Je omschrijft cravings als een intens verlangen naar eten, terwijl je weet dat je geen honger hebt. Cravings kunnen frustreren en je tot wanhoop drijven als je daar voor je gevoel geen invloed op hebt. Gelukkig heb je die invloed wel. Het verlangen wat je voelt heb je zelf opgeroepen. En als je begrijpt hoe je dat deed, kan je daar ook weer mee stoppen.
In deze les bespreek ik een voorbeeld dat je misschien zal herkennen. Ik laat zien hoe de craving steeds ontstaat. En geef vier stappen waarmee het opgeroepen verlangen zijn kracht ook weer verliest, waarmee de kans dat je nog voor eten kiest aanzienlijk kleiner wordt. Het is misschien je moeilijkste stap in het oplossen van overeten. Maar de handvaten die ik je daar vandaag voor geef zijn krachtig en gaan je helpen. Mis deze les niet!
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll. En dit is aflevering 258, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten.
Hallo, hoe is het? Hoe gaat het? De herfst hangt in de lucht en man, wat ruikt dat lekker. Ik ben dol op dat geurtje van die rottende bladeren, die dampende modder die aankondigt, het seizoen gaat veranderen. Het is zo lekker hardlopen nu.
Ik vind het heerlijk om te rennen buiten, vooral in dit seizoen. Nu de bladeren wel nog aan de bomen hangen. Het is echt prachtig om die ochtendnevel mee te krijgen als er bijna niemand buiten is. En het daglicht er net is. Dat is ook zo’n sprookjesachtig tijdstip om te gaan hardlopen. Natuurlijk vind ik mijn oefeningen gewoon thuis in mijn slaapkamer ook fijn, want dan ben ik lekker quick in en out. Vind ik ook heerlijk om te doen, maar buiten zijn met dit seizoen is toch wel echt het allerlekkerst. Ik train, ik beweeg, zoals ik ook met eten omga.
En ik ben meer verbonden met mijn lichaam dan met ideeën in mijn hoofd over wat goed voor me is. Hoe vaak ik het zou moeten doen, hoe hard ik dan mijn best zou moeten doen. Ik ga niet tegen mijn lichaam in, maar ben met mijn lichaam. Dat betekent dat ik soms intensiever train en soms helemaal niet train.
Maar niet in het kader van bewegen, maar in het kader van cravings. Dat onderwerp wat voor zoveel wanhoop en pijn en verdriet kan zorgen in jouw relatie met eten. Omdat je die cravings als heel problematisch ervaart. Ik ben daar geweest, ben daar jarenlang geweest. Voordat ik wist hoe ik die cravings zelf veroorzaakte en het verlangen wat ik voelde zelf veroorzaakte en dat verlangen ook weer kleiner kon maken.
En als jij dat nog niet weet, als je daar nog heel erg zoekende in bent, dan gaat deze les je helpen. Ik heb een heel interessant perspectief voor je op dit issue. Een eye-opener die ik zo beeldend mogelijk voor je maak. Omdat een beeld soms veel meer voor je kan doen dan die duizend woorden. Toch? Wat ze zeggen. Een beeld doet meer dan duizend woorden. Dus laat ik dat beeld wat ik voor je heb gebruiken en inzetten om jou te helpen met cravings.
Wat ook wel wordt omschreven als de drang om te eten, een intense drang kunnen voelen om te eten, of een lichte drang kunnen voelen om te eten, of een zeurende drang, een zeurend verlangen om te eten, terwijl je tegelijkertijd ook kan merken dat je geen honger hebt. En als dit met je aan de haal gaat, omdat je zelf niet weet hoe je het creëert. En dit steeds intenser voorbij komt, of altijd op hetzelfde moment van de dag voorbij komt, dan wil je kunnen gaan begrijpen wat hier nou eigenlijk gebeurt en hoe je daar invloed op krijgt. Hoe ik dat hier voor je wil schetsen is op een originele manier waarvan je misschien zegt, ha, oh, wacht even, dit herken ik. En hier kan ik geloof ik wel wat mee.
De eerste oorzaak kan gewoon de oorzaak zijn van stimuli.
Je ziet eten, je ruikt eten, je hoort eten. Ergens vang je een prikkel op die verlangen in jou activeert. En je hebt geen honger, maar iets in jou zegt, oh dat wil ik, daar heb ik zin in. Een andere prikkel om te eten zonder dat je honger hebt, wat jouw verlangen kan activeren, is gewoontevorming. Je hebt jezelf ooit met eten beloond, s’avonds op de bank, bij de televisie. Je vond dat heel erg fijn, heel gezellig, ontzettend lekker. Het voedsel wat je daar at, was ook voedsel wat je behoorlijk stimuleert in genot.
En dat heeft je brein onthouden als een plek en een tijdstip waar het dat voedsel mag verwachten. Het vraag er dus om. Dus hier wordt je verlangen geactiveerd puur door je omstandigheden. Het is de tijd en de plaats en daardoor komt het idee, het verlangen naar voedsel in je op. Een associatie die daarmee samenhangt is een emotie. Er is misschien een emotie die je ooit bent gaan wegduwen, waar je afleiding van zocht, met behulp van eten. Je had helemaal geen honger toen je dat deed, maar je wilde ontsnappen aan de emotie die je voelde. En dat deed je met eten.
En dit kan op een gegeven moment zo’n goed geautomatiseerde koppeling worden. De hele emotie wordt overgeslagen. En nog voordat jij weet dat dat gevoel er is, dat gevoel in je leeft, verlang je al naar eten. Waardoor het lijkt alsof dat verlangen uit de lucht komt vallen. En een laatste aanleiding voor het voelen van een verlangen naar eten zonder dat je honger hebt, is voedselrestrictie. Als er eten beladen is geraakt, omdat je het niet mocht hebben van jezelf. En omdat je wilde afvallen. Omdat je een dieet volgde. En omdat je bent beschaamd omdat je het at. Omdat je bent beschaamd over de hoeveelheid die je at. Omdat je bent beschaamd over hoe je lichaam eruit ziet. Of jezelf begon te beschamen over hoe je lichaam eruit ziet.
En dat heeft een link met bepaald voedsel gekregen, of gedachten over eten, of gedachten over hoeveelheden eten, en tijdstippen van eten. En de restrictie die je daaromheen bent gaan voelen, riep spanning in je op, roept spanning in je op en dat activeert je verlangen naar eten. Dus het zien, ruiken, horen, een plek, een tijdstip, een gewoonte, een emotie en voedselrestrictie. En dan als laatste, ik noemde het al even bij de gewoontevorming van tijden en plaatsen, het soort voedsel wat je eet. Als het gaat om voedsel wat sterk geconcentreerd is en bestaat uit witmeel of snelle suikers.
Witmeel zijn snelle suikers of suikers. Sterk geconcentreerd voedsel, dan komt daar veel dopamine bij vrij en je brein herkent dat als heel waardevolle energie, waar je snel energie van kunt krijgen. En dat deel van je brein wat dat onthoudt voor jou, vindt eten altijd een goed idee. Zo vat ik het maar even heel simpel samen.
En allemaal oorzaken die kunnen leiden tot verlangen naar voedsel zonder dat jij honger hebt. En wat ik hier voor je wil belichten vandaag is één aspect ervan. Één aspect wat zo’n eye-opener kan zijn dat het echt een game-changer is.
En ik deel hierin, om je te helpen, een analyse die ik maakte met een klant van mij en we legden vier van haar situaties waarin zij cravings voelt, dus een verlangen naar eten en een sterke drang om te eten zonder dat ze honger heeft, die legden we naast elkaar en analyseerden we één voor één. En wat we ontdekten was iets heel interessants. We zagen dat wat er bij haar gebeurt als zij zo’n craving voelt opkomen, is dat ze steeds opnieuw eenzelfde knikkerbaan aflegt in haar hoofd en in haar gevoelens en uiteindelijk in het resulteren van die craving die ze voelt. En het patroon wat ze daarbij, het patroon van die knikkerbaan, was iedere keer hetzelfde.
En toen we dat zagen, en ze dus ook eigenlijk de weg eruit, iedere keer op dezelfde manier kon afleggen, kwamen we tot de interessante ontdekking dat het allerbelangrijkste om uit een craving te kunnen stappen, is jezelf kunnen verbinden met alles wat buiten die knikkerbaan ligt. Zij vertelde, en dit hoeft helemaal niet jouw neurologische profiel te zijn, maar zij vertelde dat ze ADHD heeft.
En elk breinprofiel eigenlijk alleen maar een profiel hoeft te zijn wat je werkbaar maakt. Als je het werkbaar kunt maken en daarmee zo min mogelijk last hebt van de nadelen van dat profiel en zoveel mogelijk profijt hebt van de voordelen van dat profiel, kan je blij zijn met je eigen brein.
Dat is hoe ik naar verschillende breinprofielen kijk en ik zie ze daarmee dus ook allemaal als gelijkwaardig, allemaal als even fascinerend, even interessant en even waardevol. Een diagnose die jou vertelt dat je een handicap hebt, een beperking hebt, kan je initieel helpen om te zien, oh nu begrijp ik mezelf wat beter. Maar als je het vervolgens gebruikt om jezelf te beperken en te verzwakken omdat je denkt, omdat ik deze diagnose heb, kan ik nou eenmaal niet, zal ik altijd. En dan volgt er een stroom aan negatieve beperkende overtuigingen waarvan ik denk, oe, wat zonde. Wat zonde. Doe dit alsjeblieft niet met jezelf. Jouw profiel heeft net zoveel voordelen als nadelen. En mogelijk paste dat profiel minder goed in het schoolsysteem dan wat ze noemen een neurotypisch profiel.
Maar dat is niet waar deze aflevering over gaat. We klimmen er weer uit. We gaan terug. Ze vertelde mij, ik heb ADHD.
En toen we keken naar de knikkerbaan van haar cravings, zei ik tegen haar, weet je wat zo interessant is van dit profiel? Is dat wat vaak wordt belicht als het gaat om ADHD, is de moeite die je kan hebben met het structureren en creëren van overzicht in je werk, het maken van een planning en wat ze dan noemen executieve functies. Dus jezelf van A naar E weten te krijgen in iets wat je voor elkaar wil krijgen in een project. En dan netjes opknippen welke stapjes je daar kunnen brengen en hoe je je zelf langs die stappen begeleidt en dan die volgehouden aandacht die je daarvoor nodig hebt op kunnen brengen. Dit staat meestal op de voorgrond van dat wat je lastig kan vinden aan dit profiel.
Wat ik veel interessanter vind, zeker als het gaat om cravings en om overeten en jij hoeft dit profiel misschien niet eens te hebben, maar denkt misschien, ha, daar zeg je wat. Wat ik heel interessant vind aan dit profiel, is dat je een situatie die je ervaart, die staat op dat moment niet in verbinding met alle situaties daarbuiten. Je zit als het ware in een vakje van een situatie. Dus je zit hier in een vakje van een situatie en alles wat je voelt en denkt binnen dat vakje ervaar je heel intens. De emotie die je daarbij voelt is heel intens omdat er op dat moment geen verbinding is met de vakjes daar buiten.
Stel dat je iets doet in je werk wat niet ging zoals je wilde en je bent daar ontevreden over. Op dat moment zit je in het vakje van die situatie en ervaar je alleen maar de onvrede over dat ene ding wat net niet ging zoals je wilde. Maar je bent op dat moment niet meer verbonden met alle vakjes buiten die situatie waarin je nog heel goed zou kunnen zien hoe capabel je bent in je werk en dan je verbonden voelen met alle situaties waarin je al die prachtige capaciteiten van jou liet zien.
In het vakje van deze situatie, waarin het niet ging zoals je wilde, ervaar je dus ook alleen maar dat wat daar toen, dat moment gebeurde en welk oordeel jij daarover hebt. Je valt als het ware samen met de beleving van dat ene vakje.
Zou je nou meer neurotypisch gebakken zijn, dan ben je je nog steeds bewust van alle vakjes buiten deze situatie, hiervoor in je werk en hierna, waarin jij kan zien hoe capabel je bent in wat je doet. In dit neurologische profiel is die connectie met al die andere situaties waarin je briljant bent en capabel bent en met goede oplossingen kwam en het beste voorstel deed, fantastische oplossingen bedacht, die zitten op dat moment niet in je waarneming. Die vallen als het ware daar buiten, die vakjes daar buiten, waarin dat zich allemaal heeft afgespeeld, heb je op dat moment geen connectie mee. En dus is er alleen maar de uitvergroting en het samenvallen, emotioneel en mentaal, met deze ene gebeurtenis in dit ene vakje waarin het niet ging zoals je wilde en waar jij een oordeel over hebt.
Hetzelfde kan gebeuren met jouw relatie met eten. Op een moment, in een moment, kan je in een knikkerbaan belanden, waarin een craving kan ontstaan, waarin je genotzucht kunt gaan voelen. Maar je hebt op dat moment geen verbinding meer met wat er buiten die knikkerbaan voor je bereikbaar is en waar je contact mee zou kunnen maken, wat het ineens lichter voor je maakt.
Je kunt je voorstellen dat als je, terugkijken naar die werksituatie, Als je ontevreden bent over iets wat zich afspeelt in het hier en nu, in een werksituatie, je komt net uit die vergadering of uit die presentatie en je denkt, stik, dit was hem niet. Ik was onvoldoende voorbereid of het ging niet zoals ik wilde of ik kreeg een blackout of mijn idee werd helemaal niet opgepikt. Maar je kan nog steeds in verbinding zijn met al die momenten waarop het wel helemaal gaat zoals je wilt, dan raakt het je niet zo diep. Dan is er teleurstelling, maar je valt niet helemaal samen met die teleurstelling, omdat je je nog steeds verbonden voelt met hoe capabel jij bent.
Ja? Terug naar voedsel, terug naar eten. Als je dus in staat bent om daar waar er een knikkerbaan gaat lopen, die leidt tot een craving, tot ongewenste genotzucht, waarin jij alleen nog maar kan bedenken dat je wil eten en dat je nu wilt eten, die craving die zich daar laat zien en de intensiteit van die craving die zich daar laat zien, die jij zelf opwekt en daar ga ik zo ook met je over praten.
Maar, zodra ik contact weet te maken met de vakjes van mijn waarneming, van mijn bewustzijn, buiten deze knikkerbaan, verandert de ervaring, verandert het beeld. Dus weer vergelijkend met je werk, de situatie ging niet zoals je wilde, je tuimelt in samenvallen van onvrede, samenvallen met onvrede, samenvallen met teleurstelling over wat je deed, oordelen hebben over wat je deed, teleurgesteld zijn over wat je deed of niet deed, wat daar niet ging zoals je wilde.
Maar op het moment dat je je opnieuw kan verbinden met de vakjes daarbuiten waarin jij je heel capabel voelt, is de teleurstelling over dat wat niet ging in je werk zoals je wilde veel minder intens. Het gaat veel minder diep. Dat punt waarop je denkt, ik geloof dat ik maar een andere baan moet zoeken. Ik ben niet geschikt voor dit werk.
Dat was uiteindelijk mijn donkerste gedachte over mezelf. Ik ben gewoon niet geschikt voor de arbeidsmarkt. Dat gebeurt niet als je je, ik hou zo veel van mij, als je je daarbuiten nog steeds kan verbinden met je capaciteiten. Dus laten we gaan kijken naar de knikkerbaan van een craving. En hoe je daar dan uit kan klimmen. In de analyse met mijn klant zagen we heel duidelijk dat in de aanloop naar een craving er altijd eerst iets niet gaat zoals ze wil. Ze heeft wel haar best gedaan, voor iets. Ze heeft zich ergens voor ingespannen, maar ze is ontevreden over het resultaat. Dat is de eerste baan van de knikker die ze afgaat. Die knikker begint te rollen.
Het zijn van die baantjes die zigzag naar beneden lopen. Het is een houten raamwerk met zigzag baantjes. En anders moet je het maar even googlen op Google Images, knikkerbaan. Dan zie je hoe die knikker links begint, links bovenaan en dan schuin af naar beneden rolt, naar rechts en aan het einde van dat baantje door een gaatje valt en dan door een ander gootje weer links afgaat, schuin naar beneden en zo zigzagt die knikker helemaal tot onderaan de knikkerbaan.
En laten we ervan uitgaan dat in de knikkerbaan van jouw craving je uiteindelijk eet en het jou niks meer uitmaakt. Daar beland je op dat punt dat je zegt, nu wil ik alleen nog maar eten en maak me niks meer uit. Haar knikkerbaan begint bij onvrede en conflicterende gedachten. Ze heeft last van gedachten die elkaar tegenspreken, die een tegenstelling veroorzaken, waarin zij zichzelf als het ware klem zet in de dingen die ze denkt over wat ze net heeft gedaan, de betekenis die ze daaraan geeft en hoe ze dat uiteindelijk ergens linkt aan haar zelfbeeld. Dus ze begint met een gebeurtenis, een omstandigheid, beslissingen die ze nam, keuzes die ze maakte, onvrede daarover en vervolgens een oordeel over haarzelf.
Die gevoelens die raken als het ware in die knikkerbaan uitvergroot, vooral omdat ze zichzelf niet helpt met wat ze daar denkt. Dus er kan iets gaan broeien in haar.
Onvrede, teleurstelling, oordeel, vervolgens ineens een oordeel over haarzelf en de gevoelens die daar allemaal bij horen. En omdat ze daar niet op in gaat, zichzelf niet helpt, geen compassie toont, geen gedachtenwerk doet, niet zorgt voor de emoties die ze daar voelt, maar zichzelf als het ware negeert hierin, niet de hulp schiet, ontstaat van hieruit ineens de gedachte en nou wil ik wat lekkers. Nu wil ik iets leuks. En dat komt met name, zagen we in de knikkerbaan, omdat ze zichzelf negeert en vervolgens wel een verwachting van zichzelf heeft over wat haar volgende stap moet worden. Wat ze nu nog van zichzelf moet die dag.
En als je mee hebt gedacht in deze knikkerbaan, dan zal je misschien denken, dat ken ik wel. Dat kan ik ook voelen. Op weg naar huis, van mijn werk naar huis. Of op weg van mijn werk om kinderen op te halen van school of hoe het er ook voor jou uitziet, ergens ben jij jouw eigen knikkerbaan aan het afrollen. En we zagen in de diepte-analyse van haar cravings dat haar knikkerbaan eigenlijk elke keer hetzelfde pad afrolt.
Daar waar de knikkerbaan opnieuw een bochtje maakt, de gedachte en nou wil ik wat lekkers. En hoe die knikkerbaan daarna verder rolt, ziet er een beetje uit in de trant van, dit wil ik nu. Maar dit zou ik eigenlijk niet doen, maar ik wil het.
En omdat die knikkerbaan al aardig wat gootjes naar beneden is en zij zichzelf eerder al heeft lopen negeren en veroordelen, is haar bereidheid om zichzelf op te vangen in het verlangen naar eten wat ze nu voelt. Terwijl ze weet dat ze geen honger heeft, erg laag. Ze heeft er al zo van zichzelf van langs gekregen. Ze heeft zichzelf al zo laten zwemmen in onvrede, teleurstelling en afwijzing. Afwijzing van haarzelf. Dat haar verlangen naar wat lekkers veel groter is, dan welke motivatie dan ook om te zijn met wat ze voelt. Die knikkerbaan is al een paar gootjes te ver als het ware.
En omdat ze daar dan zit in een soort van zal ik wel, zal ik niet is dat de stapeling die volgt op alles wat ze daarvoor al dacht en voelde. Haar motivatie om nog argumenten te kunnen bedenken waarom ze dan niet zou eten is laag. En ze zit al vrij diep in die knikkerbaan. Maar, nu komt het.
Wat we ook konden zien, is dat zij dus eigenlijk alleen maar samenvalt met die knikkerbaan. Ze is aan het tuimelen, ze is schootjes aan het afrollen. Maar op het moment, toen we deze analyse maakten dat zij kon zien, maar wacht even, als ik besef dat ik hier een knikkerbaan afrol en dat ik in een vakje zit waarin ik samenval, dan kan ik natuurlijk ook contact gaan maken met de vakjes daarbuiten.
Bij het punt waarop ik zeg, nu maakt het me niks uit, kan me niet schelen. Ik wil gewoon dat lekkers nu. Op het moment dat je je realiseert, ik zit in een vakje van deze knikkerbaan. En als ik deze knikkerbaan laat gaan, weet ik precies waar dat naartoe gaat. Maar het is een knikkerbaan.
Het is een knikkerbaan. En als ik contact maak met de vakjes buiten deze knikkerbaan, kan ik zien wat er nog meer voor mij mogelijk is. Dat is voor hoogsensitieve mensen, neurodiverse mensen, getraumatiseerde mensen. En dat laatste zeg ik met voorzichtigheid, want daar heb je absoluut behandeling en ondersteuning voor nodig.
En ik zeg niet hier dat je, ook als je getraumatiseerd bent, met dit inzicht rond je knikkerbaan dat je er dan bent. Ik zeg alleen, dat wie jij bent, met alles wat je bent, en het vinden van jouw heling en oplossingen daarvoor, het besef van samenvallen en een knikkerbaan afrollen, een enorme hulpbron kan zijn, zoals het hier voor haar was toen ze zag, aah, dit is wat er gebeurt. En op het moment dat ik zie, hé, wacht even, ik zit al in gootje nummer drie of vier van een knikkerbaan, ontstaat er ineens dat wat ze noemen het observeren, in plaats van in het verhaal zitten. Je kijkt nu naar die knikkerbaan.
En dat is dan ook stap 1 in het oplossen van je craving. Stap 1 is het besef. Ik ben in een knikkerbaan beland en die gaat maar één kant op als ik die laat gaan. Dit beeld, dit bewustzijn maakt dat je de observant bent van de knikkerbaan en niet meer alleen maar het knikkertje. Zo waardevol! Stap 2. Je verbinden met het vakje hier buiten. Wat komt hierna? Wat komt er in dit volgende moment? Als ik deze knikkerbaan helemaal uit laat rollen, weet ik precies waar dit naartoe gaat. Weet ik dat ik straks heb gegeten. En wat zit er dan in dat volgende moment? Oh ja, dat volle gevoel.
Die droge mond. En die winderigheid. Die lamlendigheid. Dat opgeblazen gevoel. Zelf niet lekker met trek aan tafel kunnen, terwijl de rest van mijn huisgenoten zegt oh lekker, ik heb trek. Jij niet. Je hebt al gegeten. En je voelt je niet lekker.
Je wilt deze vers klaargemaakte maaltijd niet mislopen, dus je eet dubbel op. En alle gedachten die dan ineens in je opkomen in dat volgende vakje van dit wilde ik eigenlijk niet. Het voelde niet goed. Wat heb ik nou toch nodig om hieruit te komen? Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Door je te verbinden met dit volgende vakje, heb je ineens mogelijkheden. Je ziet dat je in dat volgende vakje andere dingen wilt.
Hoe kan mijn lichaam, als ik het aan mijn lichaam vraag en mijn lichaam zegt ik heb nu niks van je nodig, ik heb geen honger, ik ben helemaal oké. Hoe kan mijn lichaam mij dan nu ondersteunen in wat ik nu voel. En wat ik zo prachtig vind van dat lichaam, dat wat jij zo graag wil laten stralen en licht wil laten zijn en gezond wil laten zijn en soepel wil laten zijn en waar je oud mee wil worden, waar je op wil kunnen bouwen.
Dat lichaam wil er heel graag voor jou zijn, nu. En jij kan landen, je laten supporten, rugdekking laten geven door jouw lichaam, nu. Want jouw lichaam zegt nu tegen je, ik ben oké. Ik heb niks van je nodig. Ik heb alle brandstof die nodig is voor de situatie waar je nu in bent. Voor dat lastige gevoel waar je nu doorheen gaat. Dat samenvallen met dit moment van waar je nu bent. Ik ben daar ook en ik ben daar voor jou.
Je kan leunen op mij. En dan, als je dat doet. Als je dat bondgenootschap opzoekt, kan je zien dat je in dit volgende vakje, in de volgende situatie die hierna komt, jij en je lichaam heel blij zijn. Jij en je lichaam een zijn in hoe fijn het is. Hoe fijn het is om met elkaar samen te werken.
Energiek te kunnen voelen, goed te kunnen voelen, gezond en stralend te kunnen voelen, vitaal te kunnen voelen. En heerlijk te kunnen slapen die nacht en wakker te kunnen worden met energie. Onbelaste energie, stralende energie die je optimisme voedt en je veerkrachtig maakt en stressbestendig maakt.
Al die fijne dingen die je associeert met dat prachtige, heerlijke, lichte, frisse, uitgeruste, stralende lichaam. Waar jij zo graag van wilt genieten. En wat er zo graag voor jou wil zijn en wat nu in dit vaste vakje, in dit lastige vakje, jouw bondgenoot voor je is. Je kan je laten vallen, je kan landen in dat wat jouw lichaam hier nu voor jou is. Jouw anker, jouw rot in je moeilijke moment.
Dus hoe wil ik me voelen in dit lichaam, in het volgende moment, in het volgende vakje? En als je het aan je lichaam vraagt in het huidige vakje, zegt het ik ben helemaal oké. Ik heb niks van je nodig. Leun op mij. Ik vang je op. Met deze stappen, deze vier stappen, kan je contact maken met wat er buiten de craving ligt. Met dat wat er buiten dit schijnverlangen ligt, deze genotzucht. En als je hiermee gaat experimenteren, zal je misschien dingen tegenkomen die gaan over die aspecten waar ik het eerder met je over had. De stimuli van eten zien, ruiken, horen, gewoontevorming, geconcentreerd voedsel en jouw hechting daaraan. De erfenis van je dieet en voedselrestrictie.
En geef ik je mijn Craving Code en de tools die om die craving code heen zitten, die ondersteunen je. In het toepassen van die tools kan je die code met succes gebruiken. En past die als een sleutel voor je in het slot.
Dus als je merkt: ik wil hier meer support in, ik heb hier meer ondersteuning bij nodig en ik wil het heel gedegen aanpakken en de tools krijgen die er allemaal al lang zijn, zodat ik daar me helemaal in kan laten begeleiden van begin tot het eind in de hele ontwikkeling die ik wil doormaken in mijn relatie met eten, dan is Etenslessen helemaal de plek voor je. Want dat heb ik daar allemaal voor je klaar liggen. Dan doen we dat. Voor nu wilde ik je dit inzicht geven. En ik ben heel benieuwd, laat het me weten, of jij iets herkent van dat samenvallen met een moment. Samenvallen met alleen nog maar de beleving van de knikkerbaan van de craving.
En alles wat je daarin denkt, wat je daarin voelt, tot ik wil het nu hebben. Ik wilde het eigenlijk niet hebben, maar ik wil het nu toch. Wat maakt het mij nog uit? Daar, dat. Denk hierover na. Experimenteer ermee. Geef me je inzichten, geef me je feedback. Ik ben heel benieuwd.
Want dat lees ik heel erg graag en het maakt het gemakkelijker voor het algoritme om deze podcast bereikbaar te maken voor mensen. Die net als jij zo hun best doen om hun weg te vinden in hun relatie met eten. En die merken dat cravings ook voor hun echt een soort van mysterie zijn, wat een op zichzelf staand probleem lijkt te zijn in hun relatie met eten. Dus je kunt iets voor hen betekenen als je deze podcast ondersteunt met een vijf sterren review of wat tekst waarin je laat weten hoe deze aflevering je heeft geholpen. Ik ben ik er volgende week weer.