Als je naar overeten verlangd heeft dat meerdere oorzaken. Verlangen is gevoeligheid voor suiker en een neurologisch proces, maar verlangen is ook iets van je hart en de relatie met jezelf. Ik heb er lang over gedaan om dat verband echt goed te kunnen zien, maar het heeft me enorm geholpen.
Als je onderzoekt waar dit voor jou over gaat, maakt dat een wereld van verschil. Het is de weg uit overeten en die gaat juist langs je donkere plekken. Laten we dat niet uit de weg gaan, maar vandaag het licht op schijnen. Dat brengt je een stap dichter naar jezelf en verder weg uit overeten.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 198. Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten. Mijn naam is Marjena Moll, Ik ben je coach en ik introduceer je graag in mijn Etenslessen waardoor je ontdekt hoe je afvalt zonder dieet en een fantastische relatie met eten creëert. Laten we beginnen.
Hallo, hoe is het? Hoe gaat het met je? Ik neem deze aflevering in augustus op en dat betekent misschien dat je op vakantie bent. En als dat zo is, hoop ik dat je een heerlijke tijd hebt en dat alles helemaal gaat zoals je wilt. Wat natuurlijk nooit helemaal gebeurt, maar in ieder geval voor het merendeel. Oké, zullen we daarop inzetten dat het merendeel van je vakantie gaat zoals je wilt.
Ik ben deze maand aan het schrijven. Ik schrijf mijn boek en de les die ik voor je heb of de reflectie die ik met je wil delen in deze les ligt zo dicht bij mij, bij wat ik op dit moment zelf ervaar in het proces van het schrijven. Dat het interessant is om met je te delen en te plaatsen in het perspectief van jouw relatie met eten en wat je daar in wilt veranderen. Als je wilt stoppen met overeten, dan is verlangen naar overeten iets waar je naar wilt kijken.
wil ik het specifiek vanuit twee kanten belichten. Verlangen zoals dat leeft in je hart. Waar verlang je nou werkelijk naar als je wilt overeten en verlangen zoals het zich afspeelt in je hoofd, in relatie tot de dingen die je eet en het effect wat die dingen hebben op je biochemie.
En dan schakel ik even terug naar mezelf, nu hier, in het proces van het schrijven van mijn boek.
Man, alsof de vlam in de pan is geslagen. Ken je dat, dat je als kind werd geleerd je moet oppassen dat de vlam niet in de pan slaat en dat je dacht, ‘wat kan, kan de vlam in de pan slaan? Wat gebeurt er dan?’ En dan moet je de deksel erop doen, de vlam in de pan. Werkelijk! Ineens! Als je het ooit hebt gezien, is inderdaad heel indrukwekkend. Ineens staat je pan in de fik. De vlam in de pan omschrijf ik hier als het perfectionisme wat het schrijven van een boek in mij heeft laten oplaaien.
En dat heeft weken geduurd, maanden geduurd, meerdere coachsessies nodig gehad voor mij om echt goed te gaan zien, ‘Wat gebeurt er toch iedere keer met me? Het lijkt wel alsof het steeds weer oplaait en opvlamt. Iedere keer als ik gewoon lekker aan het werk wil zijn en moet beslissen, ga ik hier linksaf of rechtsaf of nog wat dieper erin en wat langer rechtdoor dan komt het ineens weer vol, vol naar buiten.’ En is dat verstikkend. Alsof ik met de handrem aanrijd.
En, ik kan je ook vertellen, mijn relatie met eten is fantastisch, maar niet perfect. Juist omdat die relatie niet perfect is, is ie fantastisch. En mijn verlangen naar overeten vlamde op met het opvlammen van mijn perfectionisme. En het is zo’n belangrijke les voor me. Een les voor me geweest om te onderzoeken. Want wat ik kon zien en dat vind ik hier zo fascinerend aan.
Perfectionisme heeft heel lang in, zeker in die jaren dat ik nog aan diëten deed. En dan praat ik echt over de jaren van mijn veertiende tot begin twintig. Dat ik altijd op dieet was, altijd bezig was met weer een plan, weer een project. Mijn lichaam was een project, eten was een project en perfectionisme zat daarin. En als ik kijk naar hoe ik in de jaren daarna overeten heb opgelost en een fijne relatie met eten creëerde, dan kan ik heel duidelijk zien dat de oplossing daarvoor zat in het oplossen van perfectionisme.
En ik vond niets zo moeilijk. Niets zo onvergeeflijk als overeten. Ik nam niets mezelf zo kwalijk als overeten. Ik begreep niet hoe ik afspraken met mezelf kon maken over wat ik wel of niet ging eten en me daar vervolgens dan niet aan hield. En dat, dat verwijt wat ik daarover bij mezelf neerlegde, deed enorm pijn. Ik nam het mezelf enorm kwalijk en onvoorwaardelijke liefde maakte mijn relatie met mezelf veilig en daarmee alles wat ik uit te zoeken had met overeten ook veilig. En dat is de belangrijkste sleutel geweest in het oplossen van overeten en het creëren van de relatie met eten die ik wilde hebben.
Binnen diëtiek kijk je alleen naar wanneer verlies ik gewicht, wanneer heb ik het gewicht wat ik wil. Maar je stapt over die relatie die je met eten hebt heen. Ik kwam daar zelf niet mee weg. Voor mij was dat niet genoeg. Voor mij was weten wat ik moest eten om gezond en fit en slank te zijn niet genoeg. Dat was een stuk kennis, het kennisgedeelte, maar had helemaal niets te maken met het belevingsgedeelte. Hoe wil ik dat mijn relatie met eten voelt? En wat die relatie nodig had, was veiligheid.
En wat zo interessant is en ik ben benieuwd of jij dat ook kan herkennen…Blijkbaar heb ik deze vaardigheid van onvoorwaardelijke liefde en veiligheid in mijn relatie met eten kunnen creëren. Maar kan de voorwaardelijkheid in het schrijven van een boek er ineens weer inschieten. Dus ik kan vaardig zijn in onvoorwaardelijk van mezelf houden in mijn relatie met eten en ineens in onbekwaamheid zitten. In onbekwaamheid schieten in het proces van het schrijven van een boek. Dus eenmaal geleerd hoe je onvoorwaardelijk van jezelf houdt, betekent niet dat je niet ineens in een ander gebied van je leven kunt schieten in voorwaardelijkheid. En dat heeft me verrast. Dat heeft me behoorlijk geraakt, want ik liep continu in spanning rond met mezelf en ik moest enorm zoeken om er achter te komen wat speelt hier nu?
Waarom ben ik zo gespannen? Wat is er met je, Marjeen? En waar ik achter ben gekomen: het feit dat een boek gedrukt wordt, dat het geen probeersel is. Maar een kaft krijgt, laat ik het zo zeggen, dat maakt dat het voelt alsof er geen ruimte is om iets tot ontwikkeling te kunnen brengen, maar dat het direct de generale repetitie en de première is. Dat vond ik ontzettend lastig om een plek te geven, om me toe te verhouden. En dat zag eruit als perfectionisme wat continu steeds weer de kop op wilde steken.
Hoe ik het in mijn relatie met eten heb opgelost is dat ik op een gegeven moment zag dat zolang ik het zwart-wit bleef maken hoe ik eet en of ik het vandaag goed heb gedaan of niet goed heb gedaan, of ik goed naar mijn lichaam heb geluisterd of niet. Hoe ik tot mijn keuzes ben gekomen, als ik dat heel zwart-wit maak en niet zie als een ontwikkeling die ik doormaak, maar als een prestatie die ik moet leveren. En ik heb een oordeel, ik heb er een negatief oordeel over als ik die prestatie niet lever, dan is er geen ruimte voor groei.
Die kan ik je absoluut aanraden. Carol Dweck, die heeft het over een growth mindset versus een fixed mindset. En zij legt in die TEDtalk uit dat kinderen als ze een growth mindset hebben, dan vertellen ze zichzelf in het leren van iets dat ze iets nog niet kunnen, nog niet beheersen. En dat maakt het heel veilig voor ze om een leerling te kunnen zijn en te stoeien met hun proces van leren. Kinderen die een fixed mindset hebben, die zeggen gewoon dit kan ik, maar dat kan ik niet en die geloven ook niet dat het een nog niet is. Die besluiten gewoon dit kan ik niet, ik kan niet rekenen, ik ben niet goed in taal. Ik ben nog niet goed in taal, houdt natuurlijk de deur open en daarmee je geest open en nieuwsgierig.
Wat ik moest doen in mijn gevecht met eten, in het onderzoeken van mijn verlangen naar eten, is ruimte creëren voor de plek waar ik was. En de plek waar ik was daarover at ik. Ik kon daarin niet presteren. Ik moest ruimte creëren voor ontwikkeling. En om te kunnen leren moest ik aan mijn eigen kant komen staan. En dat betekende dat ik voor mezelf moest kiezen, voor mezelf moest gaan staan en als het ware een cirkel om mezelf heen trekken en zeggen, ‘Hé, je bent hier veilig bij mij. Binnen deze cirkel ben je veilig bij mij.
En dat betekent dat als de poedersuiker nog op je trui zit of de chipskruimels nog in je schoot liggen en je voelt dat je jezelf wilt afwijzen over de keuze die je net hebt gemaakt, ik je daar in wil vangen, wil zien dat je de verleiding voelt om jezelf af te wijzen en te veroordelen en aan jouw kant wil komen staan en wil zeggen het kan me niet schelen. Ik vind het oprecht alleen maar naar voor je dat je die eetbui hebt gehad. Ik vind het naar voor je, pijnlijk voor je dat je iets hebt gedaan wat je eigenlijk liever niet had gewild. En ik wil je nu niet afwijzen, maar helpen. Ik wil je helpen begrijpen hoe je tot die keuze kwam.’
En ik kon alleen vanuit die support, vanuit die betrokkenheid, vanuit die onvoorwaardelijkheid, want ik heb het specifiek over die poedersuiker op je trui of die die chipskruimels in je schoot omdat dat vaak dat diepste moment is, dat diepste moment waarin je dat falen voelt. En dan zo teleurgesteld of boos kan zijn. Dat je je niet aan je plan hebt gehouden en jezelf dan die handreiking doen terwijl die poedersuiker op je trui zit en zeggen, ‘hey, ik sta aan jouw kant, ik laat je niet vallen. Ik wil je niet veroordelen, maar begrijpen.’
En ik ontwikkelde daardoor die growth mindset waar Carol Dweck het over heeft waarin ik kon zeggen, ‘ik heb nu nog niet die relatie met eten die ik wil, maar ik kies ervoor om te geloven dat ik die kan creëren. En als ik het moment wat nu net is geweest niet gebruik om mezelf mee te bestraffen.
Ook niet gebruik om zo snel mogelijk overheen te stappen en te bedekken met de mantel der liefde. Het was gewoon een drukke dag. Je hebt je dag niet zo. Morgen nieuwe dag. Nee, ik wil dat moment gaan begrijpen en er juist naar kijken en het gebruiken om van te leren.’ Dat, die houding, dat is een growth mindset. En dan is het veilig natuurlijk ook om te kijken. En dan is die poedersuiker niks anders dan poedersuiker die je eraf kan kloppen, maar niet een teken aan de wand van de schaamte. Van je falen, je grote falen, je grote tekortkoming.
Die stap naar jezelf toe, aan je eigen kant komen staan ontwikkel je natuurlijk liefde, intimiteit met jezelf. Een hele diepe band waarin het heel veilig wordt om jou te zijn en alles, alles in de ogen te kunnen kijken van jezelf.
En perfectionisme was iets wat zich daar in liet zien voor mij, in die relatie met eten en nu dus als een vlam in de pan met het schrijven van een boek. En wat ik zo interessant vind en je in mee wil nemen, is dat verlangen naar overeten je daarmee iets komt vertellen.
Aan de ene kant is er het pure biochemische stuk wat gewoon gaat over hoe jouw brein reageert op wat je eet. En ik heb toevallig een brein wat erg gevoelig reageert op snelle suikers. Ik heb sowieso helemaal een sensitief systeem. Ik ben helemaal gevoelig in alles. Maar dus ook op dit stuk, op wat ik eet. En door het ook van die kant te belichten, mijn verlangen naar eten van die kant te belichten en goed te gaan begrijpen, kon ik heel duidelijk zien hoe ik mezelf daarmee kon helpen. Hoe meer suiker ik eet, hoe meer ik daar ook naar verlang, hoe vaker ik ook genotzucht voel en die dopamine-piek en die dip die daarop volgt, die zal ik moeten begeleiden en moeten opvangen. Ik hoef niet van mezelf te verwachten dat ik gewoon een koekje kan eten.
En dat was wel wat ik vroeger geloofde, wat ik dacht, voordat ik dit stuk van mezelf begreep. Ik zag andere mensen gewoon een koekje eten en daarna ook echt helemaal geen interesse meer hebben in meer koekjes. En voor mij was dat niet zo. Een koekje, niet altijd, lag er maar net aan of ik een lege maag had of niet goed heb geslapen of niet. Biochemie is heel complex. Je hormonen spelen een rol, emoties spelen een rol. Je relatie met eten speelt een rol. Dieetmentaliteit speelt een rol, dus daarin wil je jezelf steeds beter leren kennen. Maar dan nog blijft dat stuk over die gevoeligheid voor snelle suikers.
Al die lampjes gaan aan. En die dopamine die ik daarop aanmaakt, die spoort me aan om te blijven eten en daardoor voel ik een verlangen naar meer. En daarin geeft mijn brein gewoon een volkomen natuurlijke reactie op onnatuurlijk voedsel. Snelle suikers, geconcentreerde suikers, daar gaat mijn brein van aan. En dan zegt t ja, nog een keer, nog een keer en dat is oké. Betekent niet dat ik tekortschiet. Het betekent alleen dat ik dan dus wil besluiten wanneer is dat welkom? Hoe vaak wil ik dat in mijn leven toelaten? Wanneer wil ik dat toelaten? Wanneer heb ik het er voor over om dat te voelen?
Dat is één stuk van verlangen, één deel van verlangen. Maar het andere deel van verlangen, hangt voor mij heel duidelijk samen met de relatie die je met jezelf hebt. En door te kijken naar je verlangen en het verlangen wat je voelt naar overeten te plaatsen binnen de context van de relatie die je met jezelf hebt, wat je denkt, wat je voelt, hoe je met jezelf omgaat, hoe je wel of niet je grenzen bewaakt, hoe je wel of niet luistert naar wat je jezelf te vertellen hebt als je jezelf vragen zou stellen en wat je daarmee doet. Hoe je dat allemaal begeleidt en vormgeeft binnen die cirkel, binnen die relatie met jezelf. Dat hangt ook samen met verlangen.
Als die vlam van perfectionisme in de pan schiet en ik verstikt raak in het idee van, ‘oh oké, oké oké, nu moet ik iets neerleggen en het moet meteen in één keer goed zijn.’ En ik stap daar overheen of ik luister daar niet naar en ik vertel mezelf alleen wanneer mijn deadline is en hoeveel tijd ik dus nog heb en dat ik maar eens even op moet schieten. Dan wil ik eten.
Dan kan ik hier achter komen. Dan kan ik dit ontdekken. En daarom praat ik vaak over een fantastische relatie met eten of een geweldige relatie met eten. Dan heb ik een opbouwende relatie met eten omdat die relatie eten mij iets komt vertellen. Het heeft een signaalfunctie. En die is heel waardevol. Voor mij is die heel waardevol, want ik ben zo geconditioneerd als kind.
Ik heb mezelf zo goed geconditioneerd om in mijn hoofd te gaan zitten, om te people pleasen, om aangepast gedrag te laten zien, om in perfectionisme te stappen, om altijd te streven, om me aan te passen en niemand tot last te zijn. Dat mijn verlangen naar eten, terwijl ik geen honger had, mij dat kwam laten zien en dat steeds keer op keer op keer op keer voor mij aanwees en nog steeds voor mij aanwijst.
En ik heb dat omarmd en onderdeel gemaakt van de relatie die ik met mezelf heb. Dus als ik in perfectionisme schiet en ik heb het niet door en ik luister er niet naar en ik maak er geen contact mee, dan wil ik eten. En als ik mezelf dan vragen stel omdat ik niet wil overeten en niet boos op mezelf wordt, maar nieuwsgierig en zeg, ‘wat komt dit verlangen je vertellen?’ Dan kan ik zien,’ oh wacht even, ik heb mezelf helemaal in een hoek gedreven. En daar zitten misverstanden in.
Precies zoals ik dat deed met die poedersuiker op m’n trui. Hoe kan ik tegen mezelf zeggen, ‘hey, ik vind het oprecht naar voor je. Lastig voor je dat je zo het gevoel hebt dat er geen ruimte is voor ontwikkeling, maar dat je jezelf oplegt dat je iets in één keer moet neerleggen wat meteen helemaal goed moet zijn.’
Want dat is wat perfectionisme is.
Het zien van een ideaal en dan is er de realiteit. En je wil niks liever dan de kloof tussen de realiteit en je ideaal overbruggen. In één keer. Dat is een prachtig streven. Dat kan een heel mooi streven zijn. Ik vind het zelf ook altijd een heel inspirerend streven. Toen ik zwanger was wilde ik alles weten over zwangerschap en over de verschillende manieren van baren en thuis of in het ziekenhuis. En hoe kan je dan baren en daar alles over lezen. Dat is perfectionisme op zijn positieve geïnspireerde kant van, ‘hoe kan ik van die bevalling de meest fantastische mooie ervaring maken waarin ik mijn kindje, mijn baby’tje, mijn ongeboren kind met met alle liefde en zorg omring, maar ook mezelf als zwangere vrouw met zorg omring?’ Ik wil er alles over weten.
En die passie, die intentie, daar is niets mis mee. Pas wanneer het vanuit angst vorm krijgt..dit moet perfect. En er geen ruimte is voor mijn menselijkheid en mijn menselijke ervaring, dan wordt het verstikkend en mijn relatie met eten heeft dit mijn hele leven lang voor mij aangewezen. Alleen toen ik daar als kind van veertien in stond, was dat natuurlijk een hele andere ervaring dan nu als een vrouw van 55. Maar het heeft nog steeds die functie voor mij. Eten komt aan mijn mouw trekken.
Als ik iets van mezelf niet zie wat aandacht nodig heeft. En ik ben er dankbaar voor en het is heel welkom omdat ik deze vaardigheden heb ontwikkeld. Aan mijn eigen kant staan. Onvoorwaardelijke liefde, die groei mindset. Dat lerende kijken naar wat laat zich hier nu zien? Hoe kan ik mezelf daarmee helpen? Wat vraagt dit van mij?
Aan je eigen kant komen staan en je relatie met eten gebruiken als een ingang naar de relatie met jezelf. En ik geloof dat het t mooiste, mooiste geschenk is wat je jezelf geven kan. Die intimiteit, die liefde, die oprechte nieuwsgierigheid. Juist in je donkerste stukken, de stukken van jezelf die het moeilijkst vindt om in de ogen te kijken. En dat is vaak langs irrationeel gedrag. Geld uitgeven wat je niet hebt en dingen eten die je niet gezond vindt. Wat doen we nog meer? Ik weet het niet. Misschien een relatie aanknopen met iemand waarvan je weet dit is niet goed voor mij.
Die stukken van jezelf als je die binnen die cirkel kan aankijken vanuit onvoorwaardelijke liefde. Aan jouw eigen kant willen staan daarin. Dat is denk ik het mooiste geschenk, het meest waardevolle geschenk wat je jezelf kan geven en verlangen kan je daarmee dus op twee manieren bekijken.
Aan de ene kant kijk je naar puur de biochemische kant daarvan en als je een brein hebt wat zo gevoelig reageert op snelle suikers, dan wil je daartoe leren verhouden en ontdekken hoe je dat werkbaar maakt, wat je daarmee wilt, wat daarin voor je werkt, wat niet voor je werkt? Wanneer jij jouw relatie met eten zo hebt ingericht en suiker zo hebt ingeregeld dat je zegt, ‘mmmmm, nu heb ik mijn sweetspot gevonden. Voor mij klopt het nu. Deze relatie ervaar ik nu als opbouwend, kalm, stabiel. Ik ben blij met de keuzes die ik in die relatie maak.’
En daar heeft dit gedeelte van die relatie, dat kijken naar hoe jouw brein reageert op wat je eet, je voedselrespons, hoe reageert mijn lichaam op de dingen die ik eet en drink, dat heeft een onderzoek nodig, Dat is één stuk ervan. Maar dit andere stuk wat niets te maken heeft met suiker, maar puur het feit dat wij als mens altijd naar veiligheid verlangen en eten voelt veilig. Eten voelt warm, eten voelt als een heerlijke time out. Even alles om je heen vergeten en je terug kunnen trekken op een eiland van proeven, kauwen, slikken, genieten, jezelf kalmeren. Het heeft een betekenis van je gekregen, je me time, je beloning, je treat, je verwenmoment.
Want ik geloof echt dat daar zo’n mooie kans ligt. Want wat daar onder ligt is puur die relatie met jezelf. En het is de belangrijkste relatie in je leven. Er is niets zo mooi als dat wat jij jezelf kan bieden in dit leven. Het is je vertrekpunt, het is alles. Misschien zeg je, ‘er is niemand waar ik zoveel van hou als mijn partner’ of, ‘niemand waar ik zoveel van hou als mijn kinderen.’ Of niemand is zo belangrijk voor mij als mijn moeder. Maar jij hoort niet 24/7 wat je kinderen denken en voelen, wat je partner voelt, wat je moeder voelt. Wel wat jij voelt, wel wat jij denkt.
En de kwaliteit waarmee je dat omringd en begeleid, wat je denkt, wat je voelt, bepaalt je kwaliteit van leven. En dat herken je misschien ook dat als je een laag zelfbeeld hebt, kunnen de mensen die heel belangrijk voor je zijn en die ontzettend veel van je houden en misschien onvoorwaardelijk van je houden, je nog zoveel complimenten geven. Het beklijft niet. Het kan niet echt wortel schieten en indalen. Wat je presteert in je werk. Hoe knap het ook is wat je kan, hoe goed dat ook is wat je doet, hoeveel diploma’s d’r ook aan de muur hangen. Als je in die relatie met jezelf jou niet kan vieren, jou niet kan bevestigen en waarderen en liefhebben, doet het weinig voor je. Glijdt ook dat heel snel van je af. Het is even een moment van gelukt. Next. Volgende project. Volgende prestatie.
Daar kan het wortel schieten. Daar kan onvoorwaardelijke liefde groeien en kun je jezelf steeds beter leren kennen en begrijpen. En leren hoe je je verlangens op een andere manier inlost, zonder dat je daar eten bij nodig hebt. En dat is de kans die hier voor je ligt en waarvan ik zeg dat is de andere kant van je verlangen heeft helemaal niets te maken met die gevoeligheid voor snelle suikers. Dat laat zich ook niet oplossen door te zeggen dan eet ik gewoon geen snelle suikers meer. Dit gaat echt over belangstelling. Dit gaat echt over liefde en kijken naar die stukken van jezelf en ook die willen leren kennen en begrijpen.
En zoals die vlam in de pan schoot met het schrijven van m’n boek, ik weet nu al dat los van dat boek, los van hoe het jou natuurlijk, wat mijn intentie is, wat ik hoop, wat ik wil, hoe het jou kan helpen. Is dit het geschenk daarin voor mij. Dit is het stuk wat voor mij is. Dat het opdagen voor dat project en dan tegenkomen dat die vlam zo in de pan sloeg en niet één keer…haha..Meerdere keren en weer en weer en weer, mij iets is komen vertellen dat ik ook hierin onvoorwaardelijk van mezelf moet houden.
Klopt, ik heb nog nooit een boek geschreven. Maar dat betekent nog steeds dat ik onmogelijk van mezelf kan vragen dat ik in één keer een ideaal kan neerleggen. Kan ernaar streven. En daarvan genieten. En mezelf inspireren omdat het me ook blij maakt. Omdat het mijn passie is. Omdat het mijn grote liefde is. Die relatie die we met eten hebben, die boeit me, die fascineert me. Daarin valt zoveel te ontdekken en er valt zo ontzettend veel over te vertellen. En natuurlijk wil ik dat het liefst helemaal uitwerken. Hoe noemen ze dat? De komma achter de punt? Punt achter de komma? Ik weet het niet. Volledig. Compleet.
Maar ik mag dat alleen nastreven vanuit een onvoorwaardelijke liefde voor mij in, in het zijn wie ik ben en wat mijn huidige capaciteit nu is, mijn huidige kunnen nu is. En dat, dat omarmen. Dus die kloof tussen mijn ideaal, het ideaal wat ik nastreef, het ideaal wat ik zie, wat ik ambieer, wat mij inspireert, waar ik blij van word, wat ik wil neerleggen en de plek waar ik nu ben. De oefening van een boek schrijven wat ik nog nooit eerder heb gedaan, mij daartoe verhouden in liefde en ontspanning en aanmoediging. Ik zeg nu ontspanning, die mag er uit.
Het ontspant alleen als ik voel dat die onvoorwaardelijke liefde d’r is. ‘Ik zie hoe graag je dit zo ontzettend goed wil doen. En ik hou van je. En ik vind het oprecht lastig voor je dat die vlam zo in de pan kan slaan. Maar ik ben bij je en ik hou van je en ik ondersteun je in dit proces. Dat is de liefde van gezien worden, erkend worden en daar mee me kunnen verhouden tot de realiteit. En dat ideaal en de kloof tussen die twee en de exercitie, de oefening van die kloof willen overbruggen en dan soms die vlam in de pan zien slaan.
Voel je het? Voor jou is het niet anders. Voor jou is het niet anders. In jouw relatie met eten. In de andere dingen die je doet. Het aan je eigen kant komen staan hierin. Dat is je ticket. Dat verzacht en daarmee heeft het twee kanten. Het is een biochemisch verhaal, maar het is ook dat verlangen in je hart. En kijk daarnaar. Kijk daarnaar. Het gaat je zoveel opleveren. Oké, ik ben er volgende week weer en ik hou van je. Bedankt voor het luisteren. Bye.