Zou je het liefst ALLES kunnen eten maar ook zo slank zijn als je wilt? Dat kan. Het is geen utopie. Je hebt een relatie met eten en kan die vormgeven zoals je wilt. Je kan jouw ideale gewicht en keuzevrij eten bij elkaar krijgen. Dit idee roept natuurlijk de vraag op; maar hoe dan? Dat vertel ik in deze les “Hoe je alles kan eten en afvallen” . Ook als je gelooft dat jij een uitzondering bent en geen maat kan houden bied ik een opening die je helpt.
Je luistert naar Etenslessen, de podcast met Marjena Moll en dit is aflevering 192. Je luistert naar Etenslessen, de podcast over afvallen zonder dieet en het creëren van een geweldige relatie met eten. Mijn naam is Marjena Moll, Ik ben je coach en ik introduceer je graag in mijn Etenslessen waardoor je ontdekt hoe je afvalt zonder dieet en een fantastische relatie met eten creëert. Laten we beginnen.
Het is warm. Het is echt heel warm. Ik vind het heerlijk. Een heerlijk gevoel. Ik ben een enorme koukleum. Hoe ouder ik word, hoe kouder ik het heb. Dit seizoen van shortjes en topjes en blote benen en blote armen vind ik zalig. En s avonds maak ik zulke lekkere fietstochten met de hond. Dan gaat Raymond mee in het mandje op m’n fiets. Wat altijd mijn droom was.
Ik wilde een poedeltje, zo’n mini poedeltje en die wilde ik in een mandje kunnen stoppen aan mijn fiets en daarmee door de buurt fietsen. En ik heb het poedeltje niet gekregen, maar ik heb nu wel een klein hondje dat mee kan in een mandje op de fiets en ik vind het zo leuk en hij vindt het ook zo leuk. Als ik fiets dan wapperen ze oortjes in de wind en ik zie hoe die alles in de gaten houdt waar we langsfietsen.
En hij is zelf heel klein, maar als ie in dat mandje zit kijkt ie lekker overal bovenuit en is ie ook niet meer bang voor grote honden. En ik verbeeld mij dan altijd dat ie zich helemaal de koning voelt, weet je wel, zo hoog en droog in dat mandje. Maar s avonds fietsen we heerlijk door de weilanden achter mijn huis en ik vind het verrukkelijk. Vooral die wind op m’n blote armen en benen. Misschien is t ook mijn Surinaamse kant die naar buiten komt in dit seizoen. Ik verbrand alleen maar in de zon. Aan de buitenkant is er niets Surinaams te zien. Ik word alleen maar rood, krijg pigmentvlekken. Daar valt geen eer aan te behalen voor mij. Maar ik vind de warmte wel echt heel erg lekker.
Hoe werkt dat? Hoe doe je dat? En waar dit mee samenhangt, alles kunnen eten en zo slank zijn als je wilt, hangt samen met jouw tolerantie voor verlangen. En daar wil ik met je naar kijken in deze Etensles en het één en ander voor je belichten.
Eén van de dingen die ik altijd doe in deze podcast en die natuurlijk in mijn programma op een dieper niveau gebeurt, is dat ik jou een kader aanreik waarin ik zeg: hey, je hebt een relatie met eten en als je niet tevreden bent over de manier waarop je met eten omgaat, kun je jouw relatie met eten opnieuw inrichten. Je kunt die opnieuw vormgeven. En als je die relatie opnieuw zou kunnen vormgeven, wat zou je dan willen?
Als je helemaal kan krijgen wat je hebben wilt, zou je dan het liefst alles willen kunnen eten? En als ik dit kader voor je neerzet, komen er misschien allerlei belemmeringen in je op en zeg je: ho ho, dat gaat niet voor mij op. Ik kan niet alles eten en dan zo slank zijn als ik wil, dat gaat helemaal niet. Dat werkt niet voor mij. Als ik alles mag eten, dan eet ik ook alles en dat loopt hopeloos uit de hand.
Dat was wat ik vroeger zelf dacht. Ik dacht vroeger dat ik met bepaald eten niet overweg kon, dat dat uit de hand liep, dat ik daar altijd te veel van at. En daarom bleef ik daar altijd mee in gevecht. En als jij dit herkent, dan wil ik tegen je zeggen dat je nu praat over een verhaal in je hoofd gebaseerd op eerdere ervaringen waar je de helft nog niet van begrijpt. Dus ik zeg tegen je: je kan helemaal krijgen wat je hebben wilt, zo slank worden als je wilt. En eten wat je wilt.
Interessante vraag. Dus als je uitgaat van het idee dat je het helemaal kan krijgen zoals je hebben wilt. Je kan zo slank en gezond zijn als je wilt, maar ook eten wat je wilt. Zou je dat dan willen?
En als je daar ja tegen zegt, dan zeg ik: dat kan. Dat kan. En waar we dan over praten is jouw capaciteit voor het voelen van verlangen, jouw tolerantie voor het voelen van verlangen. Kan je met dat gevoel zijn? En wat bedoel ik met verlangen?
Associaties die je hebt met eerdere ervaringen. Dus je ruikt misschien vers gebakken appeltaart of je ziet een prachtige appeltaart, met zo’n mooie grote glazen stolp, gepresenteerd op een toonbank. En jij hebt heel vluchtig, heel snel daar associaties bij. Jouw brein roept associaties op van eerdere ervaringen met appeltaart. En die associaties activeren een gevoel en dat kan bijvoorbeeld verlangen zijn. Maar als je een lekkere fietsroute fietst of een wandeltocht maakt, dan wordt er vaak koffie met een punt aangeboden toch?
Want ze weten dat je een associatie hebt met appeltaart en die associatie wordt daar gemaakt. En je hebt misschien net vijftien kilometer gefietst en je gaat zitten op het terras en je ziet daar op dat bord staan koffie met een punt en in een flits roept dat associaties voor je op. Als je regelmatig, en nu noem ik als voorbeeld appeltaart eet, dan blijft die herinnering aan die vers gebakken taart ook vers. Toch? Als de laatste keer dat jij appeltaart hebt gegeten ergens in de jaren negentig was, dan is die herinnering aan appeltaart veel vager dan wanneer je hem vorige week nog hebt gegeten. En als de ervaring van die taart fantastisch was. Als die taart helemaal was zoals jij hem lekker vindt, dan is de associatie voor genot vers. En voor jou misschien een dikke tien.
En dus kan je bij het zien van dat aanbod verlangen voelen. Als je tolerantie voor het voelen van verlangen hoog is, is er dus niets aan de hand. Je kan de herinnering, de associatie van verlangen door je heen laten gaan, maar je hoeft er helemaal niets mee te doen. Als je tolerantie voor het voelen van verlangen laag is, dan kun je het heel lastig vinden om zo’n reclamebord tegen te komen. Die associatie wordt geactiveerd. Die herinnering aan die appeltaart wordt geactiveerd en je gevoel van verlangen is actief en je kan er niet tegen. Je weet niet waar je zoeken moet. Je bent helemaal afgeleid en je ervaart een probleem. Binnen diëtiek wordt eten vaak zwart wit gemaakt he, je mag het hebben of je mag het niet hebben.
En als ik op dieet was, was dat een poging van mij om dit te managen. Als ik het gewoon niet hebben mocht, hoeft ik er niet over na te denken. En als ik maar genoeg wilskracht voelde, genoeg overtuiging voelde en me blind op dat streefgewicht wat ik wilde bereiken, dan kon ik, hoopte ik, daarmee mijn verlangen te kunnen managen.
Maar als je nu die restrictie van een dieet weghaalt, dan kom je natuurlijk terug bij jou. Hoe wil je voelen als je gewoon appeltaart mag eten? En hoe voelt het om de appeltaart te eten? Hoe voel je na het eten van die appeltaart? En hoe vaak wil je die ervaring? En dan heb ik het over de hele ervaring. Niet alleen het genot van de smaak in je mond, maar ook hoe je je daarna voelt. En wil je dan die hele punt eten? Of misschien alleen een paar hapjes voor de smaak? Zodat je daarna minder vol zit. Appeltaart is machtig, dat merk je als je daar een hele punt van hebt gegeten, heb je voorlopig geen honger meer.
En als je vlak daarvoor nog had geluncht, dan voel je dat je vol zit. Als je het verlangen wat je voelt bij die associatie onbeloond laat en je laat het er zijn.
Dan eet je bijvoorbeeld die appeltaart niet en laat je het verlangen naar die appeltaart door die associatie die is geactiveerd, dat: O ja, oh, dit vind ik zo lekker, laat je komen en gaan. Je eet helemaal geen appeltaart. Als je een beetje appeltaart eet dan voel je mogelijk een verlangen naar meer, naar de hele punt terug. Maar je hebt een paar hapjes gegeten en de rest laat je liggen. En een deel van jou zegt: ik wil méér. Het smaakt naar meer. Dit romige, zoetige, vettige, die combinatie meestal van vet en suiker, die maakt dat je een verlangen voelt naar meer.
Laat ik dat er zijn, dat verlangen naar meer er zijn. Zonder daar het gevecht mee aan te gaan. En als je ooit is geleerd dat je pas klaar bent met eten als het helemaal op is, dat het zonde is om iets te laten liggen en je tolerantie voor het voelen van verlangen is laag, dan gebruik je natuurlijk dat excuus van het moet op, want anders is het zonde. Is het weggegooid voedsel, verspild voedsel. Dan is het als het ware twee tegen één. Je tolerantie voor het voelen van verlangen is laag en je overtuiging dat eten laten liggen een verspilling is, beargumenteert dat je ook nog eens het slecht doet.
Tegen een norm in gaat over respect voor voedsel, als je het niet helemaal opeet. Ik ga daar niet op in, op dat argument, want dat kan een aflevering op zich zijn en daar kunnen we goed gesprek over voeren met elkaar. Maar hier zie je dan dat je verlangen naar meer, dat je tolerantie voor je verlangen naar meer laag is, waardoor je het helemaal wilt opeten.
Helemaal geen taart eten is geen probleem en een beetje taart eten is ook geen probleem. Je kan voor de één kiezen of je kan voor het ander kiezen. In beide gevallen voel je wat verlangen. Het zijn dat je wat verlangen voelt en daar ben je oké mee. Dat mag bij jouw dag horen. Dat mag onderdeel uitmaken van jouw dag. Als je tolerantie voor het voelen van verlangen heel laag is, dan kun je óf de hele situatie proberen te vermijden. Dan ga je niet naar die barbecue waar misschien die appeltaart is, of naar dat feestje waar misschien appeltaart is.
Of zodra je verlangen voelt, geef je eraan toe. O nee, hier kan ik niet tegen. Ik voel het nu. Het zit in me hoofd. Dit gaat niet meer weg. Ik moet het nu hebben. Ik eet het.
Met andere woorden: als je een relatie met eten wilt creëren, want daar begon ik mee. Jij kan de relatie met eten creëren voor jezelf die jij wilt en zo slank zijn als jij wilt. En als je daar in alles wilt kunnen eten, dan kan dat ook. Wat je nodig hebt om dat te realiseren, om die sweetspot te vinden tussen zo slank zijn als je wilt en alles kunnen eten is een bepaalde capaciteit voor het voelen van verlangen. En nu komt er iets bijzonders. Als je besluit om jouw capaciteit voor het voelen van verlangen te laten groeien. En je voegt dit toe aan jouw ervaring met eten. Je besluit dat het onderdeel mag uitmaken van jouw relatie met eten.
Het is zo bijzonder hoe dat werkt, maar je kan het je voorstellen dat zodra je ergens bang voor bent, als je bang bent voor het voelen van verlangen, dat vergroot jouw angst dat verlangen juist uit.
Ik ben als kind ooit een periode bang geweest voor spinnen en zodra ik zo’n hooiwagen dan zag lopen hadden dan, dan vloog ik tegen de muur op als het ware. Mijn brein vergrootte die ervaring en die waarneming van dat spinnetje enorm uit. Ik vond doodeng. Dat is ook weer weg gegaan. Spinnen probeer ik juist eerder te helpen en te beschermen. Maar toen, als kind werd de ervaring die waarneming van een spinnen enorm uitvergroot. Nou, zo werkt het ook met je verlangen. Als je bang bent voor het voelen van verlangen, bang bent dat het dan misgaat, dat je overeet. Dan wordt je verlangen als het ware uitvergroot en veel groter. De ervaring van het voelen van verlangen wordt veel groter.
Maar als je oké bent met het voelen van verlangen, als je besluit dat het onderdeel mag uitmaken van jouw relatie met eten, dan neemt je angst voor die ervaring af. Je stelt je daarvoor open en daarmee vindt die uitvergroting niet meer plaats. Zo fijn. Zo bijzonder hoe dat werkt.
Jij moet als eerste zeggen hmmmm, ik wil dit toelaten. Ik wil dit een onderdeel laten zijn van mijn relatie met eten. Want dan kun je precies hier, wat ik stelde dat kader, zo slank zijn als je wilt en eten wat je wilt bij elkaar krijgen. Omdat je okay bent met het voelen van verlangen. Je verlangen wordt juist kleiner omdat je weet: hé, het is oké om dit te voelen. Ik vind het niet erg als ik dit voel. Ik heb vorige week nog appeltaart gegeten en hier wordt nu appeltaart aangeboden en de herinnering aan hoe lekker dat was, is nog vers. Maar dat is oké. Het verlangen wat ik daarbij kan voelen is oké. Dat mag er zijn. Dat hoeft niet opgelost.
En dat betekent dus dat ik nu geen appeltaart hoeft te eten om dat verlangen weg te krijgen. Om dat verlangen op te ruimen. En ik hoef de situatie waarin ik appeltaart ga tegenkomen ook niet te vermijden. En dat is vaak wat ik hoor. Ik had wel drie verjaardagen in die week en dus heb ik de hele week te veel gegeten omdat je daar nog geen tolerantie hebt voor het voelen van je verlangen.
Het is oké, je gaat er niet meer tegen in verzet en je brein vergroot het niet meer voor je uit. Wat daar ook in speelt is dat als je alles mag eten van jezelf, de noodzaak om het te eten als de situatie zich voordoet natuurlijk ook afneemt. Als je elke dag, elke dag appeltaart mag eten, dan hoeft het dus niet per se op die verjaardag. Maar als je eigenlijk geen appeltaart mag eten van jezelf.
Eigenlijk mag het niet. En je hebt dan toevallig drie verjaardagen in een week en daar is appeltaart. Eet jij drie keer appeltaart. Omdat dat innerlijke conflict van eigenlijk mag het niet, maar het wordt me nu aangeboden. Ze willen dat ik gezellig mee doe en het ziet er zo lekker uit. En ik voel dat verlangen waar ik geen tolerantie voor heb, wat ik moeilijk verdraag. Ik hou het niet meer, ik kan dit niet aan, dus ik eet het.
Dus de noodzaak om het te eten als het altijd mag, valt weg. Het hoeft niet nu. Je hoeft niet nu je kans te pakken en als je verlangen voelt is dat oké en kan je dat er laten zijn. En dat is die fantastische relatie met eten die op je wacht waarin dit geen issue meer is. En nu is het dan toevallig het barbecue seizoen en misschien ook veel partijtjes, feestjes, warm weer, picknicks, barbecues, knoflooksaus, Turks brood, aardappelsalade. Ik weet niet wat de lekkernijen zijn waar jij van gaat watertanden waarvan je zegt: ik weet het niet hoor, maar Marjena, als jij zegt dat ik de relatie met eten kan krijgen die ik hebben wil. Ik geloof dat je mij dat niet echt in gedachten hebt.
Ja wel! Wel! Ik heb jou in gedachten want ik ken je, ik ben daar geweest, ik ben op die plek geweest en wat ik hier nu voor je heb besproken, dat is waar die opening zit en dat is waar ik je in mijn programma die tools voor geef. Laat dit bezinken, denk erover na en experimenteer ermee. Kijk eens waar jouw tolerantie voor verlangen nu zit. Als dat een schaal zou zijn tussen de één en de tien. Een tien is dat je extreem verlangen kan voelen en dat kan laten komen en gaan.
En een één is dat je alleen al bij het anticiperen op het voelen van verlangen al eet. Je verdraagt het echt nog helemaal niet. En waar zou je dat kunnen oprekken naar een tweetje? Hoe zou het eruit kunnen zien als je dat oprekt naar een tweetje. Dat! Daar. Dat is iets om mee te gaan spelen. Ik ben er volgende week weer en ik wens je een mooie dag. Tot dan. Bye.