die stemming eenmaal voorbij was, ineens achterom kon kijken en zeggen Ach, waarom ben ik dan gaan eten? Het was niet uitzichtloos, het was niet nodig. Toen ik eenmaal had geslapen en daarmee weer wat op krachten was. Ik zag de dingen gewoon even allemaal heel zwart. Ik had niet hoeven eten. Het was namelijk niet echt uitzichtloos.
Wat ik leerde was dus op een goed moment om die stemming aan te kunnen wijzen als een stemming, als een wolk die voorbij dreef. En wat dat lastige is in die wolk is wat je denkt en voelt niet als de waarheid aannemen. En als je dat kan doen, hoef je niet naar de avondwinkel te lopen, hoef je niet naar de keuken te lopen, hoef je niet naar de supermarkt te lopen.
Wat ik nu voel vind ik lastig, want m’n gedachten zijn zo intens negatief en wat ik voel is zo intens somber. Maar het is niet de waarheid, het is niet de waarheid, het is niet de waarheid.
Dus zijn met wat ik nu voel, wetend dat het niet de waarheid is, geeft mij ruimte om dan compassie te laten zien aan mezelf. Naar dat je dit nu voelt. Wat naar dat dit er nu is. Wat naar dat je dit nu denkt. Ik ben bij je. Dat.
Er is ook een deel in jou wat niet in de stemming zit en compassie laat zien en zegt ik ben bij je. Wat naar voor je. Wat lastig is dit. En zodra je dat kan ontwikkelen voel je niet meer die ‘het kan mij nu niet meer schelen.’
Dus ik eet. Ik eet om te vergeten. Ik eet omdat ik nu zo op de bodem ben van m’n pijn. I don’t care. Het maakt me niet uit hier met die drop, noten, whatever. Dat.
En dit is in het oplossen van mijn aangeleerde bezorgdheid, mijn aangeleerde ‘dit is allemaal te groot om te dragen.’ Mijn aangeleerde ‘ik moet nog harder werken aan m’n problemen, harder werken aan het stoppen met overeten.’ Want ook dat, daar kon ik eindeloos over piekeren en mee bezig zijn, heb ik ook wel eens een aflevering over gemaakt. Dat eindeloos rumineren over hoe kom ik hier nou uit? Hoe krijg ik dit nou opgelost? Ook dat was een stemming, dus ik had allerlei aangeleerde stemmingen in mijn zijn.
En wat ik dus zo inspirerend vind, wat me zo ongelooflijk blij maakt, is dat ik kan zien hoe mijn geestelijke gezondheid is gegroeid. Ik kom echt van heel erg ver.
Dat heeft jarenlang vanaf mijn tienertijd gespeeld. Stemmingen van suïcidale fantasieën. Dood willen. Het allemaal niet meer zien zitten. En dan stemmingen van depressie en stemmingen, van somberheid en vrolijk zijn en dan ineens weer door het ijs zakken. En ik heb mijn geestelijke gezondheid uit dat diepe diepe dal, ook echt geloven dat ik te beschadigd was. Ik ben niet geschikt voor de arbeidsmarkt en ik ben zo slim, maar ik kan niet functioneren. Zo intelligent, maar ik kan het niet omzetten in functioneren. Ik heb dat jarenlang allemaal over mezelf geloofd.
Ik heb zo’n fantastische relatie met mezelf, zo liefdevol en ik ben zo veerkrachtig, ik heb zoveel ruimte voor het kunnen begeleiden van mijn eigen gedachten en gevoelens. Ik ben niet gefikst en ben niet iemand die aldoor alleen maar blij is en ik heb mijn complete emotionele register. Maar ik kan me daar zo goed in bewegen en kan mezelf daar zo goed in begeleiden. Dat maakt dat mijn omstandigheden in mijn leven niet meer bepalen hoe ik me voel. Dat is grote vrijheid en ik heb overeten niet meer nodig. Ik kan zelfs drie dagen niet eten en ik ben er niet eens zo mee bezig.
Dat perspectief he, dat dat dus voor je mogelijk is en dat je dat nog tot op hoogbejaarde leeftijd voor jezelf kunt creëren. En dit laatste stuk sinds mijn laatste break through waar ik nu in zit, is dat ik zelf zie: ik ben nu dis loyaal geworden aan het doemdenken van de mensen om mij heen die daar nog een appèl op deden, onbewust. En nu voel ik nog meer reservoir van plezier. Echt iemand zijn die gewoon heel veel plezier in haar leven heeft. Hoe leuk is dat? Daar kom ik niet vandaan. Daar kom ik echt niet vandaan.
Er is altijd weer dat volgende probleem om over te verzuchten en aan te werken. En of je bent een soort van hyper, weet je, dat voelde ik ook vaak. Als ik dan aan het diëten was, dan projecteerde ik al mijn fantasieën over eindelijk zelfverzekerd zijn, eindelijk gelukkig zijn. Blij wakker worden en me aldoor lekker voelen projecteerde ik op dat streefgewicht van, ‘als ik dat nou maar haal, als ik dat nou maar haal.’ En dan zat ik in een soort van dopamine gedreven obsessie op dat doel bereiken. Maar dat is niet hetzelfde als een levenslustig, optimistisch mens zijn.
Alleen nu is het een soort van gretige, optimistische stress, maar een soort lekker. Kan ik daar lekker op jagen. Kan ik daar lekker voor gaan.
Het is niet de levenskwaliteit waar ik nu over praat. De levenskwaliteit waar ik nu over praat is een blijmoedig mens zijn. De geestelijke gezondheid hebben van een blijmoedig mens, zonder dat de omstandigheden van je leven allemaal op groen hoeven te staan. In staat zijn om met je eigen gedachten en met je lichaam zo samen te werken dat je steeds meer blijmoedige stemmingen cultiveert. Optimistische, vredige, tevreden, content, stemmingen. Want dat kunnen ook gewoontes worden in een feedbackloop tussen je brein en je lichaam. Het gevoel dat alles oké is. Er zijn geen problemen. Kan ernaar zoeken en dan zal ik altijd problemen vinden. En dan kan ik als ik wil lekker gaan graven en rumineren en weer lekker in bezorgdheid gaan zitten. Maar t is optioneel. T Hoeft niet, want dit in mijn menselijke ervaring hoort er allemaal bij.
Mijn kinderen gaan door hun eigen moeilijkheden, hebben hun eigen groeipijnen, emotionele geestelijke groeipijnen, hun leercurven. Hoort erbij. Betekent niet dat ik daar mij in vast hoef te grijpen en aldoor over hoeft te piekeren en mee bezig te zijn en aan te sleutelen.
Hoe verder je teruggaat in de generaties, hoe meer je kunt zien dat daar slavernij heeft gezeten, misbruik heeft gezeten, armoede heeft gezeten, ziekte heeft gezeten en zeker geen emotioneel vocabulair.
Of angst? Angst voor zondigheid, hè? Angst voor God. Hou je klein. Je mag niet blij zijn. Denk na over je zondes. Dat ga je daar allemaal in kunnen aanwijzen. Dus elke generatie kan verder doorbouwen op het loslaten van die bagage die niet meer bij je hoort.
Ik doe het helemaal even vanuit de flow omdat ik voelde: ik wil je laten weten dat als je nu in je leven kan aanwijzen dat de stemmingen die je hebt, als je daar een cijfer aan zou geven tussen de één en de tien en je moet aanwijzen hoe vaak kan ik zien dat ik aan de kant zit van een 5+. Blijmoedig, tevreden. Ik voel me veilig en ik voel me geborgen. Ik voel dat de wereld goed is. Mijn leven goed is dat ik goed ben. En ik kan zo makkelijk blijdschap in mezelf activeren. Hoe vaak zit je daar?
En hoe vaak zit je in: Strak in je leven staan, gespannen, opgejaagd, geleefd door je agenda. Het idee dat je tijd te kort hebt, geld tekort hebt, aandacht tekort hebt. Dat je te weinig tijd hebt voor je kinderen of voor je werk. Of dat je aldoor ergens wel een bal laat vallen. Die stemmingen of de stemming van somberheid, neerslachtigheid, zo laag zelfbeeld wat ineens kan zeggen dat je niet voldoet, je niet oké bent. Dat.
Weet dat je, totdat je zo krom bent en verkreukeld met een perkamenten velletje, hoogbejaard nog steeds iemand kan worden die vaker in die 5+ kant zit en dat het een gewoonte is.
Stemmingen zijn gewoontes, zoals je ook de gewoonte hebt om je sleutels op een bepaalde plek te leggen of de gewoonte hebt om de dingen in een bepaalde volgorde te doen.
Precies hetzelfde. Dat soort patronen zitten ook in je stemmingen. Stemmingen zijn gewoontes en je kunt die gewoonte veranderen. En ik vind die reis van tegen jezelf kunnen zeggen, ‘mijn mentale gezondheid en mijn fysieke gezondheid kan ik in een opwaartse spiraal blijven stimuleren en ik ben nieuwsgierig en open naar wat ik daarin kan ontdekken, wat ik daarin tegenkom. En ik wil weten hoe mooi, hoe verrassend, hoe avontuurlijk ik het voor mezelf kan maken op die reis.’
Ik vind dat de allermooiste reis in dit leven. Mooier dan ik wil de Taj Mahal gezien hebben. Of nou de Redwood Forest in Californië. Dat zijn voor mij meer de bonussen toch? Op een hele mooie plek in de natuur staan in een echt zeggen, ‘oh wauw en wat ruikt het hier lekker en wat is die zon schitterend! Of kijk eens die maan.’ Hoe vaker je in blijmoedigheid bent, hoe vaker je aan die 5+ zit, hoe vaker je dit kan aanwijzen. Want daar heb je dan ruimte voor.
Want in die 5+ voel je je veilig. Dus je zit in je rust en herstel systeem, je systeem van veiligheid en dat is je parasympatische zenuwstelsel. Onder die vijf zit je in je sympathische zenuwstelsel van vechten, vluchten of bevriezen en dat is die stress toestand of niks is goed. Ik ben niet veilig.
In die 5+ krijg je mooie ideeën, mooie inzichten en heb je van die momenten zoals ik van de week nog had. Ik luister altijd naar muziek op m’n elektrische scooter, dus onder die helm is d’r rock feest gaande. Of iets anders. Maar ik luister naar hele mooie muziek. een heel oud album van Pearl Jam, Ten. Dat was hun doorbraak album en ik luisterde naar Even Flow en ik was zo aan het genieten en ik reed over de weg en d’r was geen verkeer en de zon kwam zo mooi door de blaadjes van de bomen. En wat ik zo fijn vind van een elektrische scooter is dat maakt geen geluid.
Misschien heb jij een elektrische fiets? Ik vind zelf trappen op de fiets het allerlekkerst, dus ik trap nog maar die zon schitterde zo door die takken, door die blaadjes en ik luisterde naar die muziek. Dat. In dat nú zijn én dát moment zijn. Dát kunnen beetpakken en zó intens genieten van. Ja. Wat is deze muziek mooi! Wat is dit licht mooi! Dit is mijn moment hier. Wat een heerlijk gevoel om zo te zwieren op die scooter. Zo te zoeven hier langs die bomen.
En daarvoor zat ik zo vaak in mijn, ‘problemen, problemen, over analyseren, rumineren, nadenken, hoe moet dit beter’ of weer piekeren. Gister toch weer teveel gegeten. Hoe kan ik nou voorkomen dat ik dat vandaag niet weer doe? Piekeren. Het zijn allemaal gewoontes.
En dan zie je die zon niet door die blaadjes, want je loopt met kromme schouders gebogen naar beneden. Oké, snel naar huis, snel naar huis, want ik moet nog dit doen, moet nog dat Doen, dat moet nog af.
Hoe fantastisch als je je leven zo kunt gaan veranderen. En je loyaliteit aan die stemmingen loslaat en kan ze kan herkennen en aanwijzingen als stemmingen en je gedachten zo kunt gaan begeleiden dat je dat steeds minder en minder voelt, ook als de omstandigheden in je leven hetzelfde blijven.
Je kan een chronisch ziek kind hebben of een chronisch zieke partner. Of een financiële situatie die echt nog een tijd gaat duren of een onzekerheid op het werk en boventallig zijn. Er zijn soms problemen in je leven die van de lange duur zijn. Hoe heerlijk, Hoe heerlijk als je daarin geen overeten nodig hebt. En je lichaam kan leren dat het niet in die stemming hoeft te gaan zitten. Een blijmoedig mens worden die steeds vaker in die 5+ zit. En als je in de 5- zit daar minder lang in blijft hangen omdat je zo goed de observant kan zijn van de stemming zelf en compassie kan tonen en kan zeggen ik weet het, wat je nu denkt klinkt als de waarheid en voelt als de waarheid, maar het is de waarheid niet.
Wat is nog meer waar? En dat is een van die vaardigheden die je in mijn programma leert. Ik zeg altijd dat overeten, dat zijn twee krukken waar je op leunt. Aan de ene kant is je tolerantie voor het voelen van negatieve emoties laag en je weet niet goed hoe je jezelf daar in begeleidt. Dus eten is een kruk waar je op leunt om daaraan te kunnen ontsnappen en de andere kruk waar je op leunt is het feit dat je nog niet goed weet hoe je je gedachten veranderd. Hoe je je eigen overtuigingen herkent en jezelf kan begeleiden in zien: en wat is nog meer waar?
En die groei daarin. Die prachtige reis die je maakt, die gaat maar door. En ik sta echt versteld. Versteld van het geluk wat ik nu ervaar, de blijmoedigheid die ik nu ervaar. En ik zie steeds meer ik ben echt vrij. Ik ben echt vrij om zo gelukkig te zijn als ik wil. Ik hoef nergens loyaal te zijn aan de stemming van anderen, is van hen. Ook als ik van ze hou. Is van hen.
Je hoeft daar niet loyaal aan te zijn. Ik hoef dat niet te fixen. Ik hoef niet mee te gaan totdat het over is. Zo bijzonder, zo bijzonder. Ik ga lekker trainen. Het is zondagochtend. Ik heb een heerlijke ochtend gehad en vond het fijn om dit met je te delen, dus weet dat dit voor je mogelijk is. Volgende week ben ik er weer. Ik wens je een fijne dag. Bye.